Kom dan en volg Mij
24–30 juni. Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20–21: “Hij is opgewekt”


‘24–30 juni. Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20–21: “Hij is opgewekt”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘24–30 juni. Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20–21’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

Afbeelding
Jezus spreekt met Petrus

Weid mijn schapen, Kamille Corry

24–30 juni

Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20–21

‘Hij is opgewekt’

Lees Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; en Johannes 20–21 en overdenk hoe deze hoofdstukken het geloof van uw cursisten kunnen versterken, vóór u de lesideeën in dit lesschema bekijkt.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de mensen in uw les een lering uit de hoofdstukken van deze week op te schrijven waarvan ze vinden dat ‘heel de wereld’ (zie Markus 16:15) ze hoort te kennen. Vraag aan het einde van de les of er nu leringen zijn bijgekomen waar ze de wereld over willen vertellen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20

Omdat Jezus is opgestaan, zullen wij ook opstaan.

  • Om zoveel mogelijk mensen de kans te geven te vertellen wat ze over de opstanding hebben geleerd, kunt u de leden van de klas enkele minuten geven om de hoofdstukken van deze week en ‘Opstanding’ in de Gids bij de Schriften te bestuderen, en leringen over de opstanding op te schrijven. Laat ze bespreken wat ze hebben opgeschreven. Spoor de aanwezigen aan hun hand op te steken wanneer iemand een beginsel noemt dat lijkt op wat zij hadden opgeschreven. Waarom zijn deze waarheden belangrijk? Hoe beïnvloedt de kennis dat we zullen opstaan onze relatie met onze hemelse Vader en Jezus Christus? De muziekclip ‘He Is Risen’ (LDS.org) kan de Geest bij de bespreking uitnodigen.

Lukas 24:13–35

We kunnen de Heiland vragen ‘bij [ons] te blijven’.

  • Zorg ervoor dat de deelnemers aan de les verbanden kunnen leggen tussen hun eigen ervaringen en die van de Emmaüsgangers. Teken met dat doel een weg op het bord en vraag de leden aan één kant van de weg details van het verhaal in Lukas 24:13–35 te schrijven. Aan de andere kant kunnen ze dan soortgelijke zaken uit hun eigen ervaringen als volgeling van Jezus Christus schrijven. Ze kunnen bijvoorbeeld Hun ogen werden gesloten gehouden (Lukas 24:16) aan de ene kant van de weg schrijven en aan de andere kant Soms herkennen we de invloed van de Heer op ons niet.

  • Er zijn twee lofzangen gebaseerd op Lukas 24:13–35: ‘Verblijf bij mij, nu d’avond valt’ en ‘Blijf bij mij, Heer’, Lofzangen, nrs. 111,112. Hoe kunt u deze lofzangen gebruiken om de mensen in de les de diepere betekenis van het Schriftuurlijke verslag te laten vinden?

Mattheüs 28:16–20; Markus 16:14–20; Lukas 24:44–53

Wij hebben de opdracht gekregen om het evangelie aan de hele wereld te prediken.

  • De opdracht om zijn evangelie te verkondigen die de herrezen Heiland aan zijn apostelen gaf, is nu ook op ons van toepassing. Hoe kunt u de leden van uw klas helpen om hun rol in het evangelie verkondigen te zien? Misschien kunt u hun vragen zich voor te stellen dat ze raad aan een familielid of een vriend geven die op het punt staat om op zending te vertrekken. Welke woorden van de Heiland aan zijn apostelen zouden we zeggen? Hoe zijn dezelfde woorden van toepassing op onze eigen inspanningen om het evangelie te verkondigen?

Johannes 20:19–28

‘Zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.’

  • Er zijn misschien mensen in uw les die zich in het verlangen van Thomas kunnen inleven om de herrezen Heer te zien voordat hij zou geloven. Uw zondagsschoolklas kan een plaats zijn voor klasleden om elkaars geloof in zaken die zij niet kunnen zien te sterken. Misschien kunt u iemand vragen om de ervaring die Thomas in Johannes 20:19–28 had, samen te vatten. U kunt ook de video ‘Blessed Are They That Have Not Seen, and Yet Have Believed’ (LDS.org) tonen. De leden in de les kunnen enkele zaken op het bord zetten waarvan God ons vraagt ze te geloven zonder ze te zien. U kunt ze daarna vragen hoe hun getuigenis betreffende die zaken is opgebouwd. Hoe is de uitoefening van hun geloof hen tot zegen geweest?

Afbeelding
Christus verschijnt aan de apostelen

Jezus zei tegen Thomas dat hij ‘niet ongelovig, maar gelovig’ moest zijn (Johannes 20:27).

Johannes 21:3–17

De Heiland vraagt ons zijn schapen te weiden.

  • Wat zou de mensen in uw klas ertoe aanzetten in te gaan op het verzoek van de Heiland om zijn schapen te weiden? Vraag hun eerst Johannes 21:15–17 in stilte te lezen en hun naam op de plaats van die van Simon in te vullen. Laat ze ‘mijn lammeren’ en ‘mijn schapen’ met de namen van mensen vervangen van wie zij denken dat de Heer wil dat zij ze dienen. Dat kunnen bijvoorbeeld mensen zijn waar zij op huisbezoek of -onderwijs gaan, buren, of mensen die ze op het werk of op school kennen. Na enkele minuten kunnen de cursisten hun ingevingen bespreken. Wat houdt het in om de lammeren en schapen van de Heiland te weiden? De citaten van president Russell M. Nelson en ouderling Marvin J. Ashton in de ‘Bijkomende leermiddelen’ kunnen te pas komen om deze vraag te beantwoorden.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Om de deelnemers aan de les te motiveren om Handelingen 1–5 deze week te lezen, vraagt u hun er met name op te letten hoe een ongeletterde visser de machtige leider van de kerk van Christus werd toen die zich over de wereld verspreidde. Wanneer zij deze hoofdstukken bestuderen, zullen ze zien hoe deze transformatie plaatsvond.

Afbeelding
Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20–21

Wat houdt het in om de schapen van de Heiland te weiden?

President Russell M. Nelson sprak over deze inzichten uit de oude Griekse tekst van Johannes 21:

‘In Johannes 21:15 is het woord weiden afgeleid van de Griekse term bosko; die betekent ‘voeden of weiden’. Het woord lam komt van het verkleinwoord arnion wat ‘lammetje’ betekent. […]

‘In Johannes 21:16, komt het woord hoeden van een andere term, poimaino, die betekent ‘hoeden of verzorgen’. Het woord schaap is afgeleid van de term probaton, die heeft de betekenis ‘volwassen schaap’. […]

‘ In Johannes 21:17 komt het woord weiden opnieuw van het Griekse bosko en verwijst weer naar voeding. Het woord schaap is opnieuw vertaald uit de Griekse term probaton en verwijst dus naar volgroeide schapen.

‘Deze drie verzen die in de Nederlandse taal zo veel op elkaar lijken, hebben drie heel verschillende betekenissen in het Grieks:

  • Lammetjes dienen te worden gevoed zodat ze kunnen groeien;

  • Schapen dienen te worden verzorgd;

  • Schapen dienen te worden gevoed.’ (‘Shepherds, Lambs, and Home Teachers’, Ensign, augustus 1994, 16.)

Hoe kunnen we zijn schapen hoeden?

Ouderling Marvin J. Ashton legt uit hoe we de opdracht van de Heer om zijn schapen te hoeden kunnen vervullen:

’Jezus heeft gezegd: ‘Hoed mijn schapen’ (Johannes 21:16). U kunt ze niet hoeden als u niet weet waar ze zijn. U kunt ze niet hoeden als u ze aanleiding geeft u te weerstaan. U kunt ze niet hoeden als u geen voedsel hebt. U kunt ze niet hoeden als u geen naastenliefde hebt. U kunt ze niet hoeden als u niet bereid bent te werken en delen. […]

‘Behoeftigen zijn er in alle leeftijden. Sommige van zijn schapen zijn jong, eenzaam, en verloren. Sommigen zijn uitgeput, ellendig, en versleten. Sommigen horen bij uw gezin, uw buurt, of wonen in de uithoeken van de wereld waar we via vastengaven hulp kunnen verlenen. Sommigen verhongeren. Sommigen hebben een gebrek aan liefde en zorg.

‘Als we zijn schapen aanleiding geven ons te weerstaan, wordt het moeilijk, of zelfs onmogelijk, om ze te hoeden. Niemand kan onderwijzen of helpen met sarcasme of spot. Alleenheerschappij of “Ik ben juist en u bent fout” gaat alle inspanningen om een dwalend schaap te hoeden tenietdoen. Dan ontstaat er een verdedigingsmuur en niemand heeft daar baat bij. […]

‘Onze daden tonen onze liefde. Uitingen van genegenheid zijn hol als onze daden er niet mee overeenstemmen. Al zijn schapen hebben een liefdevolle herder nodig.’ (‘Give with Wisdom That They May Receive with Dignity’, Ensign, november 1981, 91.)

Ons onderwijs verbeteren

Voorzie in tijd om uw cursisten aan het woord te laten. ‘Als de cursisten vertellen wat zij aan het bestuderen zijn, voelen zij niet enkel de Geest en versterken ze hun eigen getuigenis, maar moedigen zij ook de klasgenoten aan de waarheid voor zichzelf te ontdekken. […] Reserveer elke les tijd om de aanwezigen aan het woord te laten – soms zult u merken dat deze besprekingen de kern van de les zijn.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland30.)