Heeft iemand je ooit gevraagd waarom je in bepaalde evangeliewaarheden gelooft? De apostel Petrus moedigde de heiligen aan altijd bereid te zijn om van de waarheid te getuigen, en herinnerde ze aan hun goddelijke erfgoed (zie 1 Petrus 2:9 ; 3:15). In deze les leer je hoe belangrijk het is om een trouw voorbeeld van Jezus Christus te zijn en oefen je om met anderen over je geloof te praten.
De cursisten helpen evangeliewaarheden uit te leggen. Heiligen der Laatste Dagen krijgen vaak vragen over hun geloofsovertuiging. Plan gelegenheden om de cursisten te laten oefenen met het uitleggen van evangeliewaarheden in de klas. Dit biedt cursisten een veilige omgeving waar ze kunnen oefenen met het uitleggen van het evangelie.
Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten thuis bespreken of en wanneer een gezinslid of iemand die ze kennen, werd gevraagd om zijn of haar geloof in Jezus Christus uit te leggen. Laat ze zich afvragen of zij zelf anders zouden hebben geantwoord, en zich erop voorbereiden om daar tijdens de les over te vertellen.
Mogelijke leeractiviteiten
Woorden die volgelingen van Jezus Christus beschrijven
Eén manier om de les te beginnen, is een paar van de volgende vragen met de cursisten te bespreken. Laat ze zich afvragen waarom de Heer verwacht dat zijn heiligen anders zijn dan andere mensen.
Heeft iemand ooit gemerkt dat je dingen anders doet omdat je lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen bent?
Wat zijn je ervaringen daarmee?
Wat vind je ervan dat je anders bent dan veel andere mensen in de wereld?
Denk bij je studie van vandaag na over de vraag waarom en hoe de Heer wil dat zijn volgelingen zich onderscheiden en anders zijn.
Een volk dat God Zich tot zijn eigendom maakte
Lees 1 Petrus 2:9 en ga na hoe Petrus de heiligen in zijn tijd beschreef.
Wat valt je op?
Wat zeggen die woorden over de gevoelens die onze hemelse Vader voor jou heeft?
President Russell M. Nelson heeft gezegd:
Afbeelding
Official portrait of President Russell M. Nelson taken January 2018
Petrus profeteerde in verheffende bewoordingen over onze tijd. Hij noemde de leden van de kerk ‘een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God zich tot zijn eigendom maakte’.
De bijvoeglijke naamwoorden uitverkoren, koninklijk en heilig herkennen we onmiddellijk als verheffende bepalingen. Dat de dienstknechten van de Heer ons een volk dat God zich tot zijn eigendom maakte noemen, is eveneens een compliment van de hoogste orde.
(Russell M. Nelson, ‘Children of the Covenant’, Ensign, mei 1995, 34.)
Hoe voel je je bij het besef dat God je als een speciale, waardevolle schat beschouwt?
Lees 1 Petrus 2:9–12 en ga na hoe je anders kunt zijn dan de wereld.
Wat heb je gevonden?
Hoe kunnen we volgens vers 12 invloed op anderen hebben?
We leren uit deze verzen onder meer het volgende: God wil dat zijn heiligen anders dan de wereld zijn, zodat anderen hun voorbeeld kunnen zien en God verheerlijken.
Denk over de volgende uitspraken na en geef jezelf een cijfer op een schaal van 1–5, waarbij 5 betekent dat je het er helemaal mee eens bent.
1. Anderen herkennen me gemakkelijk als volgeling van Jezus Christus.
2. Als volgeling van Jezus Christus vind ik het prima om anders te zijn dan de rest van de wereld.
De volgende vragen kunnen klassikaal of in kleine groepjes worden besproken.
Waarom is het soms moeilijk om anders te zijn dan de mensen om je heen?
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we ons er goed bij voelen om anders te zijn dan de wereld?
Welke persoonlijke of Schriftuurlijke voorbeelden laten zien hoe anders zijn dan de wereld ertoe heeft geleid dat anderen dichter tot God zijn gekomen?
Bekijk indien beschikbaar de video ‘Unto All the World: Despoina’s Story’ (3:12) of ‘Something Different About Us: Example’ (2:51), op ChurchofJesusChrist.org, om te zien hoe een jongere anderen hielp om nader tot Jezus Christus te komen door anders dan de wereld te zijn.
Wees altijd bereid
Petrus schreef zijn brief in een tijd van hevige vervolging en afvalligheid. In die tijd was het moeilijk om christen te zijn, net zoals het tegenwoordig moeilijk kan zijn om een volgeling van Jezus Christus te zijn. We kunnen anderen echter helpen om de vreugde van het naleven van het evangelie te ervaren als we bereid zijn om te vertellen wat we weten en voelen. Stel aan de hand van de volgende twee uitspraken vast in hoeverre jij er klaar voor bent om anderen over je geloof te vertellen. Gebruik dezelfde schaal van 1–5.
1. Ik wil anderen over mijn geloof in Jezus Christus vertellen en mijn getuigenis geven.
2. Ik weet zeker dat ik mijn geloof kan uitleggen en vragen over het evangelie van Jezus Christus kan beantwoorden.
Lees 1 Petrus 3:14–15 en let op de raad van Petrus om anderen over ons geloof te vertellen.
In plaats van de volgende vraag te stellen, kunt u de cursisten zich laten voorstellen welke korte boodschap ze zouden gebruiken als ze een meme of T-shirt zouden maken op basis van de boodschap van 1 Petrus 3:14–15 .
Hoe zou je de leringen van Petrus in je eigen woorden samenvatten?
Hoe krijg je hoop door Jezus Christus en zijn evangelie?
Vraag de cursisten eventueel naar hun ervaringen met de voorbereidingsactiviteit.
Hoe kan jouw vermogen en bereidheid om over de Heiland en zijn evangelie te praten anderen tot zegen zijn?
Een doeltreffende manier om ‘altijd bereid’ te zijn ( 1 Petrus 3:15) is gewoon te oefenen hoe je kunt reageren op vragen en opmerkingen over je gedrag, overtuigingen of de kerk zelf.
Voor de volgende activiteit kunt u een paar van de volgende vragen op het bord zetten of de cursisten aanmoedigen om andere vragen te bedenken. De cursisten kunnen met een klasgenoot samenwerken en om de beurt op elkaar reageren.
Voordat u de cursisten dit rollenspel laat spelen, kunt u eventueel de raad van president Russell M. Nelson in de sectie ‘Toelichting en achtergrondinformatie’ bespreken, waarin hij uitlegt hoe we doeltreffend op dergelijke vragen kunnen reageren.
Stap 1: Kies ten minste twee van de volgende vragen die je interesseren of schrijf vragen op die je onlangs over je geloof hebt gekregen.
Ik heb mensen horen zeggen: ‘Jezus redt.’ Wat betekent dat?
Waarom mag je volgens jouw kerk geen koffie en thee drinken?
Waarom sta je zo vroeg op om naar een seminarieles te gaan?
Waarom vindt Jezus Christus het belangrijk dat we beschaafde taal gebruiken? Wat maakt dat uit?
Waarom moeten we de sabbatdag heiligen? Is zondag niet gewoon maar een dag?
Stap 2: Bedenk hoe je op de gekozen vragen kunt reageren en schrijf dan voor elke vraag een antwoord. Neem ook in je reactie op hoe je geloof in Jezus Christus en je hoop op Hem je reactie beïnvloeden.
Stap 3: Schrijf op waarom je vindt dat het belangrijk is om je te onderscheiden en met anderen over je geloof in Jezus Christus te spreken. Als je je daar onzeker over voelt, overweeg dan gebedvol hoe je je daarop kunt voorbereiden.
Als de cursisten klaar zijn, laat u enkele vrijwilligers vertellen wat ze tijdens de activiteit dachten. Het kan ook goed uitpakken om enkele bereidwillige cursisten uit te nodigen hun getuigenis te geven van ‘de hoop die in [hen] is’ ( 1 Petrus 3:15) aangaande Jezus Christus en zijn evangelie. Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die zijn besproken.
Toelichting en achtergrondinformatie
1 Petrus 2:9 . In welk opzicht zijn de leringen van Petrus van toepassing op de leden van de kerk in onze bedeling?
President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft uitgelegd in welk opzicht de leringen van Petrus van toepassing zijn op de kerkleden in onze bedeling. Bekijk ‘A Chosen Generation’, op ChurchofJesusChrist.org, vanaf tijdcode 13:47 tot 17:37.
Zuster Becky Craven van het algemeen jongevrouwenpresidium heeft gezegd:
Afbeelding
Sister Rebecca L. Craven, second counselor, Young Women general presidency. Official Portrait as of October 2018.
We verlagen onze normen niet om erbij te horen of iemand een goed gevoel te bezorgen. We zijn discipelen van Jezus Christus, en in die hoedanigheid bouwen we anderen op, verheffen we ze tot een hogere, heiligere plek, waar ook zij grotere zegeningen kunnen genieten. […]
Kunnen anderen duidelijk zien dat wij zijn beeld in ons gelaat hebben ontvangen, en zien ze aan ons gedrag wie wij vertegenwoordigen?
Wij horen ons als verbondsvolk niet aan de rest van de wereld aan te passen. Wij worden een apart volk genoemd, een volk dat God zich tot zijn eigendom maakte ( 1 Petrus 2:9). Wat een compliment! Nu de wereldse trends steeds slechter worden, moeten we er ijverig naar streven standvastig op het pad te blijven dat naar onze Heiland leidt, en meer afstand scheppen tussen ons leven in het verbond en wereldse invloeden.
(Becky Craven, ‘Nauwgezet versus nonchalant’, Liahona, mei 2019, 10.)
Hoe kan ik me voorbereiden en doeltreffend reageren als iemand naar mijn geloofsovertuiging vraagt?
President Russell M. Nelson heeft gezegd:
Afbeelding
Official portrait of President Russell M. Nelson taken January 2018
Als volgeling van Jezus Christus kunt u allemaal in overeenstemming met zijn leringen leven. U kunt allemaal ‘een zuiver hart en reine handen hebben’; u kunt ‘het beeld van God […] in uw gelaat’ gegrift hebben. Andere mensen zullen uw goede werken zien. Het licht van de Heer kan uit uw ogen stralen. Met die uitstraling kunt u zich maar beter op vragen voorbereiden. De apostel Petrus heeft deze raad gegeven: ‘Wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is’ ( 1 Petrus 3:15).
Laat uw reactie hartelijk en vreugdevol zijn. En laat uw reactie op die persoon zijn afgestemd. Vergeet niet dat hij of zij ook een kind van God is, van de God die graag wil dat die persoon op een dag voor het eeuwige leven in aanmerking komt en bij Hem terugkeert. Misschien bent u nu juist de persoon die de deur kunt opendoen naar zijn of haar eeuwig heil en zijn of haar begrip van de leer van Christus.
(Russell M. Nelson, ‘Wees een voorbeeld voor de gelovigen’, Liahona, november 2010, 48.)
Wat moet ik doen als ik me voor mijn overtuiging schaam?
In de video ‘Durf alleen te staan’ (4:20), op ChurchofJesusChrist.org, vertelt president Thomas S. Monson (1927–2018) een verhaal uit zijn militaire training over de moed om pal te staan voor zijn overtuigingen, zelfs toen hij zich alleen voelde.
U kunt de cursisten een paar kleine stenen laten zien. Vraag de cursisten wat de stenen te maken hebben met wat Petrus in 1 Petrus 2:5–8 onderwees. Vraag ze wie volgens hen de ‘hoeksteen’ is (zie Efeze 2:19–20) en hoe ze Hem als ‘levende stenen’ ( 1 Petrus 2:5) in de wereld kunnen vertegenwoordigen. Merk op dat het woord levende leven in hogere zin aangeeft, levendig en energiek, net zoals levend water stromend en geen stilstaand water is. U kunt de cursisten ook vragen om te bespreken waarom het belangrijk is om hun leven op de Heiland te bouwen in hun streven ‘altijd bereid’ te zijn ( 1 Petrus 3:15) om anderen over het evangelie te vertellen.
