Mattheüs 3:1–12; Markus 1:1–8

Stel je voor dat je op een belangrijke reis gaat en er obstakels op je weg liggen. Wat zou je doen? Zou je rechtsomkeert maken? Zou je proberen om eroverheen of erlangs te gaan? Zou je proberen de obstakels te verwijderen voor degenen die na jou komen? Stel je voor dat je ontdekt dat iemand die voor jou kwam al veel van de moeilijkste obstakels heeft verwijderd.

• Hoe zou je je voelen ten opzichte van diegenen die de weg voor jou hebben vrijgemaakt?

Vandaag leer je over Johannes de Doper. Het was zijn zending om mensen voor te bereiden de Heiland aan te nemen en te volgen (zie Lukas 1:17).

• Wie heeft jou geholpen met de weg vrijmaken zodat je de Heiland kon aannemen en volgen?

• Wie maakt momenteel de weg vrij voor de Heiland, zodat Hij meer in jouw leven aanwezig kan zijn?

• Wat heeft jou geholpen om de Heiland aan te nemen en te volgen?

Denk tijdens deze les na over de obstakels die jou en anderen nog in de weg staan, waardoor je Hem niet volledig kunt aannemen en volgen. Bedenk ook wat je zou kunnen doen om deze obstakels te overwinnen.

Markus begon zijn evangelie met het verhaal van Johannes de Doper. Markus was geen apostel van Jezus Christus zoals Mattheüs en Johannes dat wel waren. Hij was pas later bekeerd. Markus heeft zijn evangelie mogelijk onder regie van de apostel Petrus geschreven. Markus schrijft zijn evangelie aan andere volken en legt meer nadruk op de daden van de Heiland dan op zijn woorden.

Lees Markus 1:1–8 en onderzoek hoe Johannes de Doper anderen hielp om zich voor te bereiden op het aannemen en volgen van Jezus Christus.

Vaak is het goed voor je leerproces om in verschillende Schriftuurlijke verslagen over dezelfde gebeurtenis te lezen. Lees Mattheüs 3:7–12 en zoek daarin naar meer details over de bediening van Johannes de Doper. In de tijd van de Heiland waren veel Israëlieten uit het verbondsvolk bijzonder hoogmoedig geworden, en hadden ze zich van de leringen van Jehova afgekeerd. Sommigen geloofden dat het alleen al voldoende was dat ze een afstammeling van Abraham waren, waarmee ze automatisch zouden zijn verlost (zie Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 3:36 en Lukas 3:8 ).

• Op welke manier hielp Johannes de Doper de mensen bij hun voorbereiding op het aannemen en volgen van de Heiland?

• Welke inzichten heb je nog meer gekregen door het verhaal van Johannes de Doper ook vanuit het perspectief van Mattheüs te bestuderen?

• Welke bewijzen heb jij in onze tijd ontdekt voor het feit dat onze hemelse Vader nog steeds probeert om mensen voor te bereiden op het aannemen en volgen van de Heiland?

Voltooi een van de volgende opdrachten. Denk na over manieren om de Heiland zelf nog vollediger aan te nemen en te volgen, en help anderen met hun voorbereiding om dit ook te doen.

Schrijf ervaringen op in je studiedagboek die je hebben geholpen om de Heiland aan te nemen en te volgen, en denk hierover na. Eventueel kun je hier ook dingen aan toevoegen die ervoor hebben gezorgd dat jij in Jezus Christus bent gaan geloven en waardoor jij vastberaden bent om naar zijn leringen te leven. Beantwoord vervolgens deze vragen:

• Waartoe kan onze hemelse Vader jou aanzetten om Jezus Christus in de toekomst nog meer aan te nemen en te volgen?

• Wat zou jij zelf kunnen doen om anderen te helpen Jezus Christus aan te nemen en te volgen?

Bedenk wat je in de meest recente algemene conferentie hebt geleerd. Kijk zo mogelijk naar één of twee algemene conferenties, waarbij je zoekt naar boodschappen die je kunnen helpen om Jezus Christus nog vollediger aan te nemen en te volgen.

• Wat hebben de hedendaagse profeten je geleerd waardoor je de Heiland nog vollediger kunt aannemen en volgen?

• Hoe kun je deze leringen toepassen in je dagelijks leven, of ze met anderen delen?

Gebruik de Schriften om beter te begrijpen hoe anderen ertoe zijn gekomen om Jezus Christus aan te nemen en te volgen. Je kunt voorbeelden in het Boek van Mormon bestuderen zoals Enos 1:2–8 ; Mosiah 5:1–2, 5 ; Alma 22:17–18, 22–23 ; of Helaman 5:28–30, 40–42 .

• Wat heb je geleerd van de Schriftteksten die je hebt bestudeerd?

• Hoe kunnen deze inzichten jou of anderen helpen om de Heiland nog vollediger aan te nemen en te volgen?

Markus (ook wel Johannes Markus genoemd) was niet een van de oorspronkelijke discipelen van Jezus Christus. Hij kwam later tot bekering en werkte samen met veel van de apostelen van de Heiland. Petrus noemde hem ‘Markus, mijn zoon’ ( 1 Petrus 5:13), waaruit hun nauwe band blijkt. Markus schreef zijn korte evangelie waarschijnlijk aan de Romeinen, andere niet-Joden, en mensen die net tot het christendom bekeerd waren. Markus vergezelde Paulus ook enige tijd op diens eerste zendingsreis (zie Handelingen 12:25).

Het evangelie van Markus begint plotseling en drastisch, en heeft een vlot tempo, de gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Markus gebruikt herhaaldelijk woorden als meteen, die een gevoel van tempo en actie geven.Onder de belangrijke onderwerpen in Markus bevinden zich de vragen wie Jezus was en wie zijn identiteit begreep, evenals de rol van de discipelen om hun ‘kruis op [te] nemen en [Jezus] te volgen’ ( Markus 8:34). Daarnaast is Markus het enige evangelie waarin de gelijkenis van het zaad wordt verteld (zie Markus 4:26–27), en waarin de genezing van een dove (zie Markus 7:31–37) en de geleidelijke genezing van een blinde (zie Markus 8:22–26) voorkomen.

Johannes de Doper verklaarde dat hij zou dopen met water, maar dat Jezus zou ‘dopen […] met de Heilige Geest’ ( Markus 1:8). Deze doop met de Heilige Geest en met vuur verwijst naar het resultaat van de bevestiging na de doop en vervolgens het gezelschap van de Heilige Geest ontvangen. Vervolgens worden wij door de Heilige Geest gereinigd en geheiligd, net als vuur ook een reinigend en heiligend effect heeft.

De Farizeeën behoorden tot een joodse godsdienstige sekte. Zij gingen prat op hun strikte naleving van de wet van Mozes. Godsdienst bestond voor hen voornamelijk uit allerlei ceremoniële gedragingen. De Sadduceeën behoorden tot een gegoede Joodse klasse met grote godsdienstige en politieke invloed. Ze geloofden niet in de opstanding. Beide groeperingen waren van de oorspronkelijke bedoeling van Gods wetten afgedwaald. Velen van hen wilden de boodschap van Gods profeet, Johannes de Doper, niet aannemen.

(Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Nieuwe Testament 2019, 19.)

De ‘wan’ waarvan sprake is in Mattheüs 3:12 is een platte, gevlochten mand waarmee graankorrels in de lucht werden gegooid. […] De tarwekorrels vielen terug op de grond terwijl de wind het lichtere kaf wegblies. De tarwe werd dan in een schuur of voorraadhuis samengebracht en het kaf werd verbrand. Johannes heeft gezegd dat de Heiland, die na hem zou komen, de gelovigen van de ongelovigen zou scheiden zoals de tarwe van het kaf gescheiden wordt.

(New Testament Student Manual [2018], ChurchofJesusChrist.org.)