Studiewijzers
Nephi, zoon van Nephi, zoon van Helaman


Nephi, zoon van Nephi, zoon van Helaman

Een van de twaalf Nephitische discipelen uit het Boek van Mormon, uitgekozen door Jezus Christus na diens opstanding (3 Ne. 1:2–3; 19:4). Deze profeet zendt een machtig gebed op tot de Heer voor zijn volk. Nephi hoort de stem van de Heer (3 Ne. 1:11–14). Hij ontvangt engelenbezoek, werpt duivels uit, wekt zijn broer op uit de doden en geeft een getuigenis dat door niemand in twijfel kan worden getrokken (3 Ne. 7:15–19; 19:4). Nephi houdt de Schriftuurlijke kroniek bij (3 Ne. 1:2–3).

Het boek 3 Nephi

Een boek in het Boek van Mormon, geschreven door Nephi, de zoon van Nephi. In de hoofdstukken 1–10 wordt de vervulling getoond van de profetieën over de komst van de Heer. Het teken van Christus’ geboorte wordt gegeven; de mensen bekeren zich; maar zij keren tot hun goddeloosheid terug. Ten slotte geven orkanen, aardbevingen, hevige stormen en grote verwoestingen de dood van Christus aan. De hoofdstukken 11–28 bevatten het verslag van Christus’ bezoek aan Amerika. Dit is het hoogtepunt van het boek 3 Nephi. Veel van Christus’ woorden zijn min of meer identiek aan hetgeen in de Bijbel opgetekend staat (bijvoorbeeld Matt. 5–7 en 3 Ne. 12–14). De hoofdstukken 29–30 bevatten Mormons woorden aan de volken in de laatste dagen.

Het boek 4 Nephi

Hoewel dit boek slechts 49 verzen telt, alle in één hoofdstuk, behandelt het toch een periode van bijna 300 jaar in de geschiedenis van de Nephieten (34–321 n.C.). Schrijvers van verschillende generaties, onder wie Nephi, hebben tot de kroniek bijgedragen. De verzen 1–19 vermelden dat na het bezoek van Christus alle Nephieten en Lamanieten zich tot het evangelie bekeerden. Er heerste vrede, liefde en eensgezindheid. De drie Nephitische discipelen, die van Christus toestemming hadden gekregen om op aarde te blijven tot zijn wederkomst (3 Ne. 28:4–9), dienden het volk. Nephi werd als kroniekschrijver door zijn zoon Amos opgevolgd. De verzen 19–47 vormen een verslag van de bediening van Amos (84 jaar) en die van zijn zoon Amos (112 jaar). In het jaar 201 n.C. is hun hoogmoed de oorzaak van problemen onder de Nephieten. Zij verdelen zich in standen en stichten uit winstbejag valse kerken (4 Ne. 1:24–34).

De slotverzen van 4 Nephi laten zien dat de mensen weer tot goddeloosheid vervallen (4 Ne. 1:35–49). In 305 n.C. sterft Amos, de zoon van Amos, waarna zijn broer Ammaron de heilige kronieken veiligstelt door ze te verbergen. Later draagt hij ze over aan Mormon, die veel gebeurtenissen uit zijn eigen leven optekent en de platen vervolgens samenvat (Mrm. 1:2–4).