2010–2019
Vertrouw onwankelbaar op God
April 2017


Vertrouw onwankelbaar op God

Als we standvastig en onwankelbaar in ons geloof zijn, zal de Heer ons de kracht schenken om boven de moeilijkheden van het leven uit te stijgen.

Geliefde broeders en zusters, ik wil eerst tot u getuigen dat ik weet dat president Thomas S. Monson de profeet van God in deze tijd is. Zijn raadgevers in het Eerste Presidium en de twaalf apostelen zijn eveneens profeten, zieners en openbaarders. Zij vertegenwoordigen de Heer Jezus Christus. Zij hebben het recht om zijn zin en wil bekend te maken, die aan hen worden geopenbaard. Ik getuig dat er veiligheid schuilt in het opvolgen van hun raad. De Heer inspireert hen ons aan te sporen om ons geloof in onze hemelse Vader, in zijn Zoon, Jezus Christus, en in zijn verzoening te vergroten. Dan wankelen we niet als we met de moeilijkheden van deze tijd te maken krijgen.

In het Boek van Mormon lezen we over een man die Ammon heette. Hij werd van het land Zarahemla naar het land Lehi-Nephi gezonden om naar zijn broeders navraag te doen. Daar trof hij koning Limhi en zijn volk aan. Zij werden door de Lamanieten geknecht. Koning Limhi vatte moed uit wat Ammon hem mededeelde over zijn volk in Zarahemla. Zijn hart raakte vervuld met grote hoop en vreugde. Hij riep zijn volk daarop bij de tempel bijeen en zei:

‘Daarom, heft uw hoofd op en verheugt u en stelt uw vertrouwen in God. […]

‘Indien gij u tot de Heer wendt met een volmaakt voornemen des harten […] en Hem met alle ijver van uw verstand dient, […] zal Hij u, naar zijn eigen wil en welbehagen, uit uw knechtschap verlossen.’1

De woorden van Ammon zetten het volk van Koning Limhi tot groot geloof aan. Zij sloten zelfs een verbond met God dat zij Hem zouden dienen en zijn geboden onderhouden, ondanks hun moeilijke omstandigheden. Dankzij hun geloof wisten ze een plan te smeden om aan de Lamanieten te ontkomen.2

Broeders en zusters, let eens op de uitnodiging van koning Limhi aan zijn volk en hoe belangrijk die ook voor ons is. Hij zei: ‘Heft uw hoofd op en verheugt u en stelt uw vertrouwen in God.’ Met die woorden nodigde Limhi zijn volk uit om de toekomst met een gelovig oog te bezien; om hun vrees door het optimisme van hoop voortkomend uit geloof te vervangen; om niet te wankelen en hun vertrouwen in God te stellen, ongeacht hun omstandigheden.

Het aardse leven is een proeftijd. We worden beproefd om te zien of we alles zullen doen wat de Heer, onze God, ons zal gebieden.3 Dat vereist onwankelbaar geloof in Christus, ook in zeer moeilijke tijden. Dat vereist dat we met standvastig geloof in Christus voorwaarts streven, door de Geest geleid worden en erop vertrouwen dat God in onze behoeften zal voorzien.4

Aan het eind van zijn sterfelijke bediening, net voordat Hij als gevangene werd weggevoerd, leerde de Heiland zijn discipelen: ‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’5

Sta hier met mij eens bij stil: Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van de Vader, heeft een zondeloos leven geleid. Hij heeft alle verleidingen, pijnen, moeilijkheden en benauwingen van de wereld overwonnen. Hij heeft druppels bloed in Gethsémané vergoten. Hij heeft verschrikkelijke, onnoemelijke pijn geleden. Hij heeft al onze pijnen en ziekten op Zich genomen. Hij staat klaar om te helpen, om ieder van ons te helpen, wat onze last ook is. Door zijn leven, lijden, dood en opstanding heeft Hij elke belemmering van onze vreugde en vrede op deze aarde weggenomen. De zegeningen van zijn zoenoffer staan allen ter beschikking die Hem aannemen en zichzelf verloochenen — ja, allen die hun kruis opnemen en Hem als een ware discipel volgen.6 Oefenen wij dus geloof in Jezus Christus en in zijn verzoening, dan zullen wij kracht ontvangen. Onze lasten worden lichter en door Hem zullen wij de wereld overwinnen.

Broeders en zusters, als we de kracht en hoop overdenken die we van de Heiland kunnen ontvangen, hebben we zeker reden om ons hoofd op te heffen, ons te verheugen en in geloof voorwaarts te streven, zonder te twijfelen, want ‘wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. […] Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen.’7

Koning Limhi gaf een vergelijkbare aansporing: ‘Indien gij u tot de Heer wendt […] en Hem met alle ijver van uw verstand dient — als gij dat doet, zal Hij u, naar zijn eigen wil en welbehagen, uit uw knechtschap verlossen.’8

Luister naar de indringende woorden van de Heiland zelf:

‘Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. […]

‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. […]

‘Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.’9

God zegent ons naar ons geloof.10 Geloof is de bron van leven met een goddelijk doel en eeuwig perspectief. Geloof is een praktisch beginsel dat ons tot ijver aanspoort. Het is een essentiële, levende kracht die tot uiting komt in onze positieve houding en ons verlangen om alles te doen wat God en Jezus Christus van ons vragen. Het brengt ons op onze knieën om leiding van de Heer af te smeken en op te staan om met vertrouwen zijn wil ten uitvoer te brengen.

Jaren geleden toen ik als zendingspresident werkzaam was, kreeg ik een telefoontje van de ouders van een van onze geliefde zendelingen. Ze lieten me weten dat zijn jongere zus overleden was. Ik zie die zendeling, op dat gevoelige moment, nog voor me. Ik sprak met hem over Gods geweldige heilsplan voor zijn kinderen en dat die kennis hem troost zou bieden.

Hoewel hij geschokt en aangeslagen was door die tegenslag, verheugde die zendeling zich. Hij verheugde zich — door zijn tranen heen en met geloof in God — in het leven van zijn zus. Hij uitte onwankelbaar vertrouwen in de tedere barmhartigheden van de Heer. Hij vertelde me vastbesloten dat hij zijn zending met alle geloof en ijver wilde vervolgen. Hij wilde de beloften van God voor hem en zijn familie op die manier waardig zijn. In die tijd van nood wendde die trouwe zendeling zijn hart tot God. Hij stelde al zijn vertrouwen op Hem, en hernieuwde zijn belofte om de Heer met geloof en met alle ijver te dienen.

Broeders en zusters, we moeten standvastig vertrouwen op God en diep in ons hart verlangen Hem te dienen. Anders kunnen de pijnlijke ervaringen van het leven ons het gevoel geven dat de last te zwaar is. We kunnen dan ook de motivatie verliezen om het evangelie volledig na te leven. Zonder geloof raken we uiteindelijk het vermogen kwijt om die plannen van onze God met betrekking tot ons latere leven te zien.11

Op die momenten van beproeving probeert de tegenstander — die altijd op een kans loert — onze logica en ons redeneervermogen tegen ons te gebruiken. Hij wil ons overtuigen dat het zinloos is om de beginselen van het evangelie na te leven. Bedenk alstublieft dat de logica van de natuurlijke mens ‘de dingen van de Geest van God niet aan[neemt], want ze zijn dwaasheid voor hem’.12 Bedenk ook: Satan ‘is een vijand van God en [hij] strijdt voortdurend tegen Hem, en nodigt uit en verlokt [ons] tot zonde en om voortdurend te doen wat kwaad is.’13 We moeten hem niet de kans geven ons te misleiden. Doen we dat wel, dan wankelen we in ons geloof en verliezen we het vermogen om Gods zegeningen deelachtig te worden.

Als we standvastig en onwankelbaar in ons geloof zijn, zal de Heer ons de kracht schenken om boven de moeilijkheden van het leven uit te stijgen. We zullen negatieve impulsen de kop in kunnen drukken en leren zelfs ogenschijnlijk overweldigende obstakels het hoofd te bieden. Hierdoor wist ook het volk van koning Limhi op spectaculaire wijze aan hun Lamanitische knechtschap te ontkomen.

Broeders en zusters, ik nodig u uit om al uw vertrouwen op Hem en in de leringen van zijn profeten te stellen. Ik nodig u uit om uw verbonden met God te hernieuwen. Dien Hem met geheel uw hart, hoe ingewikkeld uw leven ook mag zijn. Ik getuig dat u door de kracht van uw onwankelbare geloof in Christus uit de knechtschap van zonde, twijfel, ongeloof, onvrede en leed bevrijd zult worden. U zult alle beloofde zegeningen van onze liefdevolle hemelse Vader ontvangen.

Ik getuig dat God werkelijk bestaat. Hij leeft. Hij houdt van ons. Hij luistert naar onze gebeden in onze momenten van geluk en in onze momenten van twijfel, verdriet en wanhoop. Ik getuig dat Jezus Christus de Heiland van de wereld is. Hij is de Verlosser.

Ik besluit mijn toespraak met de woorden van de lofzang ‘Niet nu, maar in de toekomst eens’, die in het Portugese zangboek staat:

Als wolken een schaduw werpen over ons gemoed,

Als pijn ons raakt, deert dat ons niet; dra zien wij wie Gij zijt en wat Gij doet.

Jezus leidt ons met zijn hand, Hij geeft de reden aan;

Luist’ren wij oplettend naar zijn stem, dan zullen wij Hem eens verstaan.

Vertrouw onwankelbaar op God, steun op Hem zonder gemaar;

Bezing zijn glorie eindeloos, want later zien wij alles klaar.14

Dat zeg ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.