2005
Een bespreking van schriftstudie: een interview met ouderling Henry B. Eyring
Juli 2005


Een bespreking van schriftstudie: een interview met ouderling Henry B. Eyring

Ouderling Henry B. Eyring van het Quorum der Twaalf Apostelen behandelt het belang van schriftstudie voor onze persoonlijke geestelijke groei.

Wat hebt u persoonlijk aan schriftstudie gehad?

Ouderling Eyring: Al mijn hele leven lang zijn de Schriften een manier geweest waarop God mij zaken heeft geopenbaard die persoonlijk en nuttig waren. Toen ik nog erg jong was, kreeg ik een kleine bijbel. Als ik het me goed herinner, was het alleen het Nieuwe Testament. Om de een of andere reden sprak 1 Korintiërs 13, over naastenliefde, me erg aan. Op de een of andere manier wist ik als kind al dat dit hoofdstuk over het gezin ging dat ik eens zou hebben. Jaren later, nog voordat ik trouwde, kreeg ik een patriarchale zegen. In die zegen beschreef de patriarch het gevoel dat ik in mijn eigen gezin zou hebben. Hij beschreef precies wat ik jaren eerder had gevoeld bij het lezen van 1 Korintiërs 13.

Zelfs toen ik nog jong was, waren de Schriften een van de manieren waarop God tot mij sprak over mijn behoeften, mijn situatie en mijn leven. En dat zijn ze nog steeds. Daar onze behoeften gedurende ons leven geregeld veranderen, heeft God ons op verschillende momenten andere dingen te vertellen.

Soms zoek ik leerstellingen op in de Schriften. Soms zoek ik instructie in de Schriften. Ik ga dan uit van een vraag, en die vraag is meestal ‘Wat wil God dat ik doe?’ of ‘Hoe wil God dat ik erover denk?’. Ik kom altijd op nieuwe denkbeelden — gedachten die ik nooit eerder heb gehad. En ik krijg inspiratie, instructie en antwoorden op mijn vragen.

Waarom zouden we geregeld in het Boek van Mormon moeten lezen?

Ouderling Eyring: Het Boek van Mormon is eveneens een testament aangaande Jezus Christus en als we het lezen, leren we over Hem. Wij weten dat het een krachtige uitwerking heeft. Het kan levens veranderen. Het kan mensen tot bekering brengen. Als u bij het lezen ervan uw hart openstelt, zult u te weten komen dat het ’t woord van God is, en dat het waar is.

Door middel van het Boek van Mormon kan de Heer ons ook leren om met mensen om te gaan en hen te dienen. Dit boek onthult de wil van de Heer inzake het gezinsleven op een manier waar andere Schriften niet aan kunnen tippen. Ik denk dat dit vooral komt door de interessante structuur. Het gaat over families en over intermenselijke relaties. Het begint met families en eindigt met families, en we gaan die families waarderen.

Een andere reden om het geregeld te bestuderen, tenminste voor mij, is dat ik het Boek van Mormon op een willekeurige pagina kan openslaan, erin lezen, en de Heilige Geest getuigt tot mij dat dit het woord van God is. Ik weet dat het de Heer is die daar spreekt. Ik weet dat het Boek van Mormon is wat het beweert te zijn.

Wat hebt u gedaan om uw eigen schriftstudie zinvol te maken?

Ouderling Eyring: Toen ik lid werd van het Quorum der Twaalf Apostelen, stelde ouderling Richard G. Scott voor dat ik een goedkope set Schriften zou kopen om de inzichten en openbaringen die ik in mijn nieuwe roeping kreeg te noteren. Dat deed ik. Maar ik ging nog wat verder.

Ik vroeg mijn hemelse Vader wat Hij wilde dat ik als apostel deed. Ik schreef op wat ik voelde dat zijn antwoorden waren. Ik typte die antwoorden, gaf ze kleurcodes en plakte ze vooraan in mijn Schriften. Een voorbeeld: de eerste was ‘Ik moet een getuige zijn van het feit dat Christus de Zoon van God is.’ Vervolgens las ik in de Schriften, op zoek naar denkbeelden waarvan ik kon leren hoe ik moest getuigen dat Christus de Zoon van God is. Elke keer als ik iets tegenkwam, maakte ik het blauw. Al gauw had ik mijn eigen thematisch register van wat de Heer volgens mij van me verwachtte. Ik heb daardoor heel veel geleerd.

Het is echt goed om u tot de Schriften te wenden om erachter te komen wat u moet doen. De Heer kan ons wat leren. Als we een crisis doormaken, als we bijvoorbeeld een kind of een partner verloren hebben, zouden we in de Schriften naar relevante hulp moeten zoeken. We vinden alle antwoorden in de Schriften. De Heer lijkt al onze problemen en behoeften al voorzien te hebben, en Hij heeft ons in de Schriften hulp geboden — maar we moeten er wel naar zoeken.

Hoe kunnen heiligen der laatste dagen van schriftstudie een prioriteit maken?

Ouderling Eyring: De enige manier om er zeker van te zijn dat een druk schema schriftstudie niet uitsluit, is een vaste tijd te nemen voor het bestuderen van de Schriften. Ik heb gemerkt dat ik aan het begin en aan het eind van de dag tijd heb. Dat zijn tijden die ik over het algemeen zelf indeel. Daarom lees ik al sinds mijn jeugd aan het begin en aan het eind van de dag in de Schriften. Door die aanpak had ik het Boek van Mormon al voor mijn achttiende vele malen gelezen.

Als ik me in situaties bevind waarin ik me niet aan dat schema kan houden, dan vind ik dat moeilijk. Als je eenmaal gewend bent aan regelmatige schriftstudie, ga je het missen als je er niet aan toekomt. Het is net als voedsel — je hebt het nodig. Ik weet dat ik de Schriften net zo hard nodig heb als voedsel. Ik sla geen regelmatige maaltijd over, en ik sla geen regelmatige schriftstudie over.

Welke rol spelen vasten en bidden bij schriftstudie?

Ouderling Eyring: We moeten tijdens de vasten vragen of we iets mogen leren. We zouden nederig en gretig als een kind moeten zijn. Als we dat doen, dan vasten we goed. Als we alleen maar maaltijden overslaan, dan is dat niet hetzelfde.

Datzelfde geldt ook voor de Schriften. Die moeten we nederig en gretig benaderen, net als onze vasten. Als ik me tot de Schriften wend met de wens om iets te leren, dan helpt het enorm om bovendien te vasten.

Een voorbeeld. Vlak voor de algemene conferentie vast ik om erachter te komen waarover ik van de Heer moet spreken. Ik kan pas een conferentietoespraak opstellen als ik weet wat Hij wil. Door vasten kan ik me concentreren op dat ene wat de Heer wil dat ik weet. En die concentratie helpt ook bij het lezen van de Schriften. Bij schriftstudie werken vasten en bidden samen om het de Heer makkelijker te maken ons iets te leren.

Hoe kunnen ouders hun kinderen liefde voor de Schriften bijbrengen?

Ouderling Eyring: Wij hebben allemaal onze eigen ervaringen en successen met gezamenlijke schriftstudie. Vooral als onze kinderen eenmaal in de tienerleeftijd zijn, kan het lastig zijn. Als ze klein zijn, is het makkelijker om ze bijeen te vergaderen en samen de Schriften te lezen. Worden ze een beetje ouder, dan kan het soms moeilijker worden. Ik weet dat veel gezinnen met veel succes hun kinderen erg vroeg op laten staan om samen in de Schriften te lezen, en dat ze er ’s avonds in lezen. Maar er zijn veel mogelijkheden.

Voor mij, en ik denk dat mijn zes kinderen het daarmee eens zouden zijn, werkt gezamenlijke schriftstudie alleen maar als je van de Schriften houdt en zij dat weten. En dan werkt elk schema dat u hebt ingesteld. Als schriftstudie voor u of voor hen geforceerd is, als uw kinderen zich onder druk gezet voelen, of u houdt zelf niet van de Schriften, dan heeft schriftstudie lang niet zo’n krachtige uitwerking.

Het is belangrijk dat als u samen in de Schriften leest, u uw kinderen duidelijk maakt dat u ze mee laat doen omdat u van ze houdt. Dat samen lezen kan echter in hun tienerjaren verwateren. Tieners kunnen dan zeggen: ‘Ik lees liever zelf.’ Ik zou zeggen dat dit eerder een overwinning dan een nederlaag is. Uw kind zegt misschien: ‘Als ik alleen ben, haal ik er iets uit dat ik niet krijg als we het allemaal samen doen.’ Zie het als een teken dat schriftstudie in het hart van uw tiener geworteld begint te raken. Het voornaamste doel is dat we van de Schriften gaan houden en er vreugde in vinden, of we dat nu alleen doen of samen.

U moet realistisch zijn. Laat tieners weten dat u van ze houdt. Maak ze duidelijk dat u van de Schriften houdt. Maar als ze liever in hun eigen kamer lezen, laat ze dan maar. Ze vinden dan hun eigen manier van lezen en gaan van de Schriften houden.

Ik ben gezegend met een vrouw die erg van de Schriften houdt. Als ik haar vraag: ‘Wat wil je doen?’, zegt ze ‘O, in de Schriften lezen.’ Ik denk dat onze kinderen wel hebben aangevoeld dat het voor ons geen last was om de Schriften te lezen — het was een plezier.

Hoe kunnen jonge mensen door het seminarie van de Schriften gaan houden?

Ouderling Eyring: Ik was een aantal jaren commissaris van onderwijs voor de kerk en heb gezien dat het seminarie drie fantastische dingen tot stand kan brengen. Ten eerste brengt het jonge mensen met dezelfde waarden bij elkaar. Jongeren gaan graag om met mensen die over hun geloof spreken en van de Schriften houden. Ten tweede brengt het jongeren samen met een leerkracht die een getuigenis heeft, en zij kunnen het vuur in zijn getuigenis voelen als hij dat geeft. Ten derde zorgt het seminarie ervoor dat jongeren zich met de Schriften gaan bezighouden.

Seminarieleerkrachten hebben allerlei methodes geprobeerd: tekstenjachten, taken en tekstenbeheersing. Het succes varieert van leerling tot leerling, maar als het seminarie werkt, is dat omdat de leerkracht een getuigenis bezit en liefde voor de jonge mensen heeft.

Waarom is het belangrijk dat wij als leerkracht in onze eigen wijk of gemeente het goedgekeurde leerplan volgen?

Ouderling Eyring: Het leerplan van de kerk is gebaseerd op de Schriften, dus een leerkracht die zich aan het leerplan houdt, brengt de leerlingen ertoe om zich met de Schriften bezig te gaan houden. De beste leerkrachten die ik ken, behandelen tijdens de klassikale bespreking een tekst die inspeelt op de behoefte of interesse van een leerling die net wat gezegd heeft. Dat heeft een uiterst krachtige uitwerking. Het is een fantastisch moment wanneer een jongere ervaart dat zijn leerkracht de Schriften op een heel persoonlijke manier gebruikt om iets te verduidelijken of ergens mee te helpen.

Ik heb samengewerkt met een geweldige hoogleraar aan Ricks College (nu de Brigham Young University—Idaho). Ik zei wel eens tegen hem: ‘Hoe weet je die teksten toch te vinden?’ Ik wilde net als hij de teksten zonder meer tot mijn beschikking hebben. Ik kon dat met enkele teksten, maar hij kon het met heel veel. Het is een grote zegen als de Heer precies de tekst uit het geheugen van een leerkracht pakt die een leerling voorthelpt.

Bedenk dat een korte tekst meer indruk kan maken dan een lange. Met een korte tekst kunt u meteen reageren op de vraag of interesse van iemand in de klas. Dat heeft een krachtige uitwerking, want zo leren de leerlingen aan de hand van een voorbeeld. Dat zegt hen: ‘Op een dag kun je, als je een probleem hebt, het antwoord in de Schriften vinden.’

Wat is de rol van de Heilige Geest in evangeliestudie?

Ouderling Eyring: De Heilige Geest bevestigt tijdens het lezen het woord van God. Als die bevestiging vaak wordt herhaald, sterkt dat ons geloof. En door geloof overwinnen we hindernissen en weerstaan we verleiding.

Ik heb lesgegeven aan diakenen. Ik ben assistent-scoutleider geweest. Ik merkte dat als de jongens rusteloos werden, ik alleen maar even een paar schriftteksten hoefde voor te lezen. Voorlezen van het woord van God heeft een rustgevende uitwerking op een klas. De woorden van de tekst brengen de Heilige Geest met zich mee. En je kunt het verschil voelen. Dus zou ik tegen leerkrachten zeggen: als u wat moeite hebt met rumoer in de klas, zoek dan een aanleiding om een schrifttekst voor te lezen of een van de leerlingen er een voor te laten lezen. Dat heeft een kalmerende uitwerking omdat het de Geest uitnodigt.

Wat mogen we verwachten als we consequent de Schriften bestuderen?

Ouderling Eyring: Als u zich echt in de Schriften gaat verheugen, merkt u na enige tijd dat ze een deel van u worden. Ik herinner me dat dit het geval was met ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf, die de Schriften beter kende dan ieder ander die ik ken. Soms luisterde ik naar hem en dacht: ‘Citeert hij nu de Schriften, of zijn dit zijn eigen woorden?’

Met president Gordon B. Hinckley vergaat het mij net zo. Zijn omgangstaal is schriftuurlijke proza. En zelfs op zijn prettige, ontspannen momenten is die proza een deel van hem. Ik denk dat hij een grote literaire gave heeft, wat deels door zijn kennis van de Schriften komt. Onlangs nog haalde hij terloops een tekst aan die perfect in het gesprek paste. Het is duidelijk dat hij de Schriften in gedachten heeft, dat ze een deel van hem zijn.

Wij kunnen allemaal dromen van de dag dat het woord Gods zo’n groot deel van ons is dat de Heer er gebruik van kan maken en wij kunnen leren denken zoals Hij. En op die manier kunnen wij tot Hem komen.

Interview afgenomen door LaRene Porter Gaunt van de kerkelijke tijdschriften.