2005
Hij geneest de verbrokenen van hart
Juli 2005


BOODSCHAP VAN HET EERSTE PRESIDIUM

Hij geneest de verbrokenen van hart

Ik wil u verzekeren dat er een probaat middel is tegen hartzeer, teleurstelling, kwelling, smart en wanhoop. De psalmist heeft geschreven: ‘Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden.’1 Die genezing is een hemels wonder, en die wonden zijn het gezamenlijk lot van alle mensen. Shakespeare heeft gezegd: ‘Alleen hij schimpt over littekens die zelf nooit een wond heeft gevoeld.’2 Het lijkt erop dat niemand ontkomt aan de moeilijkheden, problemen en teleurstellingen van deze wereld.

In de huidige overbelaste samenleving lijken enkele middelen die voor onze ouders heilzaam waren voor ons niet te werken. Steeds minder mensen kunnen stress verminderen door met hun handen arbeid te verrichten en de grond te bewerken. De toenemende eisen, de verscheidenheid aan invloeden, de verleidende verkooppraatjes, de lawaaicultuur en de verstrengeling van veel persoonlijke relaties kunnen ons gemoed beroven van de rust die het nodig heeft om te functioneren en overleven. Onze haast om aan de niet-aflatende eisen van de klok te voldoen, knaagt aan onze gemoedsrust. De druk om te concurreren en overleven is groot. Onze bezitsdrang lijkt enorm. De krachten die personen en gezinnen vernietigen, blijven toenemen en veroorzaken groot verdriet en hartzeer.

Een van de redenen dat onze samenleving geestesziek is, bestaat erin dat zovelen het onderscheid tussen goed en kwaad niet meer weten of maken. Zoveel wordt gerechtvaardigd met praktisch nut en het vergaren van geld en goederen. En het komt nogal eens voor dat personen en instellingen die moedig genoeg zijn om zich uit te spreken tegen overspel, oneerlijkheid, geweld en andere vormen van kwaad, bespot worden. Veel zaken zijn overduidelijk verkeerd, of ze nu onwettig zijn of niet. Wie het kwaad van de wereld hardnekkig navolgt, kan ‘de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat’3, niet ervaren.

Wij moeten op de een of andere manier de genezende invloed vinden die onze ziel verlichting geeft. Waar vinden wij die balsem? Waar vinden we de compenserende ondersteuning die we zo dringend nodig hebben om de druk van de wereld aan te kunnen? De troost die ons het benodigde tegenwicht kan bieden, krijgen we grotendeels door intensievere omgang met Gods Geest. Dat kan geestelijke genezing brengen.

Uit het verhaal van Warren M. Johnson, veerman van de pioniers bij Lee’s Ferry in Arizona, blijkt geestelijke genezing. In de zomer van 1866 ging Warren Johnson als jongeman naar het westen om daar als goudzoeker zijn geluk te beproeven. Hij werd ernstig ziek en zijn metgezellen lieten hem achter onder een boom in de tuin van een gezin in Bountiful (Utah). Een van de dochters vond hem en vertelde haar ouders dat er een dode man in de tuin lag. Hoewel hij een volslagen vreemde voor ze was, nam het vriendelijke gezin hem op en verzorgde hem tot hij weer beter was. Ze leerden hem het evangelie en hij liet zich dopen. Uiteindelijk werd hij de veerman bij Lee’s Ferry.

In 1891 werd het gezin van Warren Johnson door een grote ramp getroffen. Kort na elkaar stierven er vier kinderen aan difterie. Ze werden in een rij naast elkaar begraven. Warren vertelt in een brief, gedateerd 29 juli 1891, het verhaal aan president Wilford Woodruff:

‘Geachte broeder,

‘In mei 1891 kwam er een gezin, woonachtig in Tuba City, uit Richfield (Utah), waar ze gedurende de winter bij vrienden waren geweest, hiernaartoe. Bij Panguitch hebben ze een kind begraven. (…) Zonder hun wagen of zichzelf te ontsmetten, of zelfs maar de kleren van het overleden kind te wassen, kwamen ze naar ons huis om te overnachten, en speelden ze met mijn kleine kinderen. (…)

‘We wisten niets van de ziekte af, maar vertrouwden op God, omdat we hier een moeilijke zending vervulden en zo goed mogelijk het woord van wijsheid probeerden te onderhouden en probeerden te voldoen aan de andere verplichtingen van onze godsdienst, zoals tiende betalen, gezinsgebed houden, enzovoort enzovoort, opdat onze kinderen mochten worden gespaard. Maar helaas [stierf mijn oudste zoon] na vier en een halve dag in mijn armen, happend naar adem. Twee andere kinderen kregen de ziekte, en we vastten en baden zoveel we konden omdat we ook veel werk te doen hadden. We vastten 24 uur en vastten eens zelfs veertig uur, maar het mocht niet baten, want mijn twee kleine meisjes stierven ook. Ongeveer een week na hun dood werd mijn vijftienjarige dochter Melinda geveld. We deden voor haar wat we konden, maar ze volgde de anderen. In totaal zijn drie van mijn lieve meisjes en één jongen van ons weggenomen, en het einde is nog niet in zicht. Mijn oudste dochter van negentien is nu met de ziekte besmet, en we vasten en bidden voor haar. (…) Wat hebben we gedaan om door de Heer in de steek gelaten te worden? En wat kunnen we doen om weer bij Hem in de gunst te komen[?]

‘Uw broeder in het evangelie,

‘Warren M. Johnson.’4

In een volgende brief, aan zijn vriend Warren Foote, getuigt broeder Johnson dat hij gemoedsrust heeft gevonden:

‘Ik kan u echter verzekeren dat het de grootste [beproeving] van mijn leven is, maar dat ik mij ten doel heb gesteld om mijn heil te bewerken, en dat ik vastbesloten ben om mij, met de hulp van mijn hemelse Vader, vast te houden aan de ijzeren roede, ongeacht welke beproevingen er op mijn pad komen. Ik heb mijn plichten nog niet verzaakt, en ik hoop en vertrouw dat ik met het geloof en de gebeden van mijn broeders zo mag leven dat ik de zegeningen ontvang waartoe u het gezag had om die op mijn hoofd te bevestigen.’5

In het zevende geloofsartikel staat dat we, naast andere geestelijke gaven, in de gave van genezing geloven. Volgens mij geldt deze gave voor zowel de genezing van het lichaam als de geest. De Geest geeft gemoedsrust aan de ziel. Deze geestelijke troost is het gevolg van het gebruik van geestelijke gaven, die we op veel manieren kunnen verkrijgen, en die zich op veel manieren kunnen uiten. Ze zijn tegenwoordig rijkelijk, volledig en overvloedig in de kerk aanwezig. Ze komen voort uit het nederige en juiste gebruik van ons getuigenis. Ze komen ook voort uit het zalven van de zieken met gewijde olie. Christus is de grote Heelmeester die met ‘genezing onder zijn vleugelen’6 uit de dood is opgestaan, en de Trooster is de uitvoerder van de genezing.

De Heer heeft veel manieren verschaft om deze genezende invloed te ontvangen. Ik ben dankbaar dat Hij het tempelwerk op aarde heeft hersteld. Het is een belangrijk deel van het verlossingswerk voor zowel de levenden als de doden. Onze tempels zijn toevluchtsoorden waar wij veel wereldse zorgen naast ons neerleggen. Onze tempels zijn plekken van vrede en rust. In die gewijde heiligdommen geneest God ‘de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden’.

Schriftstudie kan veel troost geven. President Marion G. Romney (1897–1988), eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft daarover gezegd:

‘Ik weet zeker dat als ouders thuis geregeld en met een gebed in het hart in het Boek van Mormon lezen, zelf en met hun kinderen, de geest van dat fijne boek hun huis en hun kinderen zal vervullen. Dan zal de geest van eerbied toenemen en zullen wederzijds respect en aandacht voor elkaar toenemen. Dan zal de geest van twisten verdwijnen. Ouders zullen hun kinderen met meer liefde en wijsheid opvoeden. Kinderen zullen beter luisteren naar hun raad en zich eraan onderwerpen. De rechtschapenheid zal toenemen. Geloof, hoop en naastenliefde — de zuivere liefde van Christus — zullen overvloedig in ons gezin en in ons leven aanwezig zijn, en vrede, vreugde en geluk met zich meebrengen.’7

Toen ik jong was, waren de voordelen van het woord van wijsheid voor de gezondheid — waaronder onthouding van tabak, alcoholische dranken, thee en koffie — niet zo duidelijk bewezen als nu. Maar de geestelijke voordelen zijn al lang bewezen. Het woord van wijsheid belooft dat zij die zich aan deze raad houden en de geboden gehoorzamen, ‘gezondheid in hun navel […] en merg voor hun beenderen’8 zullen ontvangen.

Merg is al heel lang een symbool voor een bruisend, gezond leven. Maar in een tijd met levensreddende beenmergtransplantaties krijgt ‘merg voor hun beenderen’ een extra betekenis als geestelijk verbond. De beloften voor hen die zich aan het woord van wijsheid houden, gaan verder. Zij die zich aan deze wet houden, ‘zullen wijsheid vinden en grote schatten aan kennis, ja, verborgen schatten;

‘en zullen snellen en niet moede worden, lopen en niet mat worden.

‘En Ik, de Heer, geef hun een belofte, dat de engel der verwoesting aan hen zal voorbijgaan, zoals aan de kinderen van Israël, en hen niet zal doden.’9

Als wij gespaard willen worden, moeten we inderdaad gesterkt worden tegen de vele vernietigende krachten die tegenwoordig in de wereld actief zijn.

Velen van ons ervaren geestelijke genezing niet in de grote arena’s van de wereld, maar in onze avondmaalsdiensten. Het geeft troost om te aanbidden, aan het avondmaal deel te nemen, en in een ootmoedige geest onderwijs te ontvangen met naaste en goede vrienden die de Heer liefhebben en proberen zijn geboden te onderhouden. Onze fijne bisschop vraagt sprekers om een bepaald evangelieonderwerp of -beginsel te behandelen. Die spreken vaak met inspiratie van de Heilige Geest en stellen hun hart open zodat de luisteraars de juwelen kunnen aanschouwen die zich daarin bevinden. De boodschappen worden gebracht met een nederig getuigenis en vriendelijke raad. En wij, de luisteraars, begrijpen wat met de Geest der waarheid wordt geleerd, en we bekrachtigen het bijbehorende getuigenis.

Onze avondmaalsdienst behoort er een van aanbidding en genezing te zijn, en behoort hen die hem bijwonen geestelijk gezond te maken. Dat genezingsproces vindt gedeeltelijk plaats als we aanbidden door muziek en zang. Als we onze prachtige lofzangen van aanbidding zingen, voeden we onze ziel. We worden één van hart en ziel als we de Heer met gezang loven. Aanbidding door gezang heeft, onder meer, een verenigende uitwerking op hen die er met een eerbiedige houding aan deelnemen.

Geestelijke genezing krijgen we ook door het geven en aanhoren van ootmoedige getuigenissen. Een getuigenis dat wordt gegeven in een geest van boetvaardigheid, dankbaarheid voor goddelijke voorzienigheid, en onderwerping aan goddelijke leiding, is een prima remedie die de smarten en zorgen van ons hart verlicht.

Ik betwijfel of oprechte leden van deze kerk volledig geestelijk genezen kunnen worden zonder in harmonie te zijn met het fundament van de kerk, wat volgens de apostel Paulus ‘de apostelen en profeten’10 is. Het is ongetwijfeld niet het meest populaire om te doen, gezien de lange geschiedenis van verwerping van profeten en hun boodschap door de wereld. Niettemin zijn zij de orakels van God op aarde en zijn zij geroepen om het werk in deze tijd te leiden. Het is ook van essentieel belang dat wij onze bisschop of gemeentepresident en ring- of districtspresident steunen.

Recente informatie lijkt te bevestigen dat de ultieme geestelijke genezing ontstaat als men niet meer aan zichzelf denkt. Als we de verhalen bekijken, dan zien we dat zij die een verblijf in een gevangenis of concentratiekamp het beste overleefden mensen waren die om hun medegevangenen gaven en bereid waren om hun eigen voedsel en bezittingen af te staan om anderen te helpen. Dr. Viktor Frankl heeft eens gezegd: ‘Wij die in concentratiekampen zaten, kunnen ons de mensen herinneren die door de hutten liepen om anderen te troosten, en die hun laatste stuk brood weggaven. Het mogen er in aantal weinig zijn geweest, maar zij zijn voldoende bewijs dat men een mens alles kan afnemen, behalve één ding, zijn laatste vrijheid: te bepalen wat zijn houding is onder welke omstandigheden dan ook, en zijn eigen wijze van leven te kiezen.’11 De Heiland van de wereld heeft eenvoudig gezegd: ‘Ieder, die [zijn leven] verliezen zal, die zal het [behouden].’12

Van alles wat we kunnen doen om verlichting te vinden, is het gebed misschien wel de meest troostgevende manier. Ons is gezegd om te bidden tot de Vader, in de naam van zijn Zoon, de Heer Jezus Christus, en door de macht van de Heilige Geest. Als wij bidden tot God, geeft dat onze ziel voldoening, zelfs al geeft God ons in zijn wijsheid niet altijd wat wij vragen. President Harold B. Lee (1899–1973) heeft ons geleerd dat we op al onze gebeden een antwoord krijgen van de Heer, maar dat het antwoord soms nee is.13 De profeet Joseph heeft ons geleerd dat ‘de beste manier om waarheid en wijsheid te verkrijgen is (…) om in gebed tot God te gaan.’14 Het gebed is een uiterst nuttig onderdeel van het genezingsproces.

De wonden die anderen ons toebrengen, worden genezen door ‘de kunst van genezing’. President Joseph F. Smith (1838–1918) heeft gezegd: ‘Het genezen van een wond is een kunst die men niet alleen door oefening onder de knie krijgt, maar door de lieve tederheid die men krijgt door eenieder een goed hart toe te dragen en met meegevoel belang te stellen in het welzijn en het geluk van anderen.’15

Er is voor allen hoop om genezing te ontvangen door bekering en gehoorzaamheid. De profeet Jesaja heeft dat bevestigd: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw.’16 En de profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘De geest is nooit te oud om God te benaderen. Zijn vergevingbrengende barmhartigheid is binnen ieders bereik.’17

Na een volledige bekering is de formule verbazend eenvoudig. In feite heeft de Heer het ons zelf al uitgelegd: ‘Wilt gij nu niet tot Mij terugkeren, en u van uw zonden bekeren en tot inkeer komen, opdat Ik u kan genezen?’18 Als we dat doen, hebben we deze belofte: ‘Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden.’

Door middel van de Trooster vinden wij vertroosting in Christus. De Heiland geeft ons deze uitnodiging: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’19 De apostel Petrus zegt: ‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.’20 Doen wij dat, dan vindt genezing plaats, precies zoals de Heer heeft beloofd bij monde van de profeet Jeremia: ‘Ik verander hun rouw in vreugde. Ik troost en verblijd hen na hun smart. (…) want Ik verkwik de vermoeide ziel, elke versmachtende ziel verzadig Ik.’21

En in de celestiale heerlijkheid zal God, zo wordt ons gezegd, ‘alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch [pijn] zal er meer zijn.’22 Dan nemen geloof en hoop de plaats in van hartzeer, teleurstelling, kwelling, smart en wanhoop, en geeft de Heer ons kracht opdat wij, zoals Mormon het zegt, ‘generlei benauwingen zouden lijden die niet zouden worden verzwolgen door de vreugde in Christus’.23

VOOR DE HUISONDERWIJZERS

Neem dit artikel eerst na gebed door. Breng het vervolgens zo dat iedereen mee wil doen met de bespreking. Enkele voorbeelden:

  1. Laat zien — of vraag de gezinsleden — waarmee kleine wondjes worden behandeld, zoals zeep, water en pleisters. Bespreek hoe lichamelijke genezing plaatsvindt. Waarom hebben we tegenwoordig volgens president Faust geestelijke genezing nodig? (Zie de eerste vier alinea’s.) Bespreek enkele door president Faust genoemde manieren om tot genezing te komen. Getuig van de genezende kracht van Jezus Christus.

  2. Lees het verhaal van Warren M. Johnson voor of vertel het in eigen woorden. Wat kunnen we uit dit verhaal leren over de genezing van geestelijke wonden?

  3. Lees voor wat president Faust zegt over de avondmaalsdienst. Vraag de gezinsleden hoe ze door het bijwonen van de avondmaalsdienst beter de Heilige Geest hebben gevoeld en tot genezing zijn gekomen.

  4. Wijs erop dat president Faust enkele belangrijke schrifttteksten aanhaalt om aan te geven hoe gewonde zielen genezen kunnen worden (zie Jakobus 2:8). Zoek de teksten uit die de meeste indruk op u maken en lees die voor.

NOTEN

  1. Psalmen 147:3.

  2. Romeo en Julia, 2.2.1.

  3. Filippenzen 4:7.

  4. Aangehaald in ‘Warren Marshall Johnson, Forgotten Saint’, P. T. Reilly, Utah Historical Quarterly, winter 1971, p. 19.

  5. Autobiografie van Warren Foote, archieven van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, (5 delen), deel 2, pp. 260–261.

  6. 2 Nephi 25:13.

  7. Conference Report, april 1960, pp. 112–113.

  8. LV 89:18.

  9. LV 89:19–21.

  10. Efeziërs 2:20.

  11. Man’s Search for Meaning (1959), p. 86.

  12. Lucas 17:33.

  13. The Teachings of Harold B. Lee, onder redactie van Clyde J. Williams (1996), p. 127.

  14. Teachings of the Prophet Joseph Smith, samengesteld door Joseph Fielding Smith [1976], p. 191.

  15. Gospel Doctrine, 5e druk (1939), p. 264.

  16. Jesaja 1:18.

  17. Teachings, p. 191.

  18. 3 Nephi 9:13.

  19. Matteüs 11:28.

  20. 1 Petrus 5:7.

  21. Jeremia 31:13, 25.

  22. Openbaring 21:4.

  23. Alma 31:38.