2005
Verhoorde gebeden
Juli 2005


VAN VRIEND TOT VRIEND

Verhoorde gebeden

‘Raadpleeg de Heer bij al uw handelingen, en Hij zal u ten goede leiden’ (Alma 37:37).

Elke vastenzondag hebben mijn vrouw en ik een gezinsavond met alle kleinkinderen die kunnen komen. Op een van die avonden vertelde ik hun dat ik als kleine jongen iets had verloren. Het was iets kleins, maar ik was er zeer aan gehecht. Ik zocht en zocht, maar kon het niet vinden. Ten einde raad dacht ik: ik ga mijn hemelse Vader om hulp vragen. Ik knielde en bad. Toen ik mijn ogen opendeed, lag het vlak voor mijn neus.

Hoewel gebeden lang niet altijd op die manier worden beantwoord, vroeg ik mijn kleinkinderen op die gezinsavond of een van hen wel eens zo’n ervaring had gehad, en ieder kind stak zijn hand op.

Een geldstuk of een speeltje is misschien in eeuwige zin niet zo heel belangrijk. Wat wel belangrijk is, is dat jij leert dat onze hemelse Vader er is en dat Hij gebeden hoort en verhoort. Hij wil dat jij al jong leert dat Hij wacht totdat je zijn hulp inroept. Hij wil dat jij inziet dat Hij jou graag hulp wil bieden, zodat Hij jou kan zegenen, beschermen en behoeden voor gevaar.

Als we ouder worden, moeten we misschien langer en intenser bidden om antwoord te krijgen, maar antwoord krijgen we. Ik wilde als jongeman altijd heel graag op zending, totdat de tijd om te gaan, aanbrak. Ik had vaste verkering, had net een uitstekende baan met een prima salaris gevonden, en ik had net een nieuwe auto gekocht. Ik zag twee jaar zending opeens helemaal niet zo zitten. Ik besloot niet op zending te gaan en in plaats daarvan een ringzending te vervullen. Ik dacht dat mijn pa wel boos zou zijn, maar het enige dat hij zei was: ‘Tja, dat is jouw keuze. Maar het is wel een heel belangrijke. Daarom wil ik je vragen om er tweemaal een dag over te bidden en vasten op een rustige plek waar je alleen kunt zijn. Als je dat wil doen en er daarna nog hetzelfde over denkt, zal ik er geen woord meer over zeggen.’

Daar ging ik onmiddellijk mee akkoord, omdat ik er zeker van was dat mijn beslissing aanvaardbaar was voor de Heer. Op een zaterdag ging ik dus met mijn Schriften de bergen in, waar ik vastte, bad en las. Ik ging weer naar huis en zei tegen mijn vader dat ik er nog steeds hetzelfde over dacht.

Hij glimlachte en zei: ‘Je hebt me twee dagen beloofd.’

De volgende zaterdag moest ik werken. Daarom begaf ik mij op zondagmorgen naar een canyon, waar ik weer in de Schriften las en bad. Ik bleef er totdat het tijd was voor de avondmaalsdienst, die in de middag werd gehouden. Ik bleef bij mijn mening over een zending en wilde dat zo snel mogelijk aan mijn vader vertellen. Maar toen ik achteruitreed met mijn auto, kwam ik vast te zitten in de sneeuw. Toen ik eindelijk mijn auto weer vlot had en thuiskwam, waren mijn ouders al weg. Daarom haalde ik mijn meisje op en reed naar de kerk.

Tijdens de dienst nam ik doelloos een zangboek ter hand. Het viel open bij de lofzang die in die tijd ‘Het moog’ niet zijn naar het hooggebergt’ werd genoemd (zie ‘Ik ga daar waarheen Gij mij zendt’, lofzang 179). Iets in mij zei: ‘Niet lezen!’ Maar ik las alle drie de verzen, inclusief de woorden ‘Ik ga daar waarheen Gij mij zendt, o Heer’. Op dat moment vond er een verandering in mijn hart plaats. Toen ik de lofzang gelezen had, sloeg ik het boek dicht en keek op. De tranen stroomden over de wangen van mijn vriendin. Ze zei: ‘Je gaat, hè?’ Ik antwoordde: ‘Ja, ik ga.’

Ik weet echt niet hoe mijn leven zich zou hebben ontwikkeld als ik ervoor gekozen had niet op zending te gaan. Mijn zending leidde tot groot geluk en gebed leidde tot mijn zending. Deze ervaring heeft mij geleerd hoe belangrijk het is om beslissingen aan de Heer voor te leggen.

Een belangrijk onderdeel van een getuigenis is het besef dat God onze hemelse Vader is en dat Hij ons kent, van ons houdt en onze gebeden verhoort. Ik begin nu pas te beseffen hoe zielsdiep Hij van ons houdt en hoe goed Hij ons kent. Hij kent ons hart. Hij kent onze eenzaamheid. Hij kent onze angsten. Toch zal Hij Zich niet bij ons opdringen, omdat Hij onze keuzevrijheid respecteert. We moeten vragen. Als we dat doen, zal onze hemelse Vader ons laten weten dat Hij werkelijk bestaat. Het is een grote troost te weten dat de Schepper van het heelal nabij is om het gebed van een kind te beantwoorden.