2010
God spreekt door profeten
Maart 2010


Participatieperiode

God spreekt door profeten

Hoe weet je wat Vader in de hemel tegen je zou zeggen als Hij hier was? God spreekt nu net zo bij monde van een profeet als Hij in het verleden heeft gedaan. De profeet — President Thomas S. Monson — leert je wat onze hemelse Vader wil dat je weet, doet en wordt. Je wordt gezegend als je luistert naar de profeet en hem volgt. Met president Monsons aanwijzingen kunnen wij meer op Jezus Christus gaan lijken.

Hieronder staan zaken die je kunt weten door naar president Monson te luisteren. Je kunt weten dat Vader in de hemel van je houdt. President Monson heeft gezegd: ‘Ik verzeker u dat onze hemelse Vader zich bewust is van de moeilijkheden waarmee wij tegenwoordig geconfronteerd worden in de wereld. Hij heeft ieder van ons lief en zal ons zegenen als we ernaar streven zijn geboden te onderhouden en tot Hem te bidden.’1

Je kunt weten dat Jezus Christus onze Heiland is. President Monson: ‘God leeft echt. Jezus is zijn Zoon. (…) Hij is onze Verlosser. (…) Hij heeft ons lief. (…) Hij heeft zijn leven voor ons gegeven.’2

Je kunt weten hoe je je familie kunt helpen. President Monson: ‘Mogen wij (…) binnen ons gezin (…) aardig en lief voor elkaar zijn.’3

Je kunt weten hoe je de wereld om je heen kunt helpen. President Monson heeft gezegd: ‘Mogen wij goede burgers zijn van het land waar wij wonen en goede buren in onze woonplaats, en mogen wij niet alleen onze medeleden de hand reiken, maar ook mensen van andere godsdiensten.’4

Schrifttekstenboek maart 2010

Lees Lucas 1:70 in het Nieuwe Testament.

Bid je hemelse Vader om hulp, zodat je deze tekst begrijpt en weet dat hij waar is. Bid om te weten dat president Thomas S. Monson de profeet van God is.

Leer deze tekst uit je hoofd.

Doe een van deze activiteiten of bedenk je eigen:

  • Doe de activiteit op pagina 69. Knip de stippellijn open; knip daarna de stroken uit en vlecht ze onder de plaatjes van de profeten door de verticale openingen, zodat de teksten onder de plaatjes komen. Zoek in de schriftteksten naar de namen van de profeten. Schrijf de namen op de regel eronder.

  • Kijk naar de plaatjes van de profeten op pagina 69. Bespreek de leringen van deze profeten met je familie.

  • Lees de volgende uitspraken of iets anders wat de profeten ons hebben geleerd:

  • ‘Doe iets voor iemand (…) die een moeilijke tijd doormaakt.’5 — President Thomas S. Monson

  • ‘Vergeet niet te bidden. Kniel elke avond en ochtend neer.’6
    — President Gordon B. Hinckley (1910–2008)

  • “Mogen wij allemaal het Boek van Mormon gebedvol lezen, het aandachtig bestuderen, en er een getuigenis van krijgen.’7 — President Spencer W. Kimball (1895–1985)

Als je dat gedaan hebt, begrijp je Lucas 1:70 dan beter?

Schrijf in je schrifttekstenboek of maak een tekening over wat je gedaan hebt.

Noten

  1. Thomas S. Monson, ‘Tot we elkaar weerzien’, Liahona, november 2008, p. 106.

  2. Thomas S. Monson, ‘Terugkijken en vooruitgaan’, Liahona, mei 2008, p. 90.

  3. Thomas S. Monson, Liahona, mei 2008, p. 90.

  4. Thomas S. Monson, Liahona, mei 2008, p. 106.

  5. Thomas S. Monson, geciteerd in: Gerry Avant, ‘Prophet’s Birthday: Milestone of 81,’ Church News, 23 augustus 2008, p. 4.

  6. Gordon B. Hinckley, ‘Don’t Ever Forget to Pray’, Friend, april 2006, p. 11.

  7. Spencer W. Kimball, ‘How Rare a Possession—the Scriptures!’ Ensign, september 1976, p. 5.