2013
Violet helpen
oktober 2013


Violet helpen

‘Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (Marcus 12:31).

Hoe kon Emma aardig zijn terwijl Violet zo gemeen deed?

Emma hield haar schooltas stevig vast terwijl ze haar nieuwe klas binnenliep. Het was de eerste schooldag. Ze had haar lievelingsjurk aan en mama had een lekkernij bij haar lunch gedaan — een reep chocolade.

Het gaat een hele leuke dag worden, dacht Emma. Zolang als…

Emma bleef staan en keek de klas in. Daar zat ze. Violet.

Vorig jaar had Violet de baas gespeeld over het klimrek. Ze had Emma uitgescholden. Ze had zelfs Emma’s beste vriendin afgepakt.

Violet zag Emma en stak haar tong uit. Emma keek haar boos aan en pakte haar schooltas nog steviger vast. Violet had vorig jaar heel onaardig gedaan en het leek erop dat het dit jaar niet anders zou zijn.

‘Welkom op school allemaal!’ zei juf Carolina, die voor in het lokaal stond. ‘Ik ga jullie je plaats aanwijzen.’

De schoolbanken stonden twee aan twee in het lokaal. Juf Carolina liep met haar vinger door de lijst; toen wees ze naar twee banken achterin. ‘Emma. Jij komt daar te zitten.’

Emma ging in een van de twee schoolbanken zitten. Ze hoopte dat Liselle naast haar kwam zitten. Of Jaime. Of…

‘Violet.’

Emma spitste haar oren. Had ze dat goed gehoord?

Jazeker. Juf Carolina wees nog steeds op de bank naast die van haar. ‘Violet, jij wordt de buurvrouw van Emma’, zei ze.

Violet sjokte ontevreden in de richting van Emma. Emma legde haar hoofd op de bank en staarde naar de muur. Het zou een heel lang schooljaar worden.

Bij rekenen schreef juf Carolina een paar moeilijke sommen op het bord die de klas moest maken. ‘Je kunt alleen werken of met je buurvrouw of buurman’, zei ze.

Emma boog zich snel over haar schrift heen en deed net of ze heel druk bezig was. De sommen waren eigenlijk niet zo moeilijk. Ze deed net of Violet lucht was. Ze had haar de hele ochtend niet aangekeken.

Ze voelde een por tegen haar schouder. Met een potlood leek het wel. Emma negeerde het.

Nog een por. Het was Violet die haar porde! Emma ging koppig door met haar werk.

Violets derde por was het hardst en het pijnlijkst. Emma voelde dat ze van binnen begon te koken. Zou het hele jaar zo worden? Ze overwoog of ze haar vinger moest opsteken om het tegen juf Carolina te zeggen. Of misschien moest ze Violet nog eens boos aankijken.

Toen hoorde Emma een snik. Huilde er iemand? Weer kreeg ze een por met een potlood. Ze keek opzij en zag dat Violet naar haar keek. Ze had haar potlood in haar hand en tranen in haar ogen. De bladzijde in haar schrift zat vol met zwarte gumvegen.

Violet draaide met het potlood tussen haar vingers. ‘Kun je mij helpen?’, vroeg ze zacht.

Emma keek haar wel een minuut verbaasd aan. Violet wilde dat zij haar hielp? Nadat ze zo lelijk tegen haar had gedaan? Emma ging door met haar sommen. Violet moest het maar alleen zien te klaren. Ze verdiende de hulp van Emma niet, ook al zaten …

ze dan naast elkaar.

Emma keek recht voor zich uit. Ze kon Violet zacht naast zich horen huilen. In de Schriften staat dat we onze naasten moeten liefhebben — maar bij Violet lag dat anders! Emma zat alleen maar naast haar op school!

Emma ging verder met haar eigen werk. Toen hield ze op met werken. Misschien lag het niet anders bij Violet. Misschien betekende je naaste liefhebben wel dat je iedereen moest liefhebben. Zelfs iemand die lelijk tegen je doet. Zelfs als dat moeilijk was.

Emma zuchtte en legde langzaam haar potlood neer. Ze keek naar Violet en probeerde tegen haar te glimlachen. ‘Kan ik je helpen?’ vroeg ze.

Violet knikte en veegde haar tranen weg met haar hand.

Emma boog zich over Violets schrift en begon haar met de eerste som te helpen. Ze voelde zich warm worden vanbinnen. Ze vroeg zich af of Violet van chocolade hield.

Illustratie Brad Teare; De Here Jezus Christus, Del Parson © IRI