2014
Ons nieuwe leven voeden
Februari 2014


Ons nieuwe leven voeden

Ryan Abraham liet zich op veertienjarige leeftijd dopen. Hij woonde in het bergachtige Kaapstad aan de kust van Zuid-Afrika. ‘Mijn lidmaatschap van de kerk was een echte zegen — het heeft me geholpen om mijn tienerjaren door te komen’, legt hij uit. ‘Maar na mijn doop begreep ik dat je niet enkel verandert waar je naar de kerk gaat; je verandert je hele leven.’

Ryans verhaal klinkt andere bekeerlingen erg bekend in de oren: hij geloofde in het evangelie, maar had het moeilijk om zich aan een nieuwe cultuur met nieuwe verwachtingen aan te passen. ‘Soms vroeg ik me af of ik het wel kon’, zegt Ryan. ‘Maar als we naleven wat we weten, volgt er meer kennis en kracht. De Heer helpt ons bereiken wat we zelf niet kunnen bereiken.’

Dit artikel is een verzameling van getuigenissen en ervaringen van bekeerlingen. We hopen dat als u deze zeven onderwerpen leest, u aangemoedigd zult worden om bij de kerk betrokken te blijven en uw nieuwe geloof te voeden tot het ‘wortel [kan] schieten en groeien en vruchten voortbrengen’ (Alma 32:37).

Beproevingen overwinnen

Als we ons het licht van het herstelde evangelie eigen maken, kunnen we de onrust van ons sterfelijke bestaan doorstaan en weer bij God wonen. Onze hemelse Vader wil graag tegen ons kunnen zeggen: ‘Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf’ (Matteüs 25:21). Dat is zijn belofte en Hij komt die zeker na als wij ons deel doen.

Elson Carlos Ferreira, in 1982 in Brazilië gedoopt

Telkens als je denkt dat je de enige met problemen bent, kun je nadenken over wat Christus voor je heeft gedaan en hoe Hij voor je heeft geleden. Hij staat ons altijd bij om te ontdekken wie we zijn en wie we behoren te worden. Hij kent ons beter dan we onszelf kennen.

Elena Hunt, in 2008 in Arizona (VS) gedoopt

De fundamentele dingen doen

Ik heb niets bijzonders gedaan om getrouw te blijven. Ik hoefde geen 80 km naar de kerk te lopen en ben niet in een brandende vuuroven geworpen. Maar ik heb mijn getuigenis voortdurend gevoed (zie Alma 37:6–7) met eenvoudige dingen — vergaderingen in de kerk bijwonen, Schriftstudie, gebed en dienen in roepingen.

Alcenir de Souza, in 1991 in Brazilië gedoopt

Toen ik als negentienjarige lid werd van de kerk, was ik enthousiast over het evangelie en dagelijks in de Schriften lezen was een geweldig avontuur.

Maar na enkele jaren voelde ik me lichamelijk en geestelijk moe. Ik moest me elke zondag naar de kerk toe sleuren, haalde weinig uit de diensten en wou erg graag weer naar huis gaan om mijn zondagse dutje te doen.

Door met een vriend te praten, kreeg ik meer duidelijkheid. Ik evalueerde mijn geestelijke gewoontes en besefte dat mijn gebeden niet meer oprecht waren en dat het een sleur — geen plezier — was om elke ochtend in de Schriften te lezen. Ik besefte dat ik wat geestelijke voeding en inspanning aan mijn dag moest toevoegen.

Ik begon elke ochtend voor mijn Schriftstudie te bidden en vroeg in het bijzonder me te leiden bij mijn studie. Ik werkte deeltijds en had in de voormiddag vijftien minuten pauze waarin ik een paar pagina’s uit de Ensign las — mijn geestelijk tussendoortje. ’s Avonds las ik opbouwende boeken. Op zondag las ik in Leringen van kerkpresidenten.

Bij het slapengaan voelde ik me steeds rustig omdat ik mijn geestelijke honger tijdens de dag gestild had. Door dagelijks deze geestelijke kuur te volgen ben ik positiever ingesteld en is mijn getuigenis gegroeid.

Tess Hocking, in 1976 in Californië (VS) gedoopt

Naar de tempel gaan

Toen ik voor het eerst over de tempel hoorde, wilde ik er meteen heen. Ik leerde dat we in de tempel dopen voor de doden, als gezin aan elkaar verzegeld worden en hogere verbonden sluiten met onze hemelse Vader. Ik heb mezelf voorbereid en ben waardig gebleven zodat ik naar de tempel kan gaan.

Yashinta Wulandari, in 2012 in Indonesië gedoopt

Toen ik gedoopt werd, wilden mijn vriend, JP (die al lid van de kerk was), en ik trouwen, maar we stelden de bruiloft uit omdat ik een groot feest wilde.

Op dinsdag 12 januari 2010 gingen mijn verloofde en ik naar colleges. Ik zat achter mijn computer op de professor te wachten toen het gebouw plots begon te beven. Ik durfde niet naar buiten te lopen omdat het heel erg beefde.

Ik stond in een hoek, sloot mijn ogen en bad in mijn binnenste tot mijn hemelse Vader: ‘Geef me alstublieft de kans om met JP in de tempel te trouwen.’

Enkele ogenblikken later stopte het beven en keek ik rond. Ik zag niets omdat er overal stof was. Ik kan me niet meer herinneren hoe ik uit de kamer ben gekomen, maar uiteindelijk stond ik buiten. Met tranen in mijn ogen begon ik JP te roepen.

Ik vond JP’s zus al snel. ‘Hij is ongedeerd!’ riep ze. ‘Hij probeert wat studenten onder het puin uit te halen.’

Ik ben niet meer bijzonder dan anderen die niet wisten te ontsnappen, maar ik weet dat hemelse Vader mijn gebed beantwoordde. JP en ik zijn op 6 april 2010 in de tempel getrouwd, ongeveer een jaar na mijn doop en drie maanden na de aardbeving. Het was een dag van vrede en vreugde die ik nooit zal vergeten. We hadden geen groot feest, maar het was de mooiste dag van mijn leven voor mij.

Marie Marjorie Labbe, in 2009 in Haïti gedoopt

Het evangelie uitdragen

Als nieuw lid hou ik van zendingswerk. Iedereen kan een zendeling zijn. Door iemand over het evangelie te vertellen, wordt zijn of haar leven veranderd en jouw getuigenis versterkt. Anderen kunnen het licht in je ogen zien en ze willen weten waarom je zo’n geweldige geest hebt. Door zendingswerk te doen, krijgen mensen niet alleen de kans de kerk te leren kennen, maar ze voelen er ook de Geest en krijgen persoonlijke geestelijke ervaringen.

Elena Hunt, in 2008 in Arizona (VS) gedoopt

Ik hou van zendingswerk! Drie maanden na mijn doop ging ik naar Martinique om er met mijn familie de zomer door te brengen. Ik vertelde mijn broer dagelijks over het Boek van Mormon en het evangelie.

Ik nodigde hem uit om de eerste zondag met me mee naar de kerk te gaan, maar hij wilde niet. De volgende zondag ging hij wel met me mee. Aan het einde van de diensten leek hij onverschillig, alsof hij niets bijzonders had meegemaakt tijdens die drie uur.

Ik bleef hem de daaropvolgende week over het evangelie vertellen, maar nodigde hem deze keer niet uit om met me mee naar de kerk te gaan. Die zaterdagavond gebeurde er een wonder: ik was mijn zondagse kleding voor de volgende dag aan het strijken en merkte op dat hij hetzelfde aan het doen was.

‘Wat doe je?’, vroeg ik.

Hij zei: ‘Ik ga morgen met je mee naar de kerk.’

‘Ik dwing je niet om mee te gaan’, zei ik.

Maar hij antwoordde: ‘Ik wil meegaan.’

Elke daaropvolgende zondag bleef hij naar de kerk komen.

Toen ik terug naar school ging in het zuiden van Frankrijk, vertelde mijn broer me tijdens een telefoongesprek dat hij zich ging laten dopen. Ik zei hem dat ik graag aanwezig wilde zijn op zijn doop, maar dat het allerbelangrijkste was dat hij nog steeds naar de kerk zou gaan als ik terug naar Martinique kwam.

Een jaar later bezocht ik mijn familie weer. Tijdens de avondmaalsdienst getuigde mijn broer met grote overtuiging van de waarheid van het evangelie. De tranen komen me in de ogen als ik bedenk dat ik de mooiste momenten van mijn leven en het evangelie van onze Heer met mijn broer kan delen (zie Alma 26:11–16).

Ludovic Christophe Occolier, in 2004 in Frankrijk gedoopt

Familiehistorisch werk doen

Na het volgen van de zendelingenlessen bad ik om te weten of het evangelie waar was. Mijn geliefde grootvader verscheen in een droom aan me en getuigde van de waarheid van het evangelie. Toen begon ik mijn goddelijke plicht ten opzichte van mijn voorouders te begrijpen. President Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Toen u zich liet dopen, keken uw voorouders hoopvol op u neer. Misschien dat ze zich na eeuwen verheugen om te zien dat een van hun nakomelingen een verbond heeft gesloten om hen te vinden en te bevrijden. […] Hun hart is met het uwe verbonden. Hun hoop ligt in uw handen.’1

Steven E. Nabor, in 1979 in Utah (VS) gedoopt

Mijn vrouw, Laura, en ik waren ontroostbaar toen ons eerste kind, Cynthia Marie, die vier maanden was, stierf vanwege complicaties met een open ruggetje. Door deze droeve gebeurtenis zochten we als rouwende jonge ouders naar een manier om ooit weer samen te zijn met onze dochter. We waren toen nog geen lid van de kerk.

Op een ochtend stortte Laura haar hart uit voor haar hemelse Vader. Ze smeekte: ‘Lieve Vader, ik wil ooit weer samenzijn met mijn dochter, maar ik weet niet hoe. Toon me alstublieft hoe dat kan.’

Toen werd er op de deur geklopt. Laura opende de deur terwijl de tranen over haar wangen stroomden. Het waren twee zendelingen. Laura en ik kregen beiden een getuigenis van het Boek van Mormon en lieten ons dopen.

Laura wilde zeker zijn dat al onze familieleden de kans kregen het evangelie te aanvaarden. De eerste vijftien jaar na onze doop zocht Laura namen op die we meenamen naar de tempel. Na een tijd werd Laura’s artritis erger en nam ik de namen alleen mee naar de tempel.

Laura is drie jaar geleden na een lange strijd met artritis overleden. Door naar een manier te zoeken om met ons kleine meisje herenigd te worden, kregen duizenden van onze dierbare voorouders de zegeningen van de tempel. We hebben vele wonderen meegemaakt bij het doen van familiehistorisch onderzoek en tempelwerk (zie LV 128:18, 22).

Norman Pierce, in 1965 samen met Laura Pierce in Louisiana (VS) gedoopt

Deelnemen aan kerkdiensten

Je zegent jezelf en anderen door te bidden in de kerk, mee te doen met de les en in de avondmaalsdienst een toespraak te houden. Wanneer je in de naam van Jezus Christus spreekt, werkt de Heilige Geest door middel van jou. Hemelse Vader spreekt niet alleen door de Schriften en door profeten en apostelen om iemands vragen te beantwoorden, iemands zwakheden te sterken of iemands twijfels weg te nemen. Hij gebruikt jou daar ook voor.

Toen de bisschop me na mijn doop vroeg om de week erop mijn getuigenis in de avondmaalsdienst te geven, was ik bang en voelde ik me heel klein. Ik had nog nooit voor zoveel mensen gesproken.

‘Is dat echt nodig?’, vroeg ik de bisschop.

‘Jazeker!’ zei hij.

In de avondmaalsdienst getuigde ik hoe onze hemelse Vader van me houdt en hoe hij mijn gebeden had beantwoord door me naar het herstelde evangelie te leiden. Toen ik op het podium stond, voelde ik de Heilige Geest heel sterk. Ik voelde me als lid van Christus’ ware kerk erg gezegend. Mijn hart was vervuld met geluk en vrede. Mijn hemelse Vader veranderde mijn angst in een mooie ervaring.

De maand daarop kreeg ik de kans om in de avondmaalsdienst een toespraak te houden. Ik was opnieuw bang — wie was ik om anderen, die meer over het evangelie wisten, te onderwijzen? Maar ik bad dat de Heilige Geest me zou helpen. Ik voelde de Geest weer en kreeg de ingeving dat mijn hemelse Vader blij was met mijn doop en dat mijn zonden me vergeven waren.

Door mijn ervaringen weet ik dat ik een dierbaar kind van God ben en dat Hij van me houdt. Door een toespraak te houden in de avondmaalsdienst had ik de mogelijkheid God te dienen door te getuigen dat Jezus Christus zijn kerk op aarde hersteld heeft.

Pamella Sari, in 2012 in Indonesië gedoopt

Dienen in de kerk

Door een roeping in de kerk kom je meer over het evangelie te weten. Een roeping geeft je verantwoordelijkheid, zodat je naar de kerk gaat en anderen helpt, zelfs als je het moeilijk hebt.

Su’e Tervola, in 2008 in Hawaï (VS) gedoopt

Door middel van huisbezoek en -onderwijs kunnen we echt christelijk mededogen voelen en zien. We ervaren nederigheid en liefde die ons volledig kunnen veranderen. Onze hemelse Vader heeft de hulp van zijn kinderen nodig bij het verlenen van liefdediensten in zijn wijngaard.2

Cheryl Allen, in 1980 in Michigan (VS) gedoopt

Kort na mijn doop werd ik door de gemeentepresident als jongemannenpresident geroepen. Het was geweldig om met jongeren te werken en ze wegwijs in het evangelie te maken. Ik onderwees niet enkel, maar ik leerde zelf ook. Dat was mijn eerste van vele roepingen. Ik had vreugde en plezier bij elke nieuwe uitdaging. President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Denk eraan: wie de Heer roept, maakt de Heer ook geschikt.’3 Ik moest in nederigheid geloven en vertrouwen dat ik het zou kunnen. En minder dan een half jaar na mijn doop had ik het grote voorrecht om de programma’s van de kerk te leren kennen.

Germano Lopes, in 2004 in Brazilië gedoopt

Noten

  1. Henry B. Eyring, ‘Harten samengevoegd’, Liahona, mei 2005, p. 80.

  2. Zie Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), p. 113–134; Thomas S. Monson, ‘Home Teaching—a Divine Service’, Ensign, november 1997, p. 46.

  3. Thomas S. Monson, ‘Duty Calls’, Ensign, mei 1996, p. 44.