2014
Elke dag een beetje Kerstmis
December 2014


Voor jonge kinderen

Elke dag een beetje Kerstmis

De auteur woont in Utah (VS).

Alle cadeautjes waren ingepakt en lagen onder de kerstboom. Of toch niet?

‘Vrolijk kerstfeest! Verspreid vreugde overal!’ (Zie Children’s Songbook, p. 51.)

Het was bijna Kerstmis. Amalie was heel enthousiast. Ze mocht binnenkort de cadeautjes onder de kerstboom uitpakken.

Tijdens de gezinsavond gaf mama de les.

‘Waarom geven we elkaar cadeautjes met Kerstmis?’ vroeg mama.

‘Omdat het de verjaardag van Jezus is!’ zei Amalie.

‘Moeten we Hem dan geen cadeautje geven?’ vroeg mama.

Papa hielp Amalies broer Noah om een Schrifttekst te lezen. In de tekst stond dat we God dienen als we anderen dienen (zie Mosiah 2:17).

‘Geven we Jezus een cadeautje als we anderen helpen?’ vroeg mama.

Noah knikte.

‘Welke cadeautjes kunnen we nog meer aan Jezus geven?’

‘De geboden onderhouden’, zei Amalie.

‘Braaf zijn’, zei Noah.

‘Goede ideeën!’ zei mama. ‘Laten we een spelletje spelen. Ik noem een cadeautje dat iemand aan Jezus gegeven heeft. Jullie vertellen me wie dat was. Hier gaan we. Deze persoon deelde in het bejaardentehuis kerstkaartjes uit.’

Noah stak zijn hand op. ‘Dat was Amalie!’

‘Deze persoon ging op huisonderwijs.’

‘Dat was papa’, zei Amalie.

Al gauw hadden ze een hele hoop cadeautjes opgenoemd die ze aan de Heiland gegeven hadden.

‘We kunnen elke dag cadeautjes geven’, zei mama.

De volgende ochtend moest het huis schoongemaakt worden. ‘O nee’, mopperde Amalie. Maar toen herinnerde ze zich dat anderen helpen een cadeautje is! Als ze mama hielp, hielp ze ook Jezus. Ze pakte een doek en schrobde het aanrecht tot het blonk.

De volgende dag kreeg Amalie wat geld.

‘Je tiende is acht cent’, zei mama.

Amalie herinnerde het zich weer. Tiende is een gebod, dus is het een cadeautje als we tiende betalen. Ze deed acht cent in haar tiendepotje.

Later die week raapte Amalie kussens op. Haar broertje had die van de sofa gegooid. ‘Nog een cadeautje voor Jezus’, zei ze.

Op kerstavond zeiden mama en papa dat ze trots waren op Amalie. ‘Je hebt de hele week cadeautjes aan Jezus gegeven’, zei papa. ‘Dat is net alsof het elke dag een beetje Kerstmis is.’