Meer geven dan alleen cadeautjes

1Je maakt je klaar voor school. Je moeder vraagt je om te komen ontbijten en heeft de tijd genomen om je lievelingskostje te bereiden. Wat ga je doen?

1. Je schreeuwt: ‘Ik ben nog niet klaar!’ en neemt verder de tijd, werkt je ontbijt laat naar binnen en mist de bus, zodat je moeder je naar school moet brengen.

2. Je eet je ontbijt vlug op en vliegt de deur uit; ze doet altijd van dit soort dingen — dat doen moeders gewoon.

3. Je bedankt je moeder, maakt jezelf vlug klaar en neemt de tijd om met het gezin te ontbijten.

2Het is tien uur en je leerkracht staat op het punt om een toets uit te delen. Je kent de persoon naast je niet echt goed, maar je merkt dat ze wanhopig in haar rugzak naar iets zoekt. Wat ga je doen?

1. Je negeert haar. Je bent ook gestrest en denkt uitsluitend aan de toets.

2. Je wenst haar succes.

3. Je vraagt haar of ze iets zoekt. Als je hoort dat ze een pen nodig heeft, geef je er haar eentje van jezelf. ‘Hou ’m maar’, zeg je met een glimlach.

3Na schooltijd heeft iemand in je voetbalelftal moeite om de bal goed door te spelen — en daar ben jij juist heel goed in. Na de training vraagt hij je of je hem wilt helpen. Wat ga je zeggen?

1. Je zegt dat je het veel te druk hebt. Misschien een andere keer.

2. Je gaat met tegenzin akkoord en schiet de bal een paar keer over en weer, geeft hem een snelle aanwijzing en gaat er dan vlug vandoor om je vrienden op te zoeken.

3. Je geeft hem een paar minuten lang allerlei tips en spreekt een tijd af om samen te oefenen.

4Je moeder zet je om halfzes in de middag bij de winkel af om een kerstcadeautje voor je zusje te kopen. Wat ga je halen?

1. Dat is niet moeilijk. Je gaat direct voor die nieuwe basketbal die je al maanden op het oog hebt … zij zal die vast ook geweldig vinden, toch?

2. Je kiest het goedkoopste cadeau op haar lijstje — ze zal niet teleurgesteld zijn en het kostte jou niet al teveel.

3. Je gaat op zoek naar het nieuwste boek van haar favoriete auteur. Je kunt niet wachten om de blik van opwinding op je zusjes gezicht te zien wanneer ze het uit de verpakking haalt!

5Het is tijd om naar bed te gaan en je bent doodmoe. Je hebt echter nog niet in de Schriften gelezen. Wat ga je doen?

1. Je hebt op zondag al gelezen en telt dat maar mee.

2. Terwijl je naar je Schriften zoekt, stuit je op je favoriete roman. Een half uur later denk je opeens aan de Schriften en lees je snel een kort stukje voordat je het licht uitdoet.

3. Je ziet je Schriften en je favoriete roman, maar besluit om je hemelse Vader prioriteit te geven en doet een kort gebed voordat je gaat lezen. Je noteert enkele gedachten terwijl je aan het studeren bent en dankt Hem nogmaals in gebed voordat je naar bed gaat.

Als je meestal antwoord (a) hebt gekozen, kan het geen kwaad om je iets meer op anderen te richten. Vergeet niet dat geven en anderen van dienst zijn alle betrokkenen meer geluk zullen brengen (zie Mattheüs 25:34–46).

Als je meestal antwoord (b) hebt gekozen, bedenk dan: ‘[Je] hebt het voor niets ontvangen, geef het voor niets’ (Mattheüs 10:8). Overweeg hoe je bereidwilliger kunt geven en zo nog meer vreugde kunt ervaren.

Als je meestal antwoord (c) hebt gekozen, ga dan zo door! Uit je daden spreekt de ware geest van Kerstmis.

Bedenk hoe je in deze kersttijd geschenken vanuit je hart aan de mensen om je heen kunt geven. Je kunt altijd, ongeacht je talenten, een manier vinden om je liefde en waardering voor anderen te tonen door wat je dagelijks geeft en hoe je dat geeft. Geven wordt een zegen en niet een verplichting als we begrijpen dat we in dienst van anderen in werkelijkheid onze hemelse Vader dienen (zie Mosiah 2:17).