Een gezin van jonge strijders
Zuster Michelle D. Craig
Eerste raadgeefster in het algemeen jongevrouwenpresidium
‘U [moet] de naam van Christus, die mijn naam is, op u nemen’ (3 Nephi 27:5).
Ik heb ooit een gezin in Chili bezocht. De vader was een maand ervoor verongelukt. Een van de kinderen heette Benjamin. Hij was 10 jaar oud.
Vóór het ongeluk van zijn vader had Benjamin een les tijdens de gezinsavond gegeven. Die ging over de jonge strijders in het Boek van Mormon (zie Alma 53:16–22; 56:42–57). Hij zei dat ze moedig waren en God vertrouwden.
Toen Benjamins moeder hoorde dat zijn vader verongelukt was, moest ze aan de les van Benjamin denken. Ze zei tegen haar kinderen: ‘We moeten even moedig als de jonge strijders zijn. Wij hebben ook een strijd te strijden.’
Het was moeilijk voor het gezin. Het was alsof hun leven ondersteboven was gekeerd. Ze moesten bij hun oma gaan wonen. En ze misten hun papa heel erg. Maar ze wisten dat ze op een dag weer samen zouden zijn. Ze besloten een gezin van jonge strijders te zijn. Benjamin zei tegen ons: ‘Ik ben moedig.’
Ik ging hen bezoeken en wilde hen troosten. Maar ik leerde iets van hen. Benjamin en zijn familieleden strijden heel moedig. Hun geloof inspireert me.
We kunnen allemaal moedig zijn zoals Benjamin. Moedig zijn betekent niet dat we nooit verdrietig of bang zijn. Het betekent dat we geloven dat onze hemelse Vader ons in moeilijke tijden zal helpen. Als we het moeilijk hebben, kunnen we besluiten om op Hem te vertrouwen. Ieder van ons kan een jonge strijder zijn!