19–25 februari: ‘O, wat is het plan van onze God toch groot.’ 2 Nephi 6–10
‘19–25 februari: “O, wat is het plan van onze God toch groot.” 2 Nephi 6–10’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: Boek van Mormon 2024 (2024)
‘19–25 februari. 2 Nephi 6–10’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: 2024 (2024)
Afbeelding
Jezus bidt in Gethsémané
Laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden, Harry Anderson
19–25 februari: ‘O, wat is het plan van onze God toch groot’
Lehi’s familie was minstens veertig jaar eerder uit Jeruzalem vertrokken. Ze woonden nu in een vreemd nieuw land, aan de andere kant van de wereld. Lehi was gestorven en zijn familie was een strijd aangegaan die eeuwenlang zou duren tussen de Nephieten, ‘die geloofden in de waarschuwingen en openbaringen van God’, en de Lamanieten, die dat niet deden (2 Nephi 5:6). Jakob, Nephi’s jongere broer, die nu tot leraar voor de Nephieten was geordend, wilde het verbondsvolk laten weten dat God ze nooit zou vergeten. Zij mochten Hem dus ook nooit vergeten. Die boodschap hebben we tegenwoordig ook zeker nodig (zie Leer en Verbonden 1:15–16). ‘Laten wij Hem indachtig zijn […], want wij zijn niet verworpen. […] Groot zijn […] de beloften van de Heer’, verklaarde Jakob (2 Nephi 10:20–21). De grootste daarvan is de belofte van een ‘oneindige verzoening’ om de dood en de hel te overwinnen (2 Nephi 9:7). ‘Daarom,’ concludeerde Jakob, ‘wees welgemoed’! (2 Nephi 10:23).
De Heer is barmhartig jegens zijn volk en zal zijn verbonden nakomen.
Jakob haalde profetieën van Jesaja aan die in 2 Nephi 6–8 opgetekend zijn, zodat zijn volksgenoten zouden weten dat zij tot het huis van Israël behoorden en op God en zijn beloften konden vertrouwen. Die boodschap is ook voor jou bedoeld, want heiligen der laatste dagen maken ook deel uit van Gods verbondsvolk. Denk bij het lezen van deze hoofdstukken na over vragen zoals:
Wat kom ik over de verlossende liefde van de Heiland voor mij te weten? Welke woorden of zinsneden uiten die liefde in het bijzonder?
Wat biedt de Heiland aan wie Hem zoeken?
Wat kan ik doen om de Heiland en zijn beloofde zegeningen trouwer te ‘verwachten’?
Een manier om onze waardering voor de verzoening van Jezus Christus te vergroten, is te bedenken wat er zonder Hem met ons zou gebeuren. Lees 2 Nephi 9:1–26 en maak een lijstje of markeer in één kleur wat er zonder de verzoening van Jezus Christus met ons zou gebeuren. Daarna kun je in een andere lijst opschrijven of met een andere kleur markeren wat we dankzij de verzoening van de Heiland kunnen ontvangen. Hoe zou je op basis van wat je hebt gelezen uitleggen waarom we de verzoening van Jezus Christus nodig hebben? Wat inspireert je om ‘de wijsheid van God, zijn barmhartigheid en genade’ te prijzen? (2 Nephi 9:8.)
Jakob onderwees niet alleen waar Jezus Christus ons van verlost heeft, maar ook hoe Hij dat heeft gedaan. Noteer eventueel wat je in 2 Nephi 9:11–15, 20–24 vindt.
Jakob was zo onder de indruk van Gods verlossingsplan dat hij uitriep: ‘O, wat is het plan van onze God toch groot!’ Zoek zijn uitroepen in 2 Nephi 9 op (de meeste staan in vers 8–20). Wat leer je uit deze verzen over Gods plan? Door welke ervaringen heb je gevoeld wat Jakob heeft gevoeld? Als onderdeel van je aanbidding en studie kun je een lofzang zoeken waaruit blijkt wat je van Hem vindt, zoals ‘Gij zijt groot’ (Lofzangen, nr. 54).
Wat kun je doen om de ‘oneindige verzoening’ van Jezus Christus beter te begrijpen? (2 Nephi 9:7.) Misschien kun je naar iets kijken wat oneindig in aantal lijkt – grassprietjes in een gazon, zandkorrels op een strand of sterren aan de hemel bijvoorbeeld. In welke opzichten is de verzoening van de Heiland oneindig? In welke opzichten is de verzoening ook persoonlijk? Door welke zinsneden in 2 Nephi 9 ben je dankbaar voor alles wat de Heiland voor je heeft gedaan?
In 2 Nephi 9 gebruikt Jakob twee krachtige, tegenstrijdige uitdrukkingen: ‘het barmhartige plan van de grote Schepper’ en ‘dat geslepen plan van de boze’ (2 Nephi 9:6, 28). Misschien kun je een pad tekenen en er het plan van onze hemelse Vader bij zetten. Doorzoek vervolgens 2 Nephi 9:27–52. Let op waarschuwingen en uitnodigingen die Jakob ons gaf om dit plan te volgen. Noteer naast het pad wat je vindt. Hoe probeert Satan ons van Gods plan weg te leiden? Waartoe word je door Jakobs waarschuwingen en uitnodigingen geïnspireerd?
Het offer van Jezus Christus kan mij vreugde brengen.
Jakobs boodschap was er een van blijdschap. ‘Ik zeg u deze dingen opdat u zich zult verheugen en uw hoofd voor eeuwig zult opheffen’, zei hij (2 Nephi 9:3). Wat lees je in 2 Nephi 10:20, 23–25 dat je vreugde brengt? Hoe ga je die dingen in gedachte houden wanneer je ontmoedigd bent?
Hoe ga je je kinderen duidelijk maken dat ze de Heiland, Jezus Christus, nodig hebben? De doe-pagina van deze week kan daarbij nuttig zijn. Daar vind je een eenvoudige vergelijking met een put en een ladder. Je kunt 2 Nephi 9:21–22 gebruiken om met je kinderen te bespreken waarom je dankbaar bent voor Jezus Christus.
Je kunt je kinderen duidelijk maken waarom we de Heiland nodig hebben door ze over de val te vertellen. Laat een afbeelding van Adam en Eva zien, zoals Leaving the Garden of Eden (Evangeliebibliotheek) en een plaat van Jezus Christus aan het kruis. Laat je kinderen beschrijven wat er op de platen gebeurt. In welke opzichten lijken wij op Adam en Eva? Misschien kunnen ze door 2 Nephi 9:6–10 te lezen gaan inzien wat Jezus Christus voor ons doet. Vraag de kinderen eventueel naar hun gevoelens over Jezus Christus. Een lied zoals ‘Ik voel uw liefde, Heer’ (Kinderliedjes, p. 42–43) kan daarbij nuttig zijn.
Onderwijs in de waarheid met verhalen en voorbeelden. Zorg ervoor dat de verhalen en voorbeelden die je gebruikt in de waarheid onderwijzen. Als je bijvoorbeeld de doe-pagina van deze week gebruikt, onderwijs dan dat Jezus Christus in de ‘put’ is gekomen om ons er stap voor stap uit te helpen.
‘Mijn hart schept behagen in de rechtvaardigheid.’
Om je kinderen aan te moedigen ‘behagen [te scheppen] in de rechtvaardigheid’ of de Heer vreugdevol te gehoorzamen (2 Nephi 9:49), kun je voorbeelden geven van kinderen die een goede of een slechte keuze maken. Laat de kinderen opstaan als de keuze geluk brengt en gaan zitten als de keuze verdriet brengt. Wanneer hebben we ons gelukkig gevoeld omdat we ervoor hadden gekozen om Jezus Christus te volgen?
Je kinderen zullen waarschijnlijk in aanraking komen (als dat al niet gebeurd is) met mensen die de geboden van de Heer dwaas of verouderd vinden. Misschien kun je met je kinderen bespreken hoe we kunnen uitleggen waarom we de geboden graag onderhouden. Waarom is het belangrijk om op Gods raad te vertrouwen, ook al begrijpen wij die niet helemaal? Je kunt de kinderen aanmoedigen om in 2 Nephi 9:20, 28–29, 42–43 te zoeken naar hulp bij deze vragen.