26 februari–3 maart: ‘Men noemt zijn naam […] Vredevorst.’ 2 Nephi 11–19
‘26 februari–3 maart: “Men noemt zijn naam […] Vredevorst.” 2 Nephi 11–19’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: Boek van Mormon 2024 (2024)
‘26 februari–3 maart. 2 Nephi 11–19’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: 2024 (2024)
Afbeelding
Jesaja schrijft op rollen
26 februari–3 maart: ‘Men noemt zijn naam […] Vredevorst’
Graveren op metalen platen was niet makkelijk. Bovendien was de ruimte op Nephi’s kleine platen beperkt. Waarom zou Nephi dan de moeite hebben gedaan om veel van de geschriften van de profeet Jesaja in zijn kroniek over te nemen? Hij deed dat omdat hij wilde dat wij in Jezus Christus zouden geloven. ‘Mijn ziel verheugt zich erin’, schreef hij, ‘de waarheid van de komst van Christus aan mijn volk te bewijzen’ (2 Nephi 11:4). Nephi had gezien wat er in toekomstige generaties met zijn volk zou gebeuren. Hij zag dat ze, ondanks hun grote zegeningen, hoogmoedig, twistziek en werelds zouden worden (zie 1 Nephi 12; 15:4–6). Hij zag ook soortgelijke problemen in onze tijd (zie 1 Nephi 14). Jesaja’s geschriften waarschuwden voor dergelijke goddeloosheid. Maar ze gaven Nephi ook hoop op een heerlijke toekomst – een eind aan goddeloosheid, een vergadering van de getrouwen, en ‘groot licht’ voor wie ‘in duisternis wandelde’ (2 Nephi 19:2). Dit alles zou gebeuren omdat ‘een Kind [werd] geboren’ dat alle strijd kon beëindigen: de ‘Vredevorst’ (2 Nephi 19:6).
Studietips voor thuis en in de kerk
Hoe kan ik de leringen van Jesaja beter begrijpen?
Nephi gaf toe dat ‘de woorden van Jesaja […] niet duidelijk zijn’ (2 Nephi 25:4). Maar hij gaf ook tips om betekenis in Jesaja’s geschriften te vinden:
‘Zijn woorden op [onszelf] toepassen’ (2 Nephi 11:2). Veel leringen van Jesaja hebben meerdere betekenissen en toepassingen. Als je bijvoorbeeld in 2 Nephi 14:5–6 over woningen leest, bedenk dan hoe deze verzen op jouw thuis van toepassing zijn. Vraag jezelf af: ‘Wat wil mijn hemelse Vader dat ik doe?’
Naar zinnebeelden van Jezus Christus zoeken (zie 2 Nephi 11:4). Veel leringen van Jesaja over de Heiland worden door zinnebeelden overgebracht. Hoe wordt de Heiland bijvoorbeeld voorgesteld in 2 Nephi 19:2? Wat leer je van dit zinnebeeld over Hem?
Ernaar streven ‘vervuld met de geest van profetie’ te worden (2 Nephi 25:4). Bid tijdens je studie om geestelijke leiding. Je kunt alles misschien niet meteen begrijpen, maar de Geest kan je de kennis geven die je nodig hebt.
De studiemiddelen in de Schriften kunnen ook nuttig zijn. Denk aan de voetnoten, hoofdstukopschriften en de Gids bij de Schriften. In de instituutslesboeken van het Boek van Mormon en het Oude Testament staat ook aanvullende informatie over de historische context van de leringen van Jesaja.
Omdat Jesaja symbolische taal gebruikt, kan zijn krachtige getuigenis van Jezus Christus makkelijk over het hoofd worden gezien. Zoek naar de Heiland in 2 Nephi 13:13; 14:4–6; 15:1–7; 16:1–7; 17:14; 18:14–15; 22:2. Wat kom je in deze verzen over Hem te weten?
In de profetie in 2 Nephi 19:6 worden verschillende titels van Jezus Christus opgesomd. Hoe vervult Hij deze rollen in jouw leven?
De hoogmoedigen en wereldsgezinden zullen zich verootmoedigen.
Nephi had voorzien dat hoogmoed de ondergang van zijn volk zou veroorzaken (zie 1 Nephi 12:19). Het is dan ook geen wonder dat Nephi zijn volk Jesaja’s herhaalde waarschuwingen voor hoogmoed voorhield. Let in hoofdstuk 12 en 13 op woorden waarmee Jesaja hoogmoed beschreef, zoals trots en verheven. Let in 2 Nephi 15:1–24 op symbolische taal die de gevolgen van hoogmoed beschrijft. Daarna kun je proberen in je eigen woorden samen te vatten wat je hebt gelezen. Bedenk hoe je ervoor zult kiezen om nederig te zijn.
Jesaja noemde de tempel ‘de berg van het huis des Heren’ (2 Nephi 12:2). Waarom is een berg een goed symbool om de tempel voor te stellen?
Hoe zou je aan iemand uitleggen waarom we tempels nodig hebben? Je zou antwoorden kunnen vinden in 2 Nephi 12:2–3 en president Russell M. Nelsons toespraak ‘De tempel en uw geestelijke fundament’ (Liahona, november 2021, 93–96). Overdenk wat je hebt gelezen. Wat wil de Heer dat je in zijn heilige huis leert en meemaakt? Welke ervaringen heb je daar gehad?
De vragen voor een tempelaanbeveling staan op pagina 36–37 van Voor de kracht van de jeugd: een leidraad voor het maken van keuzes. Je kunt ze lezen en bij elke vraag overwegen wat deze vraag je over de wegen van de Heer leert. Hoe helpt elke vraag je om ‘Zijn wegen [te gaan]’?
Zie ook Gospel Topics, ‘Temples’, Evangeliebibliotheek; ‘Hoog op der bergen kruin’, Lofzangen, nr. 5.
Ondanks de goddeloosheid die hij opmerkte, zag Jesaja hoop voor de toekomst. Overweeg om de volgende passages te bestuderen. Schrijf een of meer waarheden over onze tijd uit elke passage op: 2 Nephi 12:1–5; 14:2–6; 15:20–26; 19:2–8. Waarom is het belangrijk dat we deze passages begrijpen?
Zoek naar patronen. In de Schriften zien we hoe de Heer werkt. Zoek in 2 Nephi 11–19 naar patronen waaruit blijkt hoe de Heer voor zonde waarschuwt en mensen die zich bekeren vergeeft.
Jesaja omschreef de tempel als ‘de berg van het huis des Heren’. Je kinderen vinden het misschien leuk om te doen alsof ze een berg beklimmen terwijl je 2 Nephi 12:2–3 voorleest. Zoek samen in deze verzen naar zinsneden die beschrijven waarom we tempels hebben.
Om de zinsnede ‘wij zullen in zijn paden wandelen’ 2 Nephi 12:3 visueel te maken, kun je een pad op de vloer maken dat naar een afbeelding van een tempel leidt. Terwijl je kinderen het pad bewandelen, kunnen ze dingen noemen die ze kunnen doen om in de paden van de Heer te wandelen.
Je kinderen kunnen ook tekenen dat ze naar de tempel gaan. Ze kunnen ook een liedje over de tempel zingen of beluisteren, zoals ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, p. 99). Zoek samen naar woorden en zinsneden in het liedje die aangeven wat de tempel is en wat we daar doen.
Er staan verschillende namen voor Jezus Christus in 2 Nephi 11:4–7; 17:14; 19:6. Help je kinderen om die te vinden en bespreek wat ze betekenen. ‘Christus’ betekent bijvoorbeeld ‘de gezalfde’, en ‘Immanuel’ betekent ‘God met ons’. Wat zeggen die namen ons over Jezus?
Vertoon delen van de video ‘Het Christuskind’ (Evangeliebibliotheek) waarin verschillende mensen Jezus voor het eerst zien. Pauzeer de video wanneer dat gebeurt en vraag je kinderen wat de mensen volgens hen voelen. Hoe zouden wij ons voelen als wij erbij waren? Hoe zullen we ons voelen wanneer we Hem weer zien?
Satan probeert mij in verwarring te brengen over goed en kwaad.
Toon je kinderen iets bitters of zuurs, zoals een stukje citroen, verpakt in een snoeppapiertje. Lees samen 2 Nephi 15:20. Hoe probeert Satan slechte dingen goed te laten lijken? Je kunt ook de eerste 90 seconden van de video ‘Je zult bevrijd worden’ (Evangeliebibliotheek) vertonen. Waarom camoufleert de visser zijn haak? Waarom camoufleert Satan de zonde? Hoe helpt Jezus Christus ons om niet door Satan misleid te worden?
Panama-Stadtempel (Panama). ‘De berg van het huis des Heren zal vaststaan op de top van de bergen […] en alle natiën zullen ernaartoe stromen’ (2 Nephi 12:2).