Heb je weleens iemand horen spreken en je daardoor geïnspireerd gevoeld om je leven te veranderen? Misschien besloot je door wat je hoorde een beetje anders, of zelfs heel anders, te gaan leven. Koning Benjamins toespraak was zo’n toespraak. De leringen die hij uiteenzette, hadden een dergelijke uitwerking op de mensen die ze hoorden. Koning Benjamin vertelde zijn volk wat een engel hem geleerd had – dat heerlijke zegeningen mogelijk waren dankzij ‘het zoenbloed van Christus’ (Mosiah 4:2). Zijn boodschap veranderde hun kijk op zichzelf (zie Mosiah 4:2), de Geest veranderde hun verlangens (zie Mosiah 5:2) en ze gingen een verbond met God aan dat ze altijd zijn wil zouden doen (zie Mosiah 5:5). Die uitwerking hadden koning Benjamins woorden op zijn volk. Wat voor uitwerking hebben ze op jou?
Dankzij Jezus Christus kan ik vergeving van mijn zonden ontvangen en behouden.
Ook al heb je gevoeld dat je zonden vergeven zijn, het kan soms moeilijk zijn om dat gevoel vast te houden en op het pad van rechtschapenheid te blijven. Koning Benjamin leerde zijn volk hoe zij vergeving van hun zonden konden ontvangen en behouden. Overweeg bij je studie van hoofdstuk 4 van Mosiah vragen als deze:
Vers 1–8.Onder welke voorwaarden geeft God je vergeving van je zonden? Wat kom je in deze verzen over Hem te weten dat je inspireert tot bekering? Hoe weet je of je je bekeerd hebt?
Vers 11–16.Wat gebeurt er volgens deze verzen als wij doen wat in vers 11 wordt beschreven? Heb jij of heeft iemand die je liefhebt deze veranderingen ondervonden? Vergelijk deze veranderingen met de veranderingen die in Mosiah 3:19 worden beschreven.
Vers 16–30.Hoe kun je vergeving van je zonden behouden door met anderen te delen wat je hebt? Hoe kun je vers 27 toepassen bij je inspanningen om meer op Christus te gaan lijken?
In welk opzicht zijn we allemaal bedelaars? Hoe moeten we alle kinderen van God volgens deze verzen behandelen? (Zie Mosiah 4:26.) Wie heeft jouw hulp nodig?
Koning Benjamins uitnodiging om in God te geloven en op Hem te vertrouwen, is tegenwoordig net zo belangrijk als vroeger. Let bij het lezen van Mosiah 4:5–10 op waarheden over God die je reden geven om op Hem te vertrouwen. Let op de uitnodigingen die koning Benjamin in vers 10 geeft. Waarom zou vertrouwen op God het makkelijker maken om te doen waartoe koning Benjamin ons uitnodigt?
Je kunt in deze aanvullende Schriftteksten zoeken naar eigenschappen van God en daar een lijst van maken: Jeremia 32:17; 1 Johannes 4:8; 2 Nephi 9:17; Alma 32:22; Mormon 9:9; Ether 3:12; Leer en Verbonden 19:1–3; 88:41 (zie ook de video ‘Christelijke eigenschappen’, Evangeliebibliotheek). Je kunt je lijst gebruiken om een zin als deze op verschillende manieren af te maken: ‘Omdat ik weet dat God is, kan ik erop vertrouwen dat Hij .’
Ons vertrouwen in God neemt toe als we ervaringen met Hem hebben. Waardoor verkreeg het volk van koning Benjamin in Mosiah 4:1–3 ‘kennis […] van Gods goedheid’? (Vers 6.) Denk na over de ervaringen die je met God hebt gehad. Wat ben je door deze ervaringen over Hem te weten gekomen? Welke stappen zet je (of kun je zetten) om je geloof in of vertrouwen op God te vergroten?
Zie ook Jeffrey R. Holland, ‘De grootheid Gods’, Liahona, november 2003, 70–73; Gospel Topics, ‘God the Father’, Evangeliebibliotheek.
Over heilige ervaringen vertellen. Sommige ervaringen zijn te heilig of persoonlijk om over te praten. Als je anderen aanspoort om over hun ervaringen te vertellen, zet ze dan niet onder druk om iets te vertellen als ze dat niet willen.
Ik moet op mijn gedachten, woorden en daden letten.
God geeft ons geen lijst met alle mogelijke zonden. Wat doet Hij volgens Mosiah 4:29–30 dan wel? Bedenk hoe je gedachten, woorden en daden jezelf en anderen beïnvloeden. Hoe beïnvloeden ze je relatie met God? Hoe ‘let’ je ‘op [jezelf]’?
De Geest van de Heer kan een grote verandering in mijn hart teweegbrengen.
Mensen zeggen vaak: ‘Ik kan niet veranderen. Zo ben ik nu eenmaal.’ Het volk van koning Benjamin laat juist zien hoe de Geest van de Heer ons hart werkelijk kan veranderen. Denk terwijl je Mosiah 5:1–5 leest na over de (mogelijke) ‘grote verandering’ die tot ware bekering leidt (of heeft geleid) in je eigen leven. Denk aan zowel de subtiele, geleidelijke veranderingen als de ‘grote’ ervaringen. Wat heb je aan die ervaringen als je met verleiding te maken krijgt?
Ik neem de naam van Christus op mij wanneer ik verbonden met Hem sluit.
Wat betekent het volgens Mosiah 5:7–9 om de naam van Christus op je te nemen? Wat leren de avondmaalsgebeden (zie Moroni 4–5) ons hierover? Hoe kun je laten zien dat je ‘van de Heiland bent’?
Om een gesprek over de vreugde van bekering op gang te brengen, kun je je kinderen hun handen plakkerig of vuil laten maken en ze vragen hoe ze zich voelen als ze hun handen hebben gewassen. Vergelijk dat met de manier waarop de mensen in Mosiah 4:1–3 zich voor en na de vergeving van hun zonden voelden. Geef je getuigenis van de macht van de Heiland om ons geestelijk te reinigen.
Weten je kinderen hoe ze zich volledig en oprecht moeten bekeren? Zoek samen op wat het volk van koning Benjamin deed in Mosiah 4:1–3, 10. Ze kunnen ook ‘Bekeren (zich), bekering’ in de Gids bij de Schriften opzoeken. Hoe maakt Jezus Christus bekering mogelijk?
Het evangelie inspireert mij om anderen met liefde en vriendelijkheid te behandelen.
Anderen dienen geeft ons een goed gevoel. Laat je kinderen vertellen over situaties waarin ze iemand liefhadden of hielpen, en vraag hoe ze zich toen voelden. Wat zijn enkele redenen waarom mensen anderen niet willen dienen? Wat kunnen we tegen iemand zeggen om hem of haar aan te sporen mensen in nood te helpen? Je kunt ideeën opdoen in Mosiah 4:16–26.
Koning Benjamin heeft gezegd dat wij, als we tot Christus komen en vergeving van onze zonden ontvangen, ‘met de liefde van God vervuld [zullen] zijn’ (Mosiah 4:12). Daardoor zijn we liefdevol en vriendelijk jegens anderen. Je kunt met je kinderen in Mosiah 4:13–16, 26 (of een liedje als ‘Ik hou van jou’, Kinderliedjes, p. 78) zoeken naar zinsneden die beschrijven hoe we anderen kunnen dienen. Ze kunnen die dingen dan uitbeelden of er tekeningen van maken en van elkaar raden om welke zinsnede het gaat. Hoe kunnen we thuis, op school of in de kerk liefde en vriendelijkheid tonen?
Afbeelding
jong meisje speelt met een baby
Jezus Christus heeft ons geleerd om anderen vriendelijk te behandelen.
Als ik verbonden met God sluit, neem ik de naam van Christus op mij.
Je kinderen vinden het misschien leuk om badges met de naam ‘Jezus Christus’ te maken en die op hun borst te dragen (zie de doe-pagina van deze week). Terwijl ze dat doen, kun je Mosiah 5:12 voorlezen en bespreken dat we door verbonden te sluiten met God, ofwel door beloften te maken, ervoor kunnen zorgen dat we de naam van Christus ‘altijd in [ons] hart gegrift […] houden’.