Mosiah 11–17

Bekijk terwijl je Mosiah 11–13; 17 bestudeert de afbeeldingen van Abinadi in deze les. Wat leer je over als getuige van Christus optreden? Je kunt je in het bijzonder op de volgende passages en vragen richten:

• Hoe zou je Noach en zijn volk beschrijven? Waarom zou het moed van Abinadi hebben gevergd om Gods boodschap aan hen te verkondigen? (Zie Mosiah 11:1–19, 27–29; 12:9–15.)

• Hoe zou je Abinadi omschrijven? Wat begreep Abinadi waardoor hij stoutmoedig in zijn getuigenis was? (Zie Mosiah 13:2–9, 28, 33–35; 17:8–10, 20.)

Wanneer heb je gemerkt dat je de enige was die voor de Heiland en zijn evangelie opkwam? Hoe liet Hij je voelen dat Hij bij je was? Terwijl je hierover nadenkt, kun je het verslag van Elisa en zijn jonge knecht in 2 Koningen 6:14–17 lezen. Wat vind je inspirerend aan dit verhaal?

Je kunt ook op p. 31–33 van Voor de kracht van de jeugd: een leidraad voor het maken van keuzes zoeken naar zinsneden die je de moed geven om de waarheid te verdedigen. Of je kunt hetzelfde doen met de tekst van een lofzang, zoals ‘Strijd voor het recht’ of ‘Wij gaan voort, steeds voort’ (Lofzangen, nr. 161, 164).

Hoe ga je toepassen wat je van Abinadi hebt geleerd? De video ‘Durf alleen te staan’ (Evangeliebibliotheek) gaat over situaties waarin je pal kunt staan voor Christus en zijn evangelie. Welke andere voorbeelden kun je noemen?

Zie ook Romeinen 1:16; 2 Timotheüs 1:7–8; ‘Hoofdstuk 8: Het vergt moed’, Leringen van kerkpresidenten: Thomas S. Monson (2022), 135–147; Gospel Topics, ‘Faith in Jesus Christ’, Evangeliebibliotheek.

De priesters van koning Noach waren bekend met het woord van God. Ze kenden Schriftteksten uit hun hoofd en beweerden dat ze de geboden aan het volk leerden. En toch leek hun leven niet door het evangelie van de Heiland beïnvloed te worden. Waarom was dat zo?

Denk hierover na terwijl je Alma 12:19–37 leest. Wat denk je dat het betekent om ons hart op het begrijpen van Gods woord te richten? Welke woorden of zinsneden inspireren je om veranderingen aan te brengen in de wijze waarop je het evangelie bestudeert?

Denk na over Abinadi’s opmerking dat de geboden ‘niet in [het] hart [van de priesters waren] geschreven’ (Mosiah 13:11). Wat wil dat zeggen? Overweeg bij het lezen van Mosiah 13:11–26 of deze geboden in jouw hart zijn geschreven.

Zie ook Jeremia 31:31–34; 2 Korinthe 3:3.

Let in Mosiah 14–15 op woorden en zinsneden die de Heiland beschrijven en wat Hij voor jou heeft geleden. Door welke verzen nemen je liefde en dankbaarheid voor Hem toe?

Abinadi maakte duidelijk dat God de Zoon – Jezus Christus – de Verlosser zou zijn (zie Mosiah 15:1). Hij zou in het vlees wonen, en deels mens en deels God worden (vers 2–3). Hij onderwierp Zich volledig aan de wil van God de Vader (vers 5–9). Daardoor is Jezus Christus zowel de Zoon van God als de volmaakte aardse vertegenwoordiger van God de Vader (zie Johannes 14:6–10).

Jezus Christus is in zekere zin ook de Vader omdat we ‘zijn nageslacht’ en ‘erfgenamen van het koninkrijk van God’ worden als we zijn verlossing aanvaarden (Mosiah 15:11–12). Met andere woorden, we worden geestelijk uit Hem wedergeboren (zie Mosiah 5:7).

Waarom is het volgens jou belangrijk om deze waarheden over onze hemelse Vader en Jezus Christus te weten? Hoe versterkt het getuigenis van Abinadi je geloof in Hen?

• We komen allemaal weleens onder druk te staan om keuzes te maken die tegen ons geloof in Jezus Christus indruisen. Wat kunnen je kinderen van Abinadi leren over als getuige van Jezus Christus optreden, zelfs als dat niet populair is? Met behulp van de afbeeldingen in deze les of ‘Hoofdstuk 14: Abinadi en koning Noach’ (in Verhalen uit het Boek van Mormon, 38–42) kunnen ze zich het verhaal in Mosiah 11–13; 17 misschien beter voorstellen. Vraag ze wat ze goed vinden aan Abinadi.

• Je kinderen vinden het misschien leuk om delen van het verhaal van Abinadi na te spelen. Daarna kunnen ze uit het leven gegrepen scenario’s naspelen om te oefenen wat ze kunnen doen als anderen willen dat ze iets verkeerds doen. Of ze kunnen vertellen over situaties waarin ze moedig waren in het volgen van Jezus Christus. Hoe volgde Abinadi Jezus Christus? (Zie Mosiah 13:2–9; 17:7–10.) Waarom deed koning Noach niet wat hij wist dat goed was? (Zie Mosiah 17:11–12.)

• De priesters van koning Noach kenden de geboden, maar hadden ze niet ‘in [hun] hart […] geschreven’ (Mosiah 13:11). Hoe ga je je kinderen helpen om de geboden te kennen en lief te hebben? Misschien kunnen ze de geboden uit Mosiah 12:33–36 en 13:11–24 op hartvormige blaadjes schrijven. Bespreek intussen met ze wat deze geboden betekenen en hoe we ze kunnen volgen. Hoe kunnen we deze geboden in ons hart schrijven?

• Jullie kunnen ook samen een liedje over de geboden zingen, zoals ‘Wees gehoorzaam aan de geboden’ (Kinderliedjes, p. 68–69). Welke zegeningen zijn het gevolg van het onderhouden van de geboden?

Afbeelding

vader en zoon lezen de Schriften

• Hoewel het een kort hoofdstuk is, bevat Mosiah 14 verschillende woorden en zinsneden die Jezus Christus beschrijven. Misschien kun je daar samen met je kinderen een lijstje van maken terwijl jullie het hoofdstuk lezen. Bespreek vervolgens wat jullie voor de Heiland voelen wanneer jullie deze woorden en zinsneden bestuderen.

• Abinadi onderwees over Jezus Christus door de profeet Jesaja te citeren, die ons met verloren schapen vergeleek. Laat je kinderen vertellen over situaties waarin ze iets waren kwijtgeraakt, of waarin ze zelf waren verdwaald. Hoe voelden ze zich? Wat deden ze? Lees daarna samen Mosiah 14:6 en 16:4–9. In welk opzicht lijken wij op schapen die van God afdwalen? Hoe helpt Jezus Christus ons om de weg terug te vinden?