Helamans ‘kleine leger’ (Alma 56:33) van jonge mannen had ten opzichte van de Lamanitische legers normaal gezien geen schijn van kans. Helamans soldaten waren niet alleen gering in aantal, ook ‘waren allen zeer jong’ en ‘nog nooit hadden [zij] gevochten’ (Alma 56:46–47). Hun situatie lijkt in sommige opzichten wel op die van ons. Ook wij voelen ons weleens in de minderheid en overweldigd in onze tegenwoordige strijd tegen Satan en de machten van het kwaad in de wereld.
Maar het leger van Helaman had enkele voordelen op de Lamanieten die niets met aantallen of militaire vaardigheid te maken hadden. Zij hadden Helaman, een profeet, als hun leider gekozen (zie Alma 53:19); ‘hun moeders hadden hun geleerd dat als zij niet twijfelden God hen zou bevrijden’ (Alma 56:47); en zij hadden buitengewoon ‘vertrouwen in hetgeen hun was geleerd’. Het gevolg was dat zij door ‘de wonderbaarlijke macht van God’ werden beschermd (Alma 57:26). Dus als we in ons leven met strijd te maken krijgen, kunnen we moed vatten. Van Helamans leger leren we dat ‘er een rechtvaardig God is, en dat eenieder die niet twijfelt, door zijn wonderbare macht wordt bewaard’ (Alma 57:26).
Zonder hun geloof zouden Helamans jonge soldaten een goede reden hebben gehad om bang te zijn. Maar vanwege hun geloof hadden ze nog meer reden om moedig te zijn. Let in Alma 53–58 op dingen die je helpen om je angsten met geloof in Christus onder ogen te zien. Je zou je op de volgende verzen kunnen concentreren: Alma 53:10–22; 56:43–49, 55–56; 57:20–27 en 58:39–40. In deze tabel kun je je bevindingen noteren.
Eigenschappen van Helamans jonge soldaten:
Mogelijke redenen waarom hun geloof in Christus zo sterk was:
Wat ze deden om geloof in Christus te oefenen:
Hoe God hen zegende:
Wij hebben ook de macht van Jezus Christus nodig om onze geestelijke strijd te winnen. Hoe kun je zijn macht aanwenden? Je kunt naar antwoord op die vraag zoeken in de toespraak ‘De macht van Jezus Christus in ons leven brengen’ van president Russell M. Nelson (Liahona, mei 2017, 39–42). Je kunt zijn raad vergelijken met de dingen die de soldaten van Helaman deden.
Denk vervolgens na over je eigen geestelijke strijd. Schrijf op waartoe je je geïnspireerd voelt om je geloof in Jezus Christus te oefenen.
Volgelingen van Jezus Christus zijn niet gauw beledigd.
Helaman en Pahoran hadden redenen om aanstoot te nemen. Helaman ontving onvoldoende steun voor zijn legers en Pahoran werd er door Moroni onterecht van beschuldigd dat hij die steun achterhield (zie Alma 58:4–9, 31–32; 60). Wat valt je in hun reacties in Alma 58:1–12, 31–37 en Alma 61 op? Waarom denk je dat ze zo reageerden?
Ouderling David A. Bednar heeft Pahoran genoemd als voorbeeld van zachtmoedigheid en heeft gezegd: ‘De meest verheven en betekenisvolle voorbeelden van zachtmoedigheid zijn in het leven van de Heiland zelf te vinden.’ (‘Zachtmoedig en nederig van hart’, Liahona, mei 2018, 32.) Bedenk hoe de Heiland zachtmoedigheid toonde. Zie bijvoorbeeld Mattheüs 27:11–26; Lukas 22:41–42; Johannes 13:4–17. Hoe kun je zijn voorbeeld volgen?
Ik heb de verantwoordelijkheid om voor de mensen om mij heen te zorgen.
Moroni schreef dat Pahoran aan God verantwoording zou moeten afleggen als hij bewust niet in de behoeften van de Nephitische legers voorzag. Wat leer je uit Alma 60:7–14 over zorgen voor behoeftigen? Wat kun jij doen om je van de behoeften van anderen bewust te zijn en die te lenigen?
Als ik nederig ben, kunnen problemen mijn hart tot God wenden.
Doe een ei en een aardappel in kokend water om te bedenken hoe je ervoor kunt kiezen om door je beproevingen ‘verzacht’ of ‘verhard’ te worden. Bestudeer Alma 62:39–51 terwijl je het ei en de aardappel aan het koken bent, en let op de reactie van het volk op Helamans bediening na hun lange oorlog met de Lamanieten. Je kunt dit vergelijken met de manier waarop zij dertien jaar eerder op zijn prediking hadden gereageerd (zie Alma 45:20–24). In welke opzichten reageerden de Nephieten anders op dezelfde ellende? Als het ei en de aardappel gaar zijn, kun je het ei pellen en de aardappel doormidden snijden. Hoe komt het dat kokend water een ander effect heeft op eieren dan op aardappels? Wat heb je geleerd over kiezen hoe we op tegenspoed reageren? Hoe kun je je tijdens beproevingen tot God wenden?
Maak gebruik van ervaringen thuis. Als je lesgeeft in de kerk, laat de klas dan vertellen wat ze thuis hebben geleerd. Vraag bijvoorbeeld wat ze over ellende en nederigheid hebben geleerd door een ei en een aardappel te koken.
Zie voor meer ideeën de Liahona en Voor de kracht van de jeugd van deze maand.
Ik kan net zo trouw zijn aan God als de jonge soldaten van Helaman.
Er zijn veel hulpmiddelen die je kunt gebruiken om het verhaal van Helamans soldaten te vertellen, waaronder de afbeeldingen in deze les en ‘Hoofdstuk 34: Helaman en de tweeduizend jonge soldaten’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 93–94). Aan de hand van de doe-pagina van deze week kunnen je kinderen manieren bedenken waarop ze als het leger van Helaman kunnen zijn. Je kunt enkele eigenschappen van de jonge soldaten uit Alma 53:20–21 bespreken om ze op weg te helpen. Jullie kunnen ook ‘Wij leren de wereld zijn woord’ zingen (Kinderliedjes, p. 92–93).
Ik kan trouw zijn aan wat mijn ouders in rechtschapenheid onderwijzen.
Helamans jonge soldaten keken naar het geloof van hun moeder toen ze met een grote uitdaging te maken kregen. Lees Alma 56:46–48 voor. Laat de kinderen opzoeken wat de moeders van deze jonge mannen hun kinderen over geloof leerden. Je kunt ze vragen wat zij van hun ouders – of andere getrouwe volwassenen – over de Heiland hebben geleerd. Waarom is het belangrijk om ‘nauwgezet’ te gehoorzamen? (Alma 57:21.)
Hoe kun je er net als de moeders van de jonge soldaten voor zorgen dat je kinderen weten dat je in God gelooft? Je kunt bijvoorbeeld vertellen hoe je geloof je leven beïnvloedt. Hoe heeft Hij je bijvoorbeeld ‘bewaard’ toen je ‘niet twijfel[de]’?
Ik kan mijn verbonden met mijn hemelse Vader nakomen.
Je kinderen kunnen misschien vertellen over een keer dat iemand hen een belofte deed en die nakwam. Hoe voelden ze zich toen de belofte werd nagekomen? Lees Alma 53:10–18 en laat je kinderen opzoeken hoe Helaman, het volk van Ammon en de zonen van het volk van Ammon hun beloften, of verbonden, deden en nakwamen. Je kunt vertellen hoe je hemelse Vader jou zegent als je je verbonden nakomt.
Je kunt de kinderen vragen of ze weleens zijn beschuldigd van iets wat ze niet hadden gedaan. Vertel ze dat dit Pahoran overkwam (zie Alma 60–61; zie ook ‘Hoofdstuk 35: Opperbevelhebber Moroni en Pahoran’, Verhalen uit het Boek van Mormon, 95–97). Laat de kinderen beurtelings een vers uit Alma 61:3–14 voorlezen en opzoeken hoe Pahoran reageerde. Wat deed Pahoran toen Moroni hem beschuldigde? (Zie Alma 61:2–3, 8–9.) Wat leren we door het voorbeeld van de Heiland over vergeving? (Zie Lukas 23:34.)