2 Nephi 1–5

Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd: ‘God verwacht dat zijn kinderen handelen volgens de morele keuzevrijheid die Hij hun heeft gegeven. […] Het is volgens zijn plan en wil dat wij de beslissende rol in ons eigen levensverhaal spelen.’ (‘Voor eeuwig vrij, om zelfstandig te handelen’, Liahona, november 2014, 16.) Lehi noemde in zijn leringen over keuzevrijheid essentiële voorwaarden die keuzevrijheid mogelijk maken en ons in staat stellen om ons goddelijke potentieel te verwezenlijken. Denk onder meer aan:

1. Kennis van goed en kwaad (2 Nephi 2:5)

2. Een wet aan het mensdom gegeven (2 Nephi 2:5)

3. Tegengestelde, verlokkelijke keuzes (2 Nephi 2:11)

4. Vermogen om te handelen (2 Nephi 2:16)

Wat komt u in 2 Nephi 2 over elk van deze voorwaarden voor keuzevrijheid en hun onderlinge verhouding te weten? Wat zou er met onze keuzevrijheid gebeuren als een of meer voorwaarden ontbraken? Wat komt u uit Lehi’s woorden nog meer over keuzevrijheid te weten?

Veel mensen zien de val van Adam en Eva als een tragische gebeurtenis. Maar uit Lehi’s leringen over de val blijkt dat deze val een noodzakelijk onderdeel van het plan van de Vader voor onze eeuwige vooruitgang was. Let in deze verzen op de noodzaak van de val zodat wij – kinderen van onze hemelse Vader – vooruitgang kunnen maken. Hoe redt het zoenoffer van de Heiland ons van de val?

Zie ook Mozes 5:9–12; 6:51–62; ‘Fall of Adam and Eve’, Gospel Topics, topics.ChurchOfJesusChrist.org.

Het laatste gedeelte van 2 Nephi 3 bevat een profetie van Jozef in Egypte over een toekomstige ziener met dezelfde naam als hij (zie de verzen 14–15), namelijk Joseph Smith. Er staat ook veel over de zending van Joseph Smith in. Wat zou Joseph Smith, een ‘uitgelezen ziener’, volgens de verzen 6–24 doen om Gods volk tot zegen te zijn? In welke opzichten is Joseph Smiths werk ‘van grote waarde’ voor u?

Joseph Smiths zending was onder meer de belangrijke geschriften van het nageslacht van Jozef tevoorschijn brengen, die in het Boek van Mormon staan. Wat leert u in dit hoofdstuk over het belang van het Boek van Mormon?

Zie ook Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 50:24–38 (in de Gids bij de Schriften).

Afbeelding

de profeet Joseph Smith

Nephi had pas zijn vader verloren. Hij was nu verantwoordelijk om zijn familie te leiden. Hij voelde zich door verleiding omringd en was wegens zijn zonden ontmoedigd. Ook al zijn uw omstandigheden anders dan die van Nephi, toch kunt u zich misschien vinden in sommige gedachten en gevoelens die hij in 2 Nephi 4:15–35 heeft opgetekend. Wat hielp Nephi in zijn benauwingen? Hoe kan Nephi’s reactie op zijn moeilijkheden u helpen om uw moeilijkheden het hoofd te bieden?

Hoe zou u geluk omschrijven? Nephi schreef dat zijn volk ‘een leven van geluk leidde’ (2 Nephi 5:27). Let op keuzes van Nephi en zijn volk die tot geluk leidden – manieren waarop ze elkaar en hun familieleden steunden, waar ze in hun gemeenschap waarde aan hechtten enzovoort. Wat komt u te weten zodat u aan een leven van geluk kunt bouwen, zoals het volk van Nephi dat deed?

In de tijd van Nephi hield de vloek op de Lamanieten in dat ze ‘wegens hun ongerechtigheid’ ‘van de tegenwoordigheid van de Heer […] afgesneden’ werden (2 Nephi 5:20–21). Dit hield in dat de Geest van de Heer Zich van hen terugtrok. Toen de Lamanieten zich bekeerden en het evangelie van Jezus Christus aannamen, volgde ‘de vervloeking van God […] hen niet meer’ (Alma 23:18).

In het Boek van Mormon staat bovendien dat de Lamanieten na de afscheiding van de Nephieten als teken een donkere huid kregen. We weten niet precies wat dat teken inhield en wat de zichtbare gevolgen ervan waren. Maar aanvankelijk onderscheidde het de Lamanieten van de Nephieten. Toen de Nephieten en de Lamanieten later allebei periodes van goddeloosheid en rechtschapenheid doormaakten, was dit teken geen indicatie meer van de status die de Lamanieten voor God hadden.

Profeten in onze tijd bevestigen dat een donkere huid geen teken van goddelijke afkeuring of een vloek is. De kerk staat achter de lering van Nephi dat de Heer ‘niemand [verwerpt] die tot Hem komt, zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw’ (2 Nephi 26:33). President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘De Heer [heeft] zijn essentiële leerstelling van gelijke kansen voor zijn kinderen benadrukt. […] Verschillen in cultuur, taal, geslacht, ras en nationaliteit vallen uiteindelijk in het niet als de gelovigen zich op het verbondspad begeven en tot onze geliefde Verlosser komen.’ (‘President Nelson Remarks at Worldwide Priesthood Celebration’ [1 juni 2018], newsroom.ChurchofJesusChrist.org.)

Zie ook ‘Till We All Come in the Unity of the Faith’ (video, ChurchOfJesusChrist.org).

Wat staat er in deze verzen over de grootste wensen van een rechtschapen ouder voor zijn of haar kinderen?

Lees samen ‘Ziener’ in de Gids bij de Schriften. In welke opzichten was Joseph Smith een ziener? Waarom zijn we dankbaar voor het werk dat Joseph Smith heeft gedaan? (Zie 2 Nephi 3:6–24.)

Lees samen 2 Nephi 4:20–25, stop na elk vers en vraag uw gezinsleden wanneer ze hebben ondervonden of gevoeld wat Nephi beschrijft. Wat heeft God voor ons gezin gedaan?

Op welke manieren leidt uw gezin ‘een leven van geluk’? Lees met uw gezin 2 Nephi 5 en bespreek wat de Nephieten het belangrijkst vonden: het gezin (vers 6), de geboden (vers 10), de Schriften (vers 12), kennis opdoen (vers 15), tempels (vers 16), werk (vers 17) en kerkroepingen (vers 26). Gebruik desgewenst enkele voorwerpen die symbool staan voor deze dingen en bespreek hoe wij, net als de Nephieten, aan dezelfde dingen waarde hechten.