2 Nephi 6–10

Jakob haalde profetieën van Jesaja aan die in 2 Nephi 6–8 opgetekend zijn, zodat zijn volksgenoten zouden weten dat zij tot het huis van Israël behoorden en op God en zijn beloften konden vertrouwen. Jesaja beschreef de verstrooiing van Israël en de door de Heiland beloofde vergadering en verlossing van zijn volk. Overdenk onder het lezen vragen zoals:

• Wat kom ik over de verlossende liefde van de Heiland voor mij te weten?

• Wat voor troost biedt de Heiland aan wie Hem zoeken?

• Wat kan ik doen om de Heiland en zijn beloofde zegeningen trouwer te ‘verwachten’?

Met welke woorden of afbeeldingen zou u iemand onze dringende behoefte aan een Verlosser duidelijk maken om ons van de dood en zonde te redden? Jakob gebruikte de woorden ‘verschrikkelijke’ en ‘monster’. Wat zei Jakob over ‘dat monster, de dood en de hel’ en de ‘ontkoming’ die God voor ons heeft bereid? (2 Nephi 9:10.) Lees 2 Nephi 9:1–26 en markeer desgewenst in één kleur wat er zonder de verzoening van Jezus Christus met ons zou gebeuren. Met een andere kleur kunt u dan markeren wat we dankzij de verzoening van de Heiland kunnen ontvangen. Welke leringen vindt u over de verzoening van Jezus Christus waardoor u de ‘wijsheid van God, zijn barmhartigheid en genade’ wilt prijzen? (2 Nephi 9:8.)

Zie ook ‘Atonement of Jesus Christ’, Gospel Topics, topics.ChurchofJesusChrist.org.

Jezus Christus kwam ‘in de wereld om alle mensen te redden, indien zij naar zijn stem willen luisteren’ (2 Nephi 9:21; cursivering toegevoegd). Met andere woorden, we moeten bereid zijn om de heilbrengende zegeningen te aanvaarden die Hij ons biedt. Jakob gaf na zijn beschrijving van het grote verlossingsplan belangrijke waarschuwingen en uitnodigingen in 2 Nephi 9:27–54, zodat we de zegeningen van de verzoening kunnen ontvangen. Overweeg ze in een schema als het volgende op te nemen:

Wat geeft de Geest u als reactie op deze waarschuwingen en uitnodigingen in om te doen?

Jakobs boodschap was er een van blijdschap. ‘Ik zeg u deze dingen opdat u zich zult verheugen en uw hoofd voor eeuwig zult opheffen’, zei hij (2 Nephi 9:3). Waar put u in 2 Nephi 10:20, 23–25 hoop uit? Waar put u in 2 Nephi 9–10 nog meer hoop uit? Hoe gaat u die dingen in gedachte houden wanneer u ontmoedigd bent?

Zie ook Johannes 16:33.

U kunt bij het lezen van 2 Nephi 8:3 foto’s van een woestijn en een tuin laten zien. Hoe verandert de Heer de woestijnen in ons leven in tuinen? Welke raad geeft de Heer ons in de verzen 4–7 zodat we de vreugde kunnen ontvangen die in vers 3 wordt beschreven?

Hoe kunnen Jesaja’s bemoedigende woorden aan het volk van Zion ons sterken om trouwere discipelen van Jezus Christus te worden? In welk opzicht lijken ontwaken en ons aankleden op wat God ons geestelijk wil laten doen?

Hoe kan uw gezin de grootsheid van Jezus Christus’ ‘oneindige verzoening’ beter gaan begrijpen? (Vers 7.) Misschien kunnen ze naar iets kijken of ergens aan denken wat oneindig in aantal lijkt – grassprieten in een veld, zandkorrels op een strand of sterren aan de hemel bijvoorbeeld. In welke opzichten is de verzoening van de Heiland oneindig? Welke zinsneden in 2 Nephi 9 verdiepen onze dankbaarheid voor wat de Heiland voor ons heeft gedaan?

Misschien kan uw gezin één dag deze week de waarschuwingen in 2 Nephi 9:27–38 opzoeken (voorafgegaan door ‘wee’). Welke waarschuwingen zijn vooral belangrijk om met uw gezin te bespreken? Op een andere dag kunt u in 2 Nephi 9:39–44 opzoeken wat Jakob zijn volk opriep te bedenken.

Wat zijn enkele voorbeelden van ‘de zelfingenomenheid en de zwakheden en de dwaasheid van de mensen’? (Vers 28.) Wat kunnen we doen om meer waarde aan de dingen van God en minder aan de dingen van de wereld te hechten?

Maak samen een papieren keten, doe hem om de beurt om en schud hem af. In welke opzichten zijn zonden als ketenen? Hoe helpt de Heiland ons ze van ons af te schudden?