Moroni 1–6

Voor sommige mensen is het makkelijker om in tijden van gerief en gemak trouw te zijn. Maar als discipelen van Jezus Christus moeten we ook trouw blijven wanneer we met beproevingen en tegenstand te maken krijgen. Wat inspireert u in Moroni 1 over Moroni’s trouw aan de Heer en aan zijn roeping? Hoe kunt u zijn voorbeeld volgen?

De Heiland ontving en bediende tijdens zijn aardse bediening heilige verordeningen. Denk daarbij aan de doop (zie Mattheüs 3:13–17; Bijbelvertaling van Joseph Smith, Johannes 4:1–3 [in de Gids bij de Schriften]), priesterschapsordening (zie Markus 3:13–19) en het avondmaal (zie Mattheüs 26:26–28). De grote afval heeft er echter toe geleid dat veel mensen tegenwoordig niet goed weten hoe verordeningen verricht moeten worden, en zich afvragen of ze überhaupt wel nodig zijn. Moroni verschaft in Moroni 2–6 belangrijke details over bepaalde priesterschapsverordeningen die deze verwarring deels kunnen wegnemen. Wat steekt u over de genoemde verordeningen in deze hoofdstukken op? De volgende vragen kunnen uw inzicht verder vergroten:

Bevestiging (Moroni 2; 6:4).Wat komt u uit de instructies van de Heiland in Moroni 2:2 over de verordening van de bevestiging te weten? Wat betekent het dat de macht van de Heilige Geest op iemand inwerkt en hem of haar reinigt? (Zie Moroni 6:4.)

Priesterschapsordening (Moroni 3).Hoe kan iemand zich op basis van dit hoofdstuk voorbereiden om tot het priesterschap te worden geordend? Hoe kan iemand op basis hiervan een ordening beter verrichten?

Het avondmaal (Moroni 4–5; 6:6).Let op de beloften in de avondmaalsgebeden (zie Moroni 4:3; 5:2) en bedenk hoe u zich aan uw beloften houdt. Hoe kunt u de invloed van de Geest nog sterker uitnodigen als u aan het avondmaal deelneemt?

De doop (Moroni 6:1–3).Wat kunt u doen om aan de genoemde voorwaarden voor de doop in deze verzen te blijven voldoen, ook nadat u zich hebt laten dopen? Wat staat er in deze verzen over de betekenis van uw lidmaatschap van De Kerk van Jezus Christus?

Hoe gaat u, nu u meer over deze verordeningen te weten bent gekomen, er anders over denken, aan deelnemen of anderen erop voorbereiden? Waarom is het belangrijk dat deze verordeningen ‘volgens de geboden van Christus’ worden bediend? (Moroni 4:1.)

Zie ook ‘Verordeningen’, Trouw aan het geloof, 177.

Afbeelding

jongevrouw krijgt een zegen

We bewerken weliswaar allemaal onze ‘eigen behoudenis’ (Mormon 9:27), maar Moroni schrijft ook dat ‘dikwijls tezamen’ komen met medegelovigen ons ‘op het rechte pad’ kan houden (Moroni 6:4–5). Lees Moroni 6:4–9 en denk na over de zegeningen omdat u ‘onder het volk van de kerk van Christus gerekend’ wordt (Moroni 6:4). Hoe kunt u ertoe bijdragen dat de ervaringen die u en anderen in de kerk hebben meer gaan lijken op wat Moroni beschrijft, of u nu leidinggeeft of deelneemt?

Wat betekent het om ‘de Christus [te] verloochenen’? (Moroni 1:2–3.) Hoe kunnen wij laten zien dat wij ‘vastbesloten [zijn] Hem tot het einde te dienen’? (Moroni 6:3.) Haal voorbeelden aan van mensen die u kent met deze vastbeslotenheid om Hem te dienen.

Lees met het gezin de avondmaalsgebeden door. Bespreek vervolgens hoe de gezinsleden eerbiediger met het avondmaal kunnen omgaan. Laat ze zinsneden uit deze gebeden noemen die bijzondere betekenis voor ze hebben. Ze kunnen hun gedachten over die zinsneden ook opschrijven of een tekening maken waardoor ze aan de Heiland denken. Ze kunnen wat ze opgeschreven of getekend hebben dan meenemen naar de avondmaalsdienst om hun gedachten beter op Hem te richten. Licht uw eigen gevoelens over het avondmaal en het offer van de Heiland toe.

Wat houdt het in om ‘een gebroken hart en een verslagen geest’ te hebben? (Moroni 6:2.) Hoe helpt dit ons bij onze voorbereiding op de doop? Hoe kunnen we er na onze doop iets aan hebben?

Wat zijn volgens deze verzen enkele zegeningen omdat we ‘onder het volk van de kerk van Christus gerekend’ worden? (Moroni 6:4.) Waarom hebben wij de kerk nodig?

Wat staat er in dit vers over bekering? Wat houdt het in om met ‘een oprechte bedoeling’ vergeving te zoeken? (Moroni 6:8.) Zing eventueel een lied over vergeving, zoals ‘Help mij, o Vader’ (Kinderliedjes, 52).