Kom dan en volg Mij
6–12 juli. Alma 30–31: ‘De kracht van het woord van God’


‘6–12 juli. Alma 30–31: “De kracht van het woord van God”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘6–12 juli. Alma 30–31’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020

Afbeelding
Alma onderwijst Korihor

Alle dingen wijzen erop dat er een God is (Alma en Korihor), Walter Rane

6–12 juli

Alma 30–31

‘De kracht van het woord van God’

Lees Alma 30–31 en zoek naar inspiratie voor uzelf. Stel u daarna open voor ingevingen welke boodschappen uw klasleden tot zegen zouden zijn.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Als u vindt dat de klasleden liever niet vertellen, kunt u ze enkele minuten de tijd geven om Alma 30–31 en eventuele notities te bestuderen die ze tijdens hun persoonlijke studie de voorbije week hebben gemaakt. Dan kunnen ze met een gesprekspartner of de klas een krachtige boodschap die ze hebben gevonden, bespreken.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Alma 30:6–31

De tegenstander probeert ons met valse leerstellingen te misleiden.

  • Overweeg de behoeften van uw klas. Zou een stukje aanschouwelijk onderwijs het verschil tussen evangeliebeginselen en de vervalsingen van Satan duidelijk maken? Toon ze dan enkele namaakvoorwerpen, zoals speelgoedgeld of -voedsel, en echt geld of voedsel. Hoe kunnen we bepalen dat de nepdingen niet echt zijn? De klas kan dan de valse leringen van Korihor in Alma 30:6–31 benoemen. Wat zou deze valse leringen verleidelijk kunnen maken? Wat bieden de evangeliebeginselen ons dat de nepleringen van Satan niet hebben? Laat de klasleden bespreken wat Alma hielp om onderscheid tussen ware en valse leer te maken (zie Alma 30:32–54). Wat werkt volgens de mensen in uw les ook?

  • Leer uw klasleden om zich tegen de gevolgen van valse leerstellingen te beschermen door de beschrijving van een antichrist in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen te bestuderen. Welke verzen in Alma 30:6–31 laten zien dat deze beschrijving op Korihor van toepassing is? Welke van zijn leringen zijn vergelijkbaar met de valse leringen van tegenwoordig? (Zie Alma 30:12–18, 23–28.) Hoe kunnen we voorkomen dat we door die valse leringen misleid worden?

Alma 30:39–46

Alle dingen getuigen van God.

  • Omdat we in een wereld zoals in Alma’s tijd leven, waarin sommige mensen onderwijzen dat er geen God is, kan het getuigenis van Alma in Alma 30:39–44 zinvol voor uw klasleden zijn. Vraag ze om deze verzen te lezen en een lijst op het bord te zetten van beginselen en bewijzen die Alma opnoemt als getuigenis dat er een God is. Welke andere getuigenissen kennen we dat God leeft? U kunt de uitspraak van president M. Russell Ballard in ‘Bijkomende leermiddelen’ bij deze bespreking gebruiken. U kunt vóór de les ook iemand vragen om een lofzang over de goedheid van God te zingen, zoals ‘Gij zijt groot’ (Lofzangen, nr. 54), of u kunt de lofzang klassikaal zingen.

  • Toen Alma met Korihor sprak, merkte hij dat Korihor ‘de Geest van God van [hem had] afgestoten, zodat die bij [hem] geen plaats’ had (Alma 30:42). Laat de klasleden eventueel in Alma 30:39–46 andere verwijzingen naar de Heilige Geest opzoeken. Welke rol vervult de Heilige Geest in zijn getuigenis aan ons dat God en Jezus Christus echt bestaan? Hoe kunnen we mensen die twijfelen of met vragen zitten, helpen om door de Heilige Geest naar waarheid te zoeken?

    Afbeelding
    Korihor praat met Alma

    Korihor oog in oog met Alma, Robert T. Barrett

Alma 31

Het woord van God heeft de macht om mensen naar rechtschapenheid te leiden.

  • Zijn er mensen in uw les die kunnen vertellen wanneer ‘de kracht van het woord van God’ (Alma 31:5) hen (of iemand die ze kennen) heeft geholpen om veranderingen in hun leven aan te brengen? U kunt uw klasleden vooraf vragen om over hun ervaring te vertellen. Moedig ze aan om verzen uit Alma 31 te citeren die bij hun ervaring aansluiten. Andere klasleden kunnen ook over manieren vertellen waarop het woord van God ‘een krachtiger uitwerking op [hun] gemoed’ heeft gehad (Alma 31:5). Leden kunnen het nuttig vinden andere Schriftteksten te lezen die van de kracht van het woord van God getuigen. (In de ‘Bijkomende leermiddelen’ staan enkele voorbeelden.)

  • De klasleden kunnen bij hun studie van Alma 31 deze week geïnspireerd zijn door Alma die voor de Zoramieten bad. Vraag ze wat ze uit dit hoofdstuk hebben geleerd over familieleden of vrienden de hand reiken als ze het pad van het evangelie hebben verlaten of met hun geloof worstelen. U kunt ze samen in Alma 31 laten zoeken naar dingen die hun opvallen in het verhaal van Alma die de Zoramieten redde, en deze op het bord te zetten. Hoe kunnen we het woord van God beter gebruiken bij onze inspanningen om anderen te redden? (Voor aanvullende inzichten kunt u het citaat van ouderling Jeffrey R. Holland in ‘Bijkomende leermiddelen’ voorlezen.)

  • Wat staat er in Alma 31:30–38 dat mensen kan helpen die zoals Alma om de zonden van anderen treuren?

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag uw klasleden welke leer of welk evangeliebeginsel zij zouden onderwijzen om de foute opvattingen te weerleggen die Alma bij de Zoramieten ontdekte. Vertel ze dat ze bij het lezen van Alma 32–35 zullen ontdekken hoe Alma het woord van God gebruikte om de Zoramieten de noodzaak tot verandering in te laten zien.

Afbeelding
Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Schriftteksten over de macht van het woord van God.

Alles duidt erop dat er een God is.

President M. Russell Ballard heeft gezegd dat de ‘eeuwigdurende bewijzen’ die Alma voor het bestaan van God gaf, ‘ook in deze tijd tot ons blijven getuigen’ (zie Alma 30:44):

‘Astronauten die de aarde vanuit de ruimte bekijken, hebben gezegd hoe ongelooflijk prachtig ze is en hoe levendig ze eruitziet. Senator Jake Garn van de Verenigde Staten zei over zijn ruimte-ervaring: “Ik kan de schoonheid van de aarde onmogelijk beschrijven. Het was een adembenemende, ontzagwekkende, geestelijke ervaring om de aarde vanuit de ruimte te zien terwijl ik met vijfentwintig maal de snelheid van het geluid voorbij reisde. Ik kon me ook naar het zwarte ruimtevacuüm keren en miljarden sterren en zonnestelsels zien, verspreid over miljoenen lichtjaren. Het universum is zo enorm dat het onmogelijk te bevatten is. Maar ik zag wel de hand van God in alles. Ik voelde zijn tegenwoordigheid tijdens de zeven dagen die ik in de ruimte doorbracht. Ik weet dat God de aarde en het universum geschapen heeft. […] Ik weet dat God leeft en de Schepper van ons allen is.” (Brief aan M. Russell Ballard, 3 maart 1988.)’ (‘God’s Love for His Children’, Ensign, mei 1988, 58.)

Anderen met het woord van God voeden.

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd:

‘Voeden we onze jongeren en nieuwe leden werkelijk dusdanig dat ze steun vinden als er zich spanningen in hun leven voordoen? Of geven we ze een soort theologisch cakeje – zonder geestelijke calorieën? […] President Boyd K. Packer heeft een paar jaar geleden tijdens een strenge winter opgemerkt dat een aanzienlijk aantal herten de hongerdood was gestorven terwijl hun maag vol hooi zat. In een eerlijke poging om te helpen, hadden instanties bijzaken aangedragen, terwijl er behoefte was aan hoofdzaken. Jammer genoeg hadden ze de herten gevoerd maar niet gevoed. […]

‘Satan is allesbehalve subtiel in zijn leringen. Waarom zouden wij dat dan zijn? Of we nu onze kinderen thuis onderwijzen of een publiek in de kerk toespreken, laten we het nooit moeilijk maken om ons geloof te ontdekken. […] Geef toespraken die op de Schriften gebaseerd zijn. Onderwijs de geopenbaarde leer.’ (‘A Teacher Come from God’, Ensign, mei 1998, 26–27.)

Ons onderwijs verbeteren

Help uw leerlingen om de beginselen zelf te vinden. Een van uw rollen als leerkracht is uw leerlingen naar beginselen in de Schriften te leiden. De kans dat ze beginselen begrijpen en liefhebben is groter als ze deze beginselen zelf ontdekken en niet alleen een leerkracht erover horen vertellen.