Seminarie en instituut
Les 19: Hij is opgestaan


Les 19

Hij is opgestaan

Inleiding

‘[Jezus Christus] is herrezen uit het graf “als Eersteling van hen die ontslapen zijn” (zie 1 Korinthe 15:20). Als herrezen Heer heeft Hij degenen bezocht die Hij tijdens zijn leven had liefgehad’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 3.) Deze les behandelt de leer en gebeurtenissen met betrekking tot de opstanding van Jezus Christus. Naarmate de cursisten hun begrip en getuigenis van de opstanding vergroten, neemt ook hun hoop en perspectief toe als ze met de moeilijkheden van het aardse leven te maken krijgen.

Achtergrondinformatie

  • D. Todd Christofferson, ‘De opstanding van Jezus Christus’, Liahona, mei 2014, 111–114.

  • Dallin H. Oaks, ‘Opstanding’, Liahona, juli 2000, 16–19.

Lessuggesties

1 Korinthe 15:12–29

De opstanding van Jezus Christus

Laat dan het volgende citaat van de profeet Joseph Smith (1805–1844) zien en door een cursist voorlezen:

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘De fundamentele beginselen van onze godsdienst zijn het getuigenis van de apostelen en profeten aangaande Jezus Christus — dat Hij stierf, werd begraven, ten derden dage verrees en ten hemel opvoer. Al het andere dat verband houdt met onze godsdienst is hier slechts een toevoeging aan.’ [Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 53.]

Bespreek de volgende vraag met de cursisten:

  • Waarom zijn alle andere evangeliebeginselen ‘toevoegingen’ aan de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus?

Vraag de cursisten Jesaja 25:8; Mosiah 16:7–8; en Alma 33:22 door te lezen en te letten op wat profeten van weleer over de opstanding van Jezus Christus profeteerden. Vraag ze naar hun bevindingen.

Zet het volgende schema op het bord:

Omdat Jezus uit de dood is opgestaan, …

Als Jezus niet uit de dood was opgestaan, dan …

1 Korinthe 15:20–28

Alma 11:43–45

1 Korinthe 15:12–29, 29

2 Nephi 9:8–10

Laat de helft van de klas de Schriftteksten in de linkerkolom van het schema bestuderen en letten op de zegeningen die we dankzij de opstanding van Jezus Christus ontvangen. Laat de andere helft van de klas de Schriftteksten in de rechterkolom bestuderen en letten op wat er gebeurd zou zijn als Jezus niet uit de dood was opgestaan. Vraag enkele cursisten na verloop van tijd naar hun bevindingen. Help de cursisten een leerstelling in deze verzen te verwoorden door de volgende vragen te stellen:

  • Volgens 1 Korinthe 15:20 tekende de apostel Paulus op dat Jezus de ‘Eersteling geworden [is] van hen die ontslapen zijn’. Wat betekent dat? (Jezus was de eerste die uit de dood opstond.)

Vraag de cursisten om 1 Korinthe 15:22 door te lezen. Vraag dan:

  • Hoe zou je de universele zegening samenvatten die we ontvangen omdat Jezus Christus uit de dood is opgestaan? (De cursisten dienen tot de volgende conclusie over de leer te komen: Dankzij de verzoening en opstanding van Jezus Christus zullen allen die ooit geboren zijn uit de dood opstaan.)

Laat een cursist de volgende citaten van president Howard W. Hunter (1907–1995) en president Marion G. Romney (1897–1988) van het Eerste Presidium voorlezen:

Afbeelding
President Howard W. Hunter

‘Zonder de opstanding zou het evangelie van Jezus Christus een opsomming van wijze gezegden en schijnbaar onverklaarbare wonderen zijn — gezegden en wonderen zonder de uiteindelijke overwinning. Nee, de uiteindelijke overwinning komt voort uit het grootste wonder: voor het eerst in de geschiedenis van de mens is iemand die dood was uit de dood herrezen. Hij is de Zoon van God, de Zoon van onze onsterfelijke Vader in de hemel, en zijn overwinning over de lichamelijke en de geestelijke dood is het goede nieuws dat iedere christelijke tong dient te belijden.’ (Howard W. Hunter, ‘An Apostle’s Witness of the Resurrection’, Ensign, mei 1986, 16.)

Afbeelding
President Marion G. Romney

‘“Hij is opgewekt! Hij is hier niet.” (Markus 16:6.) Deze woorden, veelzeggend in hun eenvoud, kondigden de belangrijkste gebeurtenis in de opgetekende geschiedenis aan.’ (Marion G. Romney, ‘The Resurrection of Jesus’, Ensign, mei 1982, 6.)

  • Waarom denk je dat de opstanding van Jezus Christus ‘de belangrijkste gebeurtenis in de opgetekende geschiedenis’ is?

  • Wat voor gevoelens en gedachten roept het bij je op dat je weet dat alle kinderen van onze hemelse Vader die op aarde geboren zijn dankzij de opstanding van Jezus Christus uit de dood zullen opstaan?

Leg uit dat de opstanding ons niet alleen van de lichamelijke dood maar ook van de geestelijke dood verlost. Als er geen opstanding was, zouden alle mensen uiteindelijk als de duivel worden (zie 2 Nephi 9:6–9).

Getuig dat Jezus Christus de verzoening door zijn opstanding voleindigde en het voor Gods kinderen mogelijk maakte om in zijn tegenwoordigheid terug te keren.

Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20

Getuigen van de herrezen Jezus Christus

Geef de cursisten het volgende schema als uitreikblad:

Afbeelding
handout, New Testament Appearances of the Resurrected Jesus Christ

Verschijningen van de herrezen Jezus Christus in het Nieuwe Testament

Verwijzing

Bezochte personen

Datum of tijd

Plaats

Wat er gebeurde

Johannes 20:11–18; Markus 16:9

Mattheüs 28:1–10

Lukas 24:34; 1 Korinthe 15:5

Markus 16:12; Lukas 24:13–32

Markus 16:14; Lukas 24:33, 36–49; Johannes 20:19–23

Johannes 20:26–29

Johannes 21:4–23

Mattheüs 28:16–20; Markus 16:15–18

Markus 16:19–20; Lukas 24:50–53; Handelingen 1:9–11

1 Korinthe 15:6

1 Korinthe 15:7

Handelingen 7:55–56

Handelingen 9:4–6; 1 Korinthe 9:1; 15:8

Openbaring 1:13–18

Wijs iedere cursist één of twee rijen uit het schema toe. Vraag ze de Schriftteksten in hun rij te bestuderen en na te gaan wie de herrezen Heiland bezocht. Vraag de cursisten na verloop van tijd naar hun bevindingen. Laat de cursisten het omwille van de tijd kort houden. Bespreek dan de volgende vragen:

  • Wat ben je door deze activiteit te weten gekomen over de vele verschijningen van de herrezen Heiland en wat iedere betrokkene meegemaakt heeft?

  • Welke getuigen van de herrezen Jezus Christus worden er naast deze teksten nog meer in de Schriften genoemd? (De cursisten kunnen de Nephieten of de profeet Joseph Smith noemen.)

  • Waarom is het belangrijk om te weten dat er vele getuigen van de herrezen Heiland geweest zijn? (Zie erop toe dat de cursisten de volgende waarheid begrijpen: Daar velen de herrezen Jezus Christus gezien hebben, weten we zeker dat Hij leeft en dat ook wij na onze dood weer zullen leven.)

Maak de cursisten de leerstellige implicaties van de opstanding duidelijk en waarom, zoals Joseph Smith heeft gezegd, alle andere beginselen toevoegingen zijn aan de dood en opstanding van Jezus Christus. Geef elke cursist daartoe een kopie van het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen. Laat een cursist het citaat voorlezen.

Afbeelding
Elder D. Todd Christofferson

‘Als Jezus werkelijk is opgestaan, volgt daaruit automatisch dat Hij een goddelijk wezen is. Geen enkele gewone sterveling heeft in zichzelf de macht om na zijn dood weer tot leven te komen. Omdat Hij is herrezen, kan Jezus niet slechts een timmerman, leraar, rabbi of profeet zijn geweest. Omdat Hij is herrezen, moet Jezus wel een God zijn, ja, de eniggeboren Zoon van de Vader.

‘Daarom is wat Hij leerde waar. God kan niet liegen [zie Enos 1:6].

‘Daarom was Hij de Schepper van de aarde, zoals Hij zei [zie bijvoorbeeld 3 Nephi 9:15].

‘Daarom zijn de hemel en de hel werkelijkheid, zoals Hij leerde [zie bijvoorbeeld LV 76].

‘Daarom is er een geestenwereld die Hij na zijn dood bezocht [zie LV 138].

‘Daarom zal Hij, zoals de engelen zeiden [zie Handelingen 1:10–11], wederkeren en persoonlijk op de aarde regeren [zie Geloofsartikelen 1:10; zie ook Topical Guide, ‘Jesus Christ, Millennial Reign’].

‘Daarom komt er een laatste oordeel en een opstanding voor allen [zie bijvoorbeeld 2 Nephi 9:15].

Daar de opstanding van Christus echt heeft plaatsgevonden, zijn twijfels over de almacht, alwetendheid en welwillendheid van God de Vader, die zijn eniggeboren Zoon voor de redding van de wereld gegeven heeft, ongegrond. Twijfels over de betekenis en het doel van het leven zijn ongegrond. Jezus Christus is in feite de enige naam of wijze waardoor de mensheid het eeuwig heil kan ontvangen. De genade van Christus is echt, en biedt de bekeerlijke zondaar zowel vergeving als reiniging. Geloof is meer dan verbeelding of een psychologische uitvinding. Ultieme en universele waarheid bestaat, en er zijn objectieve en onveranderlijke morele normen die Hij predikte.

‘Daar Christus echt is opgestaan, is bekering van elke overtreding van zijn wetten en geboden zowel mogelijk als dringend. De wonderen van de Heiland zijn echt, evenals zijn belofte aan zijn discipelen dat zij dezelfde werken en zelfs nog grotere werken kunnen doen [zie Johannes 14:12]. […] Doordat de opstanding van Christus echt heeft plaatsgevonden, is de dood niet ons einde, en hoewel onze huid zal worden geschonden, zullen wij vanuit ons vlees God aanschouwen [zie Job 19:26].’ (‘De opstanding van Jezus Christus’, Liahona, mei 2014, 113, 114.)

  • Hoe illustreert ouderling Christoffersons citaat de centrale rol van de opstanding van de Heiland in de leer van het herstelde evangelie?

Wilt u de cursisten beter laten beseffen hoe de werkelijkheid van de opstanding hen persoonlijk kan raken, laat dan het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:

Afbeelding
Elder Dallin H. Oaks

‘De “levende hoop” die we krijgen door de opstanding is onze overtuiging dat de dood niet het einde is van onze identiteit maar slechts een noodzakelijke stap in de bestemde overgang van sterfelijkheid naar onsterfelijkheid. Die hoop verandert het hele zicht op het sterfelijk leven. […]

‘De zekerheid van een opstanding geeft ons de kracht en het perspectief om door te gaan als wij en al onze dierbaren in het sterfelijk leven voor moeilijkheden komen te staan, zoals lichamelijke, geestelijke of emotionele gebreken die wij bij onze geboorte hebben meegekregen of tijdens ons leven hebben opgelopen. Door de opstanding weten we dat die sterfelijke gebreken slechts tijdelijk zijn!

‘De zekerheid van een opstanding geeft ons ook een krachtige prikkel om tijdens ons sterfelijk leven de geboden van God na te leven.’ (‘Opstanding’, Liahona, juli 2000, 18).

  • Waarom is het belangrijk dat wij allemaal een getuigenis van de werkelijkheid van de opstanding ontwikkelen? (Maak de cursisten het volgende beginsel duidelijk: Dankzij de opstanding van Jezus Christus kunnen we hoop en een eeuwig perspectief hebben als we met de beproevingen van het leven geconfronteerd worden.)

  • In welke opzichten heeft begrip van de opstanding jou of iemand die je kent hoop of vreugde geschonken?

Lees het volgende citaat van president David O. McKay (1873–1970) voor:

Afbeelding
President David O. McKay

‘Tweeënhalf jaar lang waren [de apostelen] op de been gehouden en geïnspireerd door Christus’ aanwezigheid. Maar nu was Hij er niet meer. Ze waren aan hun lot overgelaten, ze waren in verwarring en hulpeloos. […]

‘Waardoor veranderden deze discipelen plotseling in zelfverzekerde, onbevreesde, heldhaftige predikers van het evangelie van Jezus Christus? Het was de openbaring dat Christus uit het graf was herrezen.’ (Leringen van kerkpresidenten:David O. McKay [2003], 62).

Vraag de cursisten aan een bekende van hen te denken die uit de boodschap van de opstanding kracht zou putten. Moedig de cursisten aan hun gevoelens en getuigenis in de nabije toekomst met die persoon te bespreken.

Leesstof voor de cursisten