Kerkleerbeheersing: Lukas 22:19–20

Stel je voor dat je een vriendin die niets over georganiseerde godsdienst of Jezus Christus weet, meeneemt naar de kerk. Na de avondmaalsdienst vraagt ze: ‘Waarom kreeg iedereen een stukje brood en een bekertje water?’

• Hoe zou je aan je vriendin de verordening van het avondmaal uitleggen?

Schrijf de volgende tekstverwijzing en kerngedachte met potlood in je studiedagboek: ‘ Lukas 22:19–20 : Jezus Christus heeft geboden: neem “tot Mijn gedachtenis” deel aan het avondmaal.’

Zeg deze tekstverwijzing en kerngedachte op. Gom vervolgens twee woorden of cijfers uit en oefen nog een keer met het opzeggen van de tekstverwijzing en kerngedachte. Ga op deze manier verder totdat alle woorden en cijfers zijn uitgegomd. Schrijf vervolgens de tekstverwijzing en kerngedachte zo goed mogelijk uit het hoofd op.

Herhaal kort de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis (zie Basisdocument kerkleerbeheersing [2022], ‘Geestelijke kennis verkrijgen’). Kies een van de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis en teken een eenvoudig symbool of plaatje dat het volgens jou goed weergeeft.

Oefen nu met de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis en de leer uit Lukas 22:19–20 door het volgende scenario te lezen en de vragen te beantwoorden.

Judith is 15 jaar en al haar hele leven lid van de kerk. Ze bezoekt de kerkdiensten trouw. Ze woont bij haar moeder en grootmoeder, die goede voorbeelden voor haar zijn. Afgelopen zondag luisterde Judith met bijzondere interesse naar de sprekers tijdens de avondmaalsdienst. Iedere spreker vertelde over krachtige persoonlijke ervaringen bij hun deelname aan het avondmaal en hoe deelname aan het avondmaal de invloed van de Heiland in hun leven vergrootte. Ze bedacht dat ze zelf niet veel soortgelijke ervaringen had gehad. Ze besefte dat ze tijdens het avondmaal vaak afgeleid wordt door haar telefoon, door wat anderen doen, of dat ze denkt hoe snel ze naar huis kan om een dutje te doen.

• Ken je dat gevoel?

• Waarom zouden mensen dat gevoel soms hebben?

Maak in je studiedagboek een kopje voor elk van de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis: (1) in geloof handelen, (2) ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken, en (3) naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen.

Noteer onder elk kopje specifieke manieren waarop dat beginsel Judith in haar situatie kan helpen. Je kunt bijvoorbeeld specifieke manieren noemen waarop ze in geloof kan handelen, aangeven hoe het in haar situatie nuttig kan zijn om een eeuwig perspectief te houden, en enkele bronnen aandragen die God heeft aangewezen en die haar richting kunnen geven.

• Wat zou jij Judith aanraden om eerst te doen?

• Hoe kun je Judith met behulp van elk van de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis helpen?

• Welk advies zou je Judith geven waardoor ze bewuster aan het avondmaal kan deelnemen?

• Wat zou haar in de weg kunnen zitten als ze deze veranderingen aanbrengt? Hoe kan ze die obstakels overwinnen?

• Welke vragen kun je Judith stellen zodat ze haar situatie vanuit een eeuwig perspectief kan zien? Waarom zou je juist die vragen kiezen?

• Wat wordt er in Lukas 22 en in andere Schriftteksten of door kerkleiders onderwezen waar Judith iets aan kan hebben?

• Waar zou Judith nog meer hulp kunnen vinden om bewuster aan het avondmaal deel te nemen?

Gebruik de volgende herhalingsactiviteit voor een toekomstige les.

Geef elke cursist een indexkaartje of een plakbriefje. Laat ze ‘ Lukas 22:19–20 : Jezus Christus heeft geboden: neem “tot Mijn gedachtenis” deel aan het avondmaal’ op hun kaartje of plakbriefje schrijven, en vervolgens enkele woorden en cijfers van deze Schriftverwijzing en kerngedachte uitgommen. Laat de cursisten hun kaartjes of plakbriefjes uitwisselen en kijken of ze de ontbrekende woorden of cijfers kunnen invullen. Laat de cursisten vervolgens proberen de tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd op te zeggen.