Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 19: Stoffelijke en geestelijke zegeningen van het woord van wijsheid


Hoofdstuk 19

Stoffelijke en geestelijke zegeningen van het woord van wijsheid

Onze hemelse Vader heeft ons het woord van wijsheid gegeven om ons te zegenen met lichamelijke gezondheid en ons op het eeuwige leven voor te bereiden.

Uit het leven van George Albert Smith

Als kind kreeg George Albert Smith tyfus. De dokter die de diagnose stelde, zei tegen zijn moeder dat ze hem drie weken in bed moest houden, dat ze hem geen vast voedsel mocht geven en dat ze hem koffie moest laten drinken. Later herinnerde president Smith zich:

‘Toen hij weg was, zei ik tegen mijn moeder dat ik geen koffie wilde drinken. Ik had geleerd dat het woord van wijsheid, dat de Heer aan Joseph Smith had geopenbaard, ons afraadde om koffie te drinken.

‘Mijn moeder had drie kinderen ter wereld gebracht waarvan er twee waren overleden. Ze maakte zich ernstig zorgen.’

De jonge George Albert Smith vroeg in plaats daarvan om een priesterschapszegen, die hij kreeg van zijn huisonderwijzer.

‘Toen de dokter de volgende ochtend langskwam, speelde ik met de andere kinderen buiten. Hij was verbaasd. Hij onderzocht me en zag dat mijn koorts weg was en dat ik in orde leek te zijn.

‘Ik was de Heer dankbaar voor mijn herstel. Ik was er zeker van dat Hij mij had genezen.’1

President Smith wilde dat de heiligen begrepen dat gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid niet alleen lichamelijke gezondheid brengt maar ook geestelijke zegeningen. In de priesterschapsbijeenkomst van een algemene conferentie vertelde hij het verhaal van de oudtestamentische profeet Daniël, die naar Babylon werd weggevoerd en van wie verwacht werd dat hij de gerechten van de koning at en de wijn van de koning dronk:

‘Daniël was een profeet van God, en hij was een profeet omdat hij de geboden van God onderhield. Ik wil dat u (…) die boodschap onthoudt. Daniël hield zich met zijn metgezellen aan de leringen van God met betrekking tot wat hij at en dronk, en weigerde de gerechten die de koning op tafel liet zetten. [Zie Daniel 1:3–16.]’

President Smith legde vervolgens uit dat Daniëls gehoorzaamheid aan de toen geldende gezondheidswet van de Heer er niet alleen toe leidde dat zijn leven werd gespaard, maar dat Daniël ook een grote geestelijke zegen ontving: ‘de inspiratie van de Almachtige.’2 [Zie suggestie 1 op p. 209.]

Leringen van George Albert Smith

Het woord van wijsheid is de liefdevolle raad van onze Vader, die alles weet.

Ik ga een gedeelte voorlezen van wat de Heer op 27 februari 1833 tegen de kerk heeft gezegd:

‘Een woord van wijsheid voor het welzijn van de raad der hogepriesters, vergaderd in Kirtland, en de kerk, en ook de heiligen in Zion —

‘om begroetend te worden gezonden; niet als gebod of beperking, maar als openbaring en het woord van wijsheid om de orde en de wil van God uiteen te zetten aangaande de stoffelijke behoudenis van alle heiligen in de laatste dagen.’

Denk daar maar eens goed over na — ‘aangaande de stoffelijke behoudenis van alle heiligen in de laatste dagen.’

‘Gegeven als een beginsel met een belofte, aangepast aan de capaciteit van de zwakken en de zwaksten van alle heiligen die heiligen worden genoemd of kunnen worden genoemd.’ [Zie LV 89:1–3.]

Vervolgens vertelt de Heer ons wat goed voor ons is. Hij legt uit welke soorten voedsel we het beste kunnen nuttigen, en waarschuwt ons tegen sommige producten die zeer schadelijk en nadelig zijn [zie LV 89:5–17].

Ik vind dat we als volk geweldig zijn gezegend. (…) De Heer is ons barmhartig door ons te waarschuwen en te adviseren aangaande vele zaken.3

Ik zie het woord van wijsheid als een vriendelijk advies van onze Vader in de hemel, die wil dat zijn kinderen meer als Hem worden. (…) Ik zie het als de vaderlijke raad van iemand die weet wat ik nodig heb en die tegen mij zegt: ‘Zoon, die zaken zijn niet goed voor je, en als je ervan afblijft zal ik je het gezelschap van mijn Heilige Geest geven, en vreugde in dit leven en uiteindelijk het eeuwige leven.’ Ik zou een dwaas zijn als ik die verboden stoffen toch tot mij zou nemen, omdat ik weet dat ik zou ingaan tegen de raad van de Heer. Als ik die tot mij nam zou ik onder veroordeling staan, terwijl Hij die het beter weet dan wie ook zegt dat ze schadelijk zijn en mij ervoor waarschuwt. (…)

Hij vond het belangrijk genoeg om ons die raad te geven en ons te waarschuwen; en als Hij die alles weet het nodig vond om dat advies en die raad aangaande deze stoffelijke aangelegenheid te geven, hoe belangrijk is het dan dat wij, die niet weten wat de toekomst ons gaat brengen, ons aan die goddelijke raad houden. Ik ben van mening dat de heiligen der laatste dagen met het woord van wijsheid een wet hebben die hen zal verhogen en verheffen boven degenen die haar niet naleven.4

Het evangelie van Jezus Christus heeft tot doel de ziel, waarvan het lichaam het omhulsel is, eeuwig geluk te brengen. Het is dwaas om toe te geven aan de gewoonten en gebruiken van de wereld! (…) Onze hemelse Vader heeft ons liefdevol [gewaarschuwd]: ‘Ten gevolge van de listen en lagen die in de laatste dagen in het hart van samenspannende mensen bestaan en zullen bestaan, heb Ik u gewaarschuwd en waarschuw Ik u van tevoren, door u dit woord van wijsheid door openbaring te geven.’ (LV 89:4.) (…) Het doel van het evangelie van Jezus Christus is ons begrip te geven van de schoonheid van het leven zoals het volgens Hem geleefd behoord te worden, door ons te vertellen hoe we de zaken kunnen mijden die de wereld vernietigen.5

Gelooft u dat de Heer ons het woord van wijsheid heeft gegeven? Denkt u echt dat Hij weet wat goed voor ons is? Denkt u dat het Hem zou behagen als we die wet naleefden? Hij zegt van wel. Denkt u dat Hij dat meent?6

Broeders en zusters, we kunnen niet ongestraft laatdunkend over het woord van wijsheid doen. Het is gegeven als raad en advies, niet als gebod of beperking, maar als een woord van wijsheid van onze Vader, voor de behoudenis van ons lichaam en ter voorbereiding van onze ziel op het eeuwige leven.7 [Zie suggestie 2 op p. 210.]

De Heer belooft geestelijke en lichamelijke gezondheid aan wie het woord van wijsheid naleven.

Ik ben dankbaar voor dat geweldige woord van wijsheid, in al zijn eenvoud, dat, zoals de Heer zegt, is ‘aangepast aan de capaciteit van de zwakken en de zwaksten van alle heiligen die heiligen worden genoemd of kunnen worden genoemd.’ En dan vraag ik u (…) : kunnen wij heiligen genoemd worden? Allen die heiligen genoemd willen worden, dienen zeker het woord van wijsheid na te leven. En wat betekent dat voor ons? Het schenkt ons het aangename leven en het behoedt ons voor de giftige dampen die veel mensen inhaleren als gevolg van het roken van tabak. Het behoedt ons voor de misselijkmakende gevolgen van het pruimen van tabak. Het behoedt ons, als we het naleven, voor de ziekten die het gevolg zijn van de [stimulerende middelen] die in thee en koffie voorkomen, en van de rampzalige uitwerking van sterke drank. (…)

Onze hemelse Vader zegt niet alleen wat we moeten mijden, maar ook wat goed is om te nuttigen. Hij heeft gezegd dat alle granen, alle heilzame kruiden, de vrucht van de wijnstok enzovoort, goed zijn voor de mens. Het vlees van dieren en van vogels; en de zaken die Hij noemt kunnen met spaarzaamheid en dankzegging gebruikt worden; en ik wil nadruk op dankzegging leggen.8

We zien dat gehoorzaamheid aan de gezondheidswetten tot geestelijke en lichamelijke kracht leidt, en het is ook duidelijk dat op ongehoorzaamheid aan die wetten geestelijke en lichamelijke aftakeling volgt. Het is onze Schepper, de Vader van onze geest, die ons in de gelegenheid heeft gesteld om op aarde te wonen, die gezegd heeft dat bepaalde zaken die in die openbaring worden genoemd niet goed voor ons zijn. Hij heeft ons waardevolle beloften gedaan als we zijn wet gehoorzamen — wijsheid, gezondheid en kracht, en dat de engel der verwoesting aan ons voorbij zal gaan en ons niet zal doden, zoals de kinderen van Israël [zie LV 89:18–21].9 [Zie suggestie 3 op p. 210.]

Gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid sterkt ons geloof en onze spiritualiteit.

Ik ben er geheel van overtuigd dat de barmhartige Heer ons het woord van wijsheid niet alleen heeft gegeven om ons in dit leven gezond te houden, maar ook om ons geloof te versterken, om ons getuigenis van de goddelijke zending van onze Heer en Meester toe te laten nemen, zodat we daardoor beter voorbereid zijn op onze terugkeer in zijn tegenwoordigheid als onze arbeid hier voltooid is. Ik ben bang dat we ons, als zoons en dochters van Zion, soms niet realiseren hoe belangrijk deze geweldige boodschap voor de wereld is.10

Laat ik u zeggen dat het gebruik van tabak, hoewel sommigen er hun schouders over ophalen, naar mijn mening hun geestelijke leven heeft vernietigd, de Geest van onze Vader uit hun leven heeft verdreven, hen heeft vervreemd van de omgang met goede mannen en vrouwen, en hen de minachting en verwijten van hun kinderen heeft gebracht. En toch zal de duivel tegen iemand blijven zeggen: ‘Och, het is maar een kleinigheid!’11

We leven in een tijd waarin de Heer weer tot zijn volk heeft gesproken. Wij, de leden van de kerk, die voldoen aan de vereisten van onze Vader in de hemel, begrijpen heel goed dat God leeft en dat Hij ieder die Hem ijverig dient zal belonen. Wij begrijpen dat Hij bepaalde voorschriften en regels heeft gegeven om ons te besturen; en gehoorzaamheid aan zijn vereisten verzekert ons van zijn welbehagen en onze gehoorzaamheid brengt zegeningen; maar als we zijn leringen niet gehoorzamen, als we zijn raad negeren, gelden zijn beloftes niet voor ons, en verdoen wij mogelijkheden die we niet weer krijgen. Ik voel dat het belangrijk is dat de heiligen der laatste dagen deze wet [het woord van wijsheid] naleven. Ik geloof dat de heiligen der laatste dagen veel meer geloof zullen krijgen als zij die wet gehoorzamen. We lezen in de leringen van Mormon dat het wegens ongeloof was dat er onder zijn volk geen wonderen werden verricht; en hij zei verder tegen hen dat de toestand van de mensen zonder geloof vreselijk was. [Zie Moroni 7:37–38.] Als we ons niet houden aan de wil van de Heer zoals die ons bekend is, zal ons geloof afnemen, want de Geest zal niet op ons blijven inwerken. (…)

Ik geloof stellig dat het geloof van sommige mensen afneemt omdat zij dit eenvoudige gebod niet naleven. Als het woord van wijsheid beter wordt nageleefd, zal het geloof onder de heiligen der laatste dagen groeien, en zullen we in kennis toenemen; want door gehoorzaamheid aan die wet zullen we meer geneigd zijn om de andere wetten van onze Vader na te leven, en naleving van elk gebod brengt een zegening.12 [Zie suggestie 3 en 4 op p. 210.]

Door ons aan het woord van wijsheid te houden, bereiden we ons voor op het eeuwige leven.

Ik vraag mij soms af of de heiligen der laatste dagen beseffen dat [het woord van wijsheid] ons gegeven is voor onze verhoging; niet alleen als stoffelijke zegen, maar om ons voor te bereiden op het geestelijke leven. (…)

Ons is gezegd dat de heerlijkheid Gods intelligentie is [zie LV 93:36], en we hebben allemaal bewondering voor intelligente mannen en vrouwen. Daarom zou het ons verlangen moeten zijn om een fundament van toenemende mentale kracht te leggen, en niets te doen wat dat fundament zou verzwakken. Het blijkt duidelijk uit het leven van sommigen dat zij zich de intelligentie ontzeggen die ze zouden kunnen genieten, doordat zij producten gebruiken waarvan onze hemelse Vader heeft gezegd dat ze niet goed zijn; daardoor worden ze minder intelligent en slagen zij er niet in zich voor te bereiden op het eeuwige leven, dat hun ideaal zou moeten zijn.13

Als we geloven, zoals we beweren, dat Jezus de Christus is en dat we de kinderen van onze hemelse Vader zijn, dan moeten we zo goed leven dat we de tempel waarin wij wonen waardig zijn, die naar het beeld van God geschapen is. Realiseren wij ons dat we de tempel van onze geest verontreinigen als we in ons lichaam producten toelaten die onze Vader heeft verboden? Wie laat het tot zich doordringen dat wij onszelf, als we toegeven aan de zwakte van het vlees, toekomstige mogelijkheden ontzeggen en onszelf afsnijden van de zegeningen die de Heer heeft klaarliggen voor de getrouwen?14

Als we deze wet, die is aangepast aan de capaciteit van de zwaksten onder ons, gehoorzamen, zal die ons tot fundament dienen van vele grote zegeningen die onze Vader op ons wil uitstorten, en waar we anders geen recht op hebben en die we dan niet zullen ontvangen. Hoe kan iemand zich gerechvaardigd voelen in het negeren van een eenvoudige wet van God waarvan Hij zelf heeft gezegd dat ieder die kan gehoorzamen? Kunnen we verwachten een hogere wet te gehoorzamen en de verhoging in te gaan als we ons niet aan deze eenvoudige vereiste kunnen houden?15 [Zie suggestie 3 op p. 210.]

De beste manier om onze kinderen te leren het woord van wijsheid na te leven is het zelf na te leven.

Als vaders en moeders zich aan het woord van wijsheid houden, brengen zij deugden en kracht over op hun kinderen die zij hen op geen andere manier kunnen geven. Ik geloof dat de Geest van onze Vader in het hart en het huis zal vertoeven van hen die zich aan deze wet houden, en hun verlangen om gehoorzaam te zijn zullen zij op hun kinderen overbrengen. (…) Het is genoegzaam bekend dat het effect van tabak op de hersenen van een kind zeer schadelijk is. Het geheugen wordt aangetast en de zintuigen stompen af. Ook is het effect van sterke drank op de hersenen van jongeren zeer schadelijk: het verlangen om eerzaam en oprecht te zijn neemt af en leidt tot zedeloosheid en misdaad. (…) De Heer heeft ons deze wet in liefde gegeven en ons bepaalde zegeningen beloofd als we zijn raad gehoorzamen. Ik wil u aansporen, broeders en zusters, dit thuis te bespreken. Breng dit, en de bijbehorende beloning, onder de aandacht van uw opgroeiende kinderen.

Laat mij u zeggen dat het beste bewijs van ons geloof in die wet, die van God komt, is dat we die wet voortdurend naleven. We kunnen die de hele dag prediken, maar als we die niet in praktijk brengen, zal ons voorbeeld desastreus zijn voor hen van wie we meer houden dan het leven zelf, want zij denken dat zij veilig kunnen gaan waar wij hen heen leiden.16

Ik wil er bij u op aandringen om het woord van wijsheid met een gebed in uw hart te bestuderen. Lees het niet alleen; bestudeer het met een gebed in uw hart. Ontdek waarom onze hemelse Vader het heeft gegeven. Hij heeft het aan ons gegeven met de belofte van een lang en gelukkig leven, maar dan alleen als we het naleven, niet als we ons er niet aan houden. Lees het woord van wijsheid in het bijzijn van uw kinderen en geef het goede voorbeeld. Als we dat doen zal Zion blijven groeien. Als we dat doen zal de kerk van het Lam Gods een kracht ten goede in de wereld worden.17 [Zie suggestie 5 op p. 210.]

Ideeën voor studie en onderwijs

Denk na over de onderstaande ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u voorbereidt op uw les. Zie pp. V–VII voor meer informatie.

  1. Op p. 203 verwijst president Smith naar het verhaal van Daniël, die het voedsel en de wijn van de koning weigert. Lees hoofdstuk 1 van Daniël. Heeft men u ooit iets aangeboden wat in het woord van wijsheid wordt verboden? Hoe kunnen we ons in die gevallen aan het woord van wijsheid houden, zonder anderen direct voor het hoofd te stoten?

  2. Neem de eerste paragraaf van leringen door (pp. 203–205). Hoe kunt u deze leringen gebruiken om iemand te helpen die moeite heeft met het woord van wijsheid?

  3. Neem vluchtig pp. 205–208 door, waarin president Smith een paar zegeningen bespreekt die zijn beloofd aan wie het woord van wijsheid naleven (zie ook LV 89:18–21). Hoe zijn deze beloften in uw leven in vervulling gegaan? Wat voor andere zegeningen hebt u ontvangen door naleving van deze wet?

  4. Op p. 207 belooft president Smith dat gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid een ‘neiging om de andere wetten van onze Vader na te leven´ teweegbrengt. Wat betekent dat voor u?

  5. Hoe zal onze gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid er volgens u toe leiden dat de kerk ‘een kracht ten goede in de wereld [zal] worden’? (p. 209). Bestudeer afdeling 89 van de Leer en Verbonden met een gebed in uw hart, zoals president Smith voorstelt, en overweeg wat u kunt doen om het woord van wijsheid beter na te leven.

Relevante teksten: 1 Korintiërs 6:19–20; Alma 34:36; Leer en Verbonden 29:34; 130:20–21

Onderwijstip: ‘U kunt uw liefde voor de leerlingen uiten door aandachtig naar hen te luisteren en oprechte interesse in hun leven te hebben. Christelijke liefde heeft de macht om het hart te verzachten en de mensen ontvankelijk voor de influisteringen van de Geest te maken’ (Onderwijzen — geen grotere roeping, p. 46).

Noten

  1. ‘Boyhood Experiences’, Instructor, februari 1943, p. 73.

  2. Conference Report, oktober 1943, p. 44.

  3. ‘Saints Blessed’, Deseret News, 12 november 1932, kerkkatern, p. 5.

  4. Conference Report, april 1907, pp. 19–21.

  5. ‘Seek Ye First the Kingdom of God’, Improvement Era, oktober 1947, p. 688.

  6. Conference Report, oktober 1935, p. 121.

  7. Conference Report, april 1907, p. 21.

  8. Conference Report, oktober 1923, pp. 72–73.

  9. Conference Report, april 1907, p. 19.

  10. Conference Report, april 1907, p. 19.

  11. Conference Report, april 1918, p. 40.

  12. Conference Report, oktober 1908, pp. 83–84.

  13. Conference Report, april 1907, p. 19.

  14. Conference Report, april 1905, p. 62.

  15. Conference Report, oktober 1908, p. 84.

  16. Conference Report, april 1907, p. 21.

  17. Conference Report, april 1949, p. 191.

President Smith verklaarde dat Daniël ‘de inspiratie van de Almachtige’ waardig was, omdat hij zich hield aan de toen geldende gezondheidswet.

‘Onze hemelse Vader zegt ons niet alleen wat we moeten mijden, maar ook wat goed is om te nuttigen.