2005
SEMINARIE SCHRIFTEN LICHT
September 2005


IDEEËNLIJST

SEMINARIE SCHRIFTEN LICHT

De seminarieleerlingen in de ring Kumasi (Ghana) leren de kernteksten graag uit het hoofd. Ze hebben een paar supergoede ideeën hoe je die teksten het beste uit het hoofd kunt leren en kunt gebruiken om je leven te verrijken.

Hulp bij het onthouden

  • Bid dat de Geest je zegent bij je studie. ‘De heilige Geest (…) zal u alles (…) te binnen brengen’ (Johannes 14:26).

  • Schrijf de tekst op een kaartje en lees hem geregeld. Stel je ten doel om elke paar dagen een tekst te leren.

  • Roep de hulp van je ouders in. Ze kunnen je overhoren of je de tekst echt kent.

  • Laat de tekst tot je doordringen. Het hoofdstuk lezen waarin het vers staat, kan helpen.

  • Schrijf het vers net zoveel keer over tot je het door en door kent.

  • Kies een tijdstip waarop je elke dag een bepaalde tijd de teksten bestudeert. Houd je aan je plan.

  • Vertel je familie, vrienden of onderzoekers over dit vers.

  • Geef gehoor aan wat de tekst je leert, zodat je een getuigenis krijgt van het behandelde beginsel.

  • Maak een lied met de woorden van het vers. Zing het lied keer op keer.

  • Leer twee regels per keer uit je hoofd totdat je ze kent; voeg daar dan nog twee regels aan toe, totdat je het hele vers uit het hoofd kent.

De zegeningen van tekstbeheersing

  • ‘Door mij deze teksten eigen te maken kon ik geestelijke problemen aan, kreeg ik meer geloof en kon ik veel verleidingen de baas worden.’

  • ‘Deze teksten hebben me kennis gegeven, waarmee ik een toespraak kan houden en mijn getuigenis kan geven.’

  • ‘Als ik mijn Schriften niet bij me heb, heb ik toch een paar teksten in mijn hoofd zitten.’

  • ‘Het lukt mij om teksten uit de Schriften foutloos op te zeggen.’

  • ‘Dankzij tekstbeheersing lukt het mij om de geboden van God te gehoorzamen en mijn roeping in het priesterschap groot te maken.’

  • ‘De kernteksten geven doorgaans antwoord op de vragen die onderzoekers stellen. Daarom zie ik dergelijke vragen met vertrouwen tegemoet en ben ik niet langer zenuwachtig als ik anderen over het evangelie vertel.’

  • ‘Ik kan ze nu veel sneller vinden als ik ze moet opzoeken.’

  • ‘Mijn schoolwerk is er op vooruitgegaan nu ik wat tijd aan uit het hoofd leren spendeer. Ook heb ik graag wat teksten in mijn hoofd om over na te denken.’

  • ‘Ik wil honderd teksten uit het hoofd kennen, zodat ik goed voorbereid op zending kan gaan.’