2010
Zien wij de Christus?
December 2010


Boodschap van het Eerste Presidium

Zien wij de Christus?

Afbeelding
President Dieter F. Uchtdorf

Een opa was op een avond een verhaaltje aan het voorlezen aan zijn vierjarige kleindochter toen ze opkeek en zei: ‘Opa, kijk, sterren!’ De oude man glimlachte vriendelijk en antwoordde: ‘We zijn binnenshuis, schatje. Er zijn hier geen sterren.’ Maar het kind hield vol: ‘Nee, kijk opa! Er zijn sterren in uw kamer!’

De opa keek omhoog en zag tot zijn verbazing dat het plafond bezaaid was met glinsterende puntjes. Ze waren meestal onzichtbaar, maar als het licht op een bepaalde manier op de glinstering viel, leek het inderdaad op een sterrenzee. Er waren kinderogen voor nodig om ze te zien, maar ze waren er wel. En vanaf die dag zag de opa, elke keer als hij in die kamer was en omhoog keek, wat hij eerder niet had gezien.

We staan weer voor de zalige kersttijd met muziek en lichtjes, feestjes en geschenken. Maar de leden van de kerk die de naam van de Heiland draagt, behoren meer dan wie ook door de façade van het feest heen te prikken en de sublieme waarheid en schoonheid van de kersttijd te zien.

Ik vraag mij af hoeveel mensen in Betlehem geweten hebben dat de Heiland daar, dicht bij hen, werd geboren. De Zoon van God, de langverwachte en beloofde Messias — Hij was daar in hun midden!

Herinnert u zich nog wat de engel tegen de herders heeft gezegd? ‘U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.’ En zij spraken tot elkaar: ‘Laten wij dan naar Betlehem gaan om te zien hetgeen geschied is’ (Lucas 2:11, 15).

Evenals de herders vanouds dienen wij in ons hart te zeggen: ‘Laten wij […] gaan om te zien hetgeen geschied is.’ Dat moeten wij in ons hart verlangen. Laten wij gaan om de heilige Israëls in de kribbe, in de tempel, op de berg, en aan het kruis te zien. Laten wij evenals de herders God loven en prijzen voor deze verkondiging van grote blijdschap!

Soms is het het moeilijkst om datgene te zien wat ons al de hele tijd in het gezicht staart. Zoals de opa wie de sterren aan het plafond nooit waren opgevallen, zien wij soms niet wat vlak voor onze neus is.

Wij die de glorierijke boodschap van de komst van de Zoon van God hebben gehoord, wij die zijn naam op ons hebben genomen en ons hebben verbonden om als zijn discipel in zijn voetspoor te treden — wij moeten niet verzuimen ons hart en ons gemoed te openen en Hem werkelijk te zien.

De kersttijd is op verschillende manieren wonderbaarlijk. Het is een tijd voor liefdadigheid en broederlijke liefde. Het is een tijd voor meer bespiegeling over ons eigen leven en over de vele zegeningen die we hebben. Het is een tijd voor vergeven en worden vergeven. Het is een tijd om te genieten van de muziek en de lichtjes, de feestjes en de geschenken. Maar de schittering van de kersttijd moet ons niet verblinden en ons ervan weerhouden om werkelijk de Vredevorst in zijn heerlijkheid te zien.

Laten we allen van deze kersttijd een tijd van verheuging en viering maken, een tijd waarin wij het wonder erkennen, dat onze almachtige God zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, gezonden heeft om de wereld te verlossen!

Foto-illustratie David Stucki; illustratie Joe Flores

Links: illustratie Paul Mann; illustratie van versieringen Joe Flores; Greg Olsen, Christus wekt de dochter van Jaïrus op uit de dood © 1990; Grant Romney Clawson, De jonge Jezus in de tempel © IRI; Harry Anderson, De kruisiging © IRI; illustratie Paul Mann; Del Parson, Hij is herrezen; Paul Mann, De drie wijzen