2013
Het verhalentapijtje
Juli 2013


Het verhalentapijtje

Wie had ooit kunnen weten dat er zoveel verhalen in een tapijtje verweven zouden kunnen zijn.

‘Ik zoek ijverig naar mijn voorouders, ik zoek wat ik maar kan. Mijn familie en hun geschiedenis, daar weet ik alles van.’ (‘Mijn familiegeschiedenis’, Kinderliedjes, p. 100.)

Katrien huppelde over de stoep naar de grote eik op de hoek van haar straat. Door de oude boom kon ze oma’s huis makkelijk vinden.

Zoals gewoonlijk zat oma in haar woonkamer stilletjes stroken felgekleurde stof te vlechten en te naaien. De geboende houten vloeren van oma’s huis waren met prachtige tapijtjes versierd die oma zelf had gemaakt.

‘Dag schat’, zei oma toen Katrien binnenkwam. Na een tijdje praatten ze over wat oma de ‘oude tijd’ noemde. Ze keken samen naar zwartwitfoto’s. Katrien vond het leuk om te zien dat haar familie andere kleding en kapsels droeg toen ze jonger waren.

‘Het ging er toen heel anders aan toe’, zei oma met een zucht. ‘Weet je, we hadden geen televisie of mobiele telefoons.’

Katrien kon zich niet eens voorstellen dat ze overal naartoe zou moeten lopen. ‘Wat voor leuke dingen deed u, oma?’ vroeg Katrien.

‘We zongen graag samen. We gingen ’s avonds altijd om de piano heen staan om onze lievelingsliedjes te zingen. Soms zongen we tot we schor waren! Het was een hele leuke tijd.’

Oma keek naar de tuin alsof ze de jaren terug kon spoelen en er opnieuw naar kon kijken.

Katrien zat naast het opgerolde tapijtje dat op oma’s schoot uitkwam. Ze streek met haar vingers over de nauwkeurige steken.

‘Ik heb eens nagedacht’, zei oma langzaam, ‘zou je graag je eigen tapijtje willen vlechten?’

Katrien sprong op en klapte in haar handen.

‘Heel graag, oma! Kunnen we vandaag beginnen?’

Oma grinnikte. ‘Je moet eerst iets doen. Ga naar huis en verzamel oude kleren die we in stroken kunnen knippen.’

Ze boog voorover naar Katrien toe en haar ogen lichtten toen ze zachtjes begon te praten, alsof ze een geheimpje vertelde:

‘Alleen zó wordt het tapijtje bijzonder. Omdat het tapijtje van kleren gemaakt wordt, vertelt het een verhaal over jouw leven. Elke vlecht is net als een hoofdstuk in een boek over jou. Als je naar de stof van een oude jurk kijkt, weet je nog waar je die gedragen hebt en wat je toen hebt gedaan.’

De ogen van Katrien gingen wijd open. Ze wees naar het tapijtje dat oma aan het vlechten was en vroeg:

‘Kunt u zich nog alles over dit tapijtje herinneren?’

Oma glimlachte. ‘Natuurlijk! Dit rode stukje komt van de jurk die ik droeg toen jij werd geboren. Ik weet nog dat ik mijn neus tegen het glazen raam van de kraamafdeling drukte om je beter te kunnen bekijken. Toen was je nog roze en gerimpeld.’

Katrien en oma lachten heel wat af omdat oma Katrien verhalen over haar tapijtje bleef vertellen. Zodra Katrien die avond thuiskwam, zocht ze met mama oude kleren uit die Katrien kon gebruiken.

De volgende dag nam Katrien de kleren naar oma’s huis. Oma liet Katrien zien hoe ze de stof in lange stroken kon knippen, er vlechten van kon maken en die aan elkaar kon naaien.

Katrien ging elke dag na school naar oma’s huis om aan het tapijtje te werken.

Stukje bij beetje groeide het tapijtje. De dagen verstreken en Katrien leerde veel van oma’s verhalen uit het hoofd. Op sommige dagen vertelde zij veel verhalen aan oma.

Op een dag, nadat ze een blauw gedeelte aan het tapijtje had toegevoegd dat ooit haar favoriete spijkerbroek was geweest, wreef Katrien haar handpalm over de gekleurde vlechten.

‘Denk je niet dat het tapijtje bijna klaar is?’ vroeg oma toen ze van haar werk opkeek.

‘Nog niet’, zei Katrien met een glimlach. Ze wilde niet dat er een eind aan haar tijd met oma zou komen.

Illustratie G. Bjorn Thorkelson