2013
Betere heiligen worden door samenwerking met andere geloven
December 2013


Betere heiligen worden door samenwerking met andere geloven

De auteur woont in Utah (VS).

Wanneer we dienstbetoon verrichten samen met hen die een ander geloof hebben, bouwen we niet alleen onze gemeenschap op en verbeteren we onze relaties, maar worden we zelf ook betere discipelen.

De kerkleiders roepen de leden regelmatig op om met de oprechten van hart, ongeacht hun godsdienst, samen te werken in dienstbetoon en morele kwesties. Vaak geven kerkleiders het voorbeeld. Onlangs ontvingen president Dieter F. Uchtdorf en zijn vrouw, Harriet, een onderscheiding als Mensenvriend van het Jaar van Catholic Community Services. Hij merkte op dat het ironisch was dat ‘twee Duitsers, vroegere lutheranen en nu toegewijde mormonen, werden geëerd door katholieken in de Verenigde Staten van Amerika’.1

Leden overal ter wereld hebben op prijzenswaardige wijze gereageerd op de oproep om schouder aan schouder met leden van andere organisaties dienstbetoon te verrichten. Ik ben geraakt door verslagen van wijken van heiligen der laatste dagen die gemeenschapstuinen kweken, conferenties voor meerdere geloven over morele waarden houden en samen met mensen van andere kerken openbare ruimten schoonmaken.

Bij dienstbetoon samen met mensen van een ander geloof heb ik gezien dat de aanmoediging van ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen waar is: Eerbiedig en oprecht dienstbetoon door leden van verschillende kerken bouwt niet alleen onze gemeenschap op, maar stelt ons ook in staat om gezamenlijk en individueel meer liefde voor God en zijn kinderen te ontwikkelen.2

De wereld verbeteren

Enkele jaren geleden kwam een Presbyteriaanse predikante bij mij in de buurt wonen die al haar naasten wilde dienen, niet alleen de leden van haar kerk. Toen ze met vriendelijkheid, aanbiedingen om te helpen en uitnodigingen voor buurtfeestjes, contact met anderen zocht in onze buurt, waar merendeels heiligen der laatste dagen woonden, begonnen leden van onze wijk mee te doen met dienstprojecten van haar kerk. Samen met buren van verschillende geloven hield ze een geldinzameling voor een gezin van heiligen der laatste dagen dat hoge medische kosten had en er enorm door werd geholpen.

Apostel Orson F. Whitney (1855–1931) heeft gezegd: ‘God gebruikt meer dan één groep mensen om zijn grote en wonderbare werk tot stand te brengen. […] Het is te groot, te moeilijk voor één enkele groep mensen.’3 Wanneer goede mensen samenwerken, kunnen grootse dingen tot stand worden gebracht. Het werk van die predikante uit onze buurt leidde tot de vorming van een comité met leden van verschillende kerken, dat samen met de ZHV van onze ring een vrouwenconferentie organiseerde waardoor hygiënesets en boeken aan vluchtelingenorganisaties konden worden gegeven. Door deze samenwerking met andere geloven konden leden uit de ring een kerkgemeente helpen om een grote groep vluchtelingen voedsel te verschaffen en meedoen toen nog een andere kerk meer vrijwilligers nodig had bij een tehuis voor daklozen.

‘We hebben de verantwoordelijkheid […] om met andere kerken en organisaties samen te werken’, zei president Thomas S. Monson tot de leden4. Deze vorm van dienstverlening heeft de wereld gezegend met meer dan alleen humanitair dienstbetoon. In een toespraak tot christelijke leiders in de Verenigde Staten beschreef ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen een reeks dialogen tussen heiligen der laatste dagen en evangelische christenen die op de Brigham Young University plaatsvonden.5 Een van de resultaten van deze conferenties was, dat een vooraanstaande theoloog zich verontschuldigde voor een onjuiste weergave van het mormoonse geloof door mensen van zijn gemeenschap.6 Ouderling Holland zei over deze wijze van bruggen bouwen: ‘Ik moet wel geloven dat dit te danken is aan een goddelijke hand in de gebeurtenissen in deze moeilijke tijden.’7

Onze relaties verbeteren

Wanneer we samen met anderen dienstbetoon verrichten, kunnen bepaalde richtlijnen ons helpen om onze samenwerking zinvoller te maken zonder aanstoot te geven. Ik heb eens in een grote stad gewoond en me als vrijwilliger opgegeven voor een openbaar onderwijsprogramma van een plaatselijke kerk. Maar toen bleek dat degene die het programma leidde het onaanvaardbaar vond dat ik lid was van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Die ervaring heeft me ervan overtuigd dat we ieders bijdrage moeten waarderen, ongeacht iemands geloof of niet-geloven. Ik maak dankbaar gebruik van elke gelegenheid om over de kerk te vertellen als iemand geïnteresseerd is, maar ik weet ook dat wij als heiligen der laatste dagen Jezus’ opdracht serieus moeten nemen om onze naaste lief te hebben, de naakten te kleden, de hongerigen te voeden en de gevangenen te bezoeken (zie Matteüs 25:34–36), zonder de bekering te verwachten van degene voor wie of met wie we dit doen. Oprechte, respectvolle samenwerking met andere geloven vereist van geen enkele groep mensen, de onze inbegrepen, dat zij hun geloof verloochenen. De deelnemers worden er daarentegen door aangemoedigd om ‘geen enkele kerk [te bestrijden]’ (LV 18:20) en zich ‘met de band der naastenliefde [te bekleden]’ (LV 88:125).

Een wijze ringleider in onze buurt met veel heiligen der laatste dagen gaf nog een nuttige richtlijn. Hij raadde de leden die samen met mensen van andere geloven dienstbetoon verrichten aan om niet het heft in handen te nemen door te overheersen bij beslissingen of leiderschap, maar door met raden te werken en allen toe te staan om ‘een gelijke gelegenheid [te] hebben’ (LV 88:122). Deze leider, die grote ervaring had in de samenwerking met andere kerken, moedigde de leden ook aan om goede relaties op te bouwen. Hij had bemerkt dat sommige mensen die met heiligen der laatste dagen hadden samengewerkt, vonden dat ze wel hard werkten en vriendelijk waren, maar er meer in geïnteresseerd waren om het werk af te krijgen dan om vriendschap te ontwikkelen.

Mijn ervaring met werk voor de gemeenschap en in het onderwijs heeft me ervan overtuigd dat de Geest sterk is wanneer verschillende mensen verenigd werken aan een doel dat de moeite waard is. Broederlijke liefde en zuivere motieven stimuleren dienstbetoon nog meer dan het bijbehorende harde werk.8

Een heilige der laatste dagen die op een conferentie voor academici van verschillende geloven sprak, merkte op dat we door contacten met anderen te leggen, mensen met een ander geloof helpen om ons beter te begrijpen.9 Een andere wetenschapper, niet van ons geloof, geeft een cursus over het mormonisme aan een vooraanstaande Amerikaanse universiteit. Zij ontdekte dat haar studenten in de eerste plaats over de kerk wilden leren ‘omdat ze waren opgevoed met het geloof dat de godsdienst een cultus was, maar hun ervaring met mormoonse vrienden en collega’s niet met dat stereotype overeenkwam’.10

Onszelf verbeteren

Dienstbetoon samen met anderen helpt niet alleen hen om ons te begrijpen, maar het motiveert ook ons om van hen te leren en beter te gaan beseffen dat God ‘geen aannemer des persoons’ is (LV 1:35). Hij staat goede mensen van elk geloof en elke cultuur bij wanneer zij het leven van zijn kinderen willen verbeteren.

Deze erkenning van het goede in anderen helpt ons om nederig te blijven, in tegenstelling tot de farizeeën, die Jezus om hun geestelijke eigendunk veroordeelde (zie Matteüs 23), of de Zoramieten, die in het boek Alma als uitsluitend en arrogant worden geportretteerd (zie Alma 31). Door voor het goede in anderen open te staan, kunnen wij betere mensen worden.

Onze liefde kan zich uitbreiden van een nauwe familiekring tot het omvatten van niet alleen onze vrienden, maar uiteindelijk onze naasten en zelfs onze vijanden. Een kerklid dat dienstdeed in het Amerikaanse leger in het Japan van na de Tweede Wereldoorlog vertelde over zijn worsteling met verbittering jegens het Japanse volk. Nadat hij door mensen uit een Japanse stad in hun heiligdom was uitgenodigd en verwelkomd, bemerkte hij echter ‘dat hun geest de mijne raakte, en ik voelde een verbazingwekkende verandering in mijn gevoelens jegens hen. Mijn verbittering smolt weg. […] Ik dacht na over wat er in dat heiligdom was gebeurd en hoe mijn gevoelens voor de mensen daar op verbazende wijze waren veranderd.’11

Evenzo kunnen anderen, wanneer we hen oprecht verwelkomen in ons midden, een verandering ondergaan. Een evangelische christen die aan de Brigham Young University was afgestudeerd schreef een artikel over haar ervaring en beschreef haar aanvankelijk defensieve houding naar de heiligen der laatste dagen die daar studeerden. Maar nadat ze uiteindelijk vriendschappen had gesloten die veel voor haar betekenden, kreeg ze waardering voor ‘de nadruk die de heiligen der laatste dagen er naar mijn gevoel op leggen dat God dicht bij de mensheid staat. Ik begon te begrijpen dat ik, in mijn streven om Gods grootsheid te behouden, Gods nabijheid had verwaarloosd — en dat besef had een diepgaande uitwerking op mij.’12

In zijn toespraak tot christelijke leiders erkende ouderling Holland ‘het risico dat is verbonden aan het horen van iets nieuws over iemand anders. Nieuw begrip heeft altijd invloed op oude perspectieven, zodat opnieuw nadenken over en herstructuren van onze zienswijze van de wereld onvermijdelijk is.’13 Wanneer ik vriendschap sluit met mensen van een ander geloof, bemerk ik dat ik vaak bezig ben om te analyseren waarin we verschillen, waarbij ik probeer om de culturele van de leerstellige verschillen te onderscheiden en intussen probeer al het deugdzame en lieflijke te waarderen dat zij te bieden hebben. Inderdaad, dat mag soms riskant lijken, maar het is altijd de moeite waard. Terwijl ik bezig ben om dingen van een andere kant te bekijken, leg ik mijn uiterlijke culturele gewoonten van me af en kom ik dichter bij de essentie van het evangelie.

Verschillende groepen heiligen der laatste dagen nodigden mijn vriendin de predikante uit om over het onderwerp ‘onze naaste liefhebben ondanks godsdienstige verschillen’ te spreken, en ze voelde zich geaccepteerd door veel van de aanwezigen. Op haar beurt nodigde ze mij en andere heiligen der laatste dagen uit om in andere kerkgemeenschappen over hetzelfde onderwerp te spreken. Na die diensten werd ik omringd door leden van die kerken, die met me wilde praten, me wilden omhelzen en zelfs tranen van wederzijdse liefde en begrip in de ogen hadden. Bij dergelijke ervaringen is het me duidelijk geworden dat de conclusie van ouderling Holland waar is:

‘W anneer we verder kijken dan iemands huidskleur, etnische afkomst, sociale kring, kerk, synagoge, moskee, overtuiging en geloofsbelijdenis, en wanneer we ons best doen anderen te zien voor wie en wat ze zijn — kinderen van dezelfde God — gebeurt er iets goeds en waardevols met ons. We raken dan meer één met de God die de Vader van ons allen is.’14

Noten

  1. Dieter F. Uchtdorf, in: Marjorie Cortez, ‘Catholic Community Services honors Uchtdorfs, Eccles as humanitarians of the year,’ 7 november 2012, deseretnews.com.

  2. Zie: Quentin L. Cook, ‘Partnering with Our Friends from Other Faiths,’ 9 augustus 2010, patheos.com.

  3. Orson F. Whitney, in Conference Report, april 1928, p. 59.

  4. Thomas S. Monson, in ‘The Mormon Ethic of Civility,’ 16 oktober 2009, mormonnewsroom.org

  5. Zie: Jeffrey R. Holland, ‘Samen de zaak van Christus dienen’, Liahona, augustus 2012, pp. 24–26.

  6. Joseph Walker, ‘Evangelical leader says LDS Church is not a cult’, 10 oktober 2011, deseretnews.com.

  7. Jeffrey R. Holland, ‘Samen de zaak van Christus dienen’, Liahona, p. 24.

  8. Zie: Michael A. Neider, ‘The Voice of the People’, Ensign, oktober 2012, pp. 38–40.

  9. Zie: Blair D. Hodges, ‘Mormons, Methodists meet to consider similarities, compare cultures, theology, music’, 25 februari 2012, deseretnews.com.

  10. Joseph Walker, ‘University of Virginia Chair in Mormon studies named for Richard L. Bushman’, 12 oktober 2012, deseretnews.com.

  11. Ferron A. Olson, ‘Forgiveness at Wakayama’, Ensign, december 2011, p. 57.

  12. Sarah Taylor, in ‘An Evangelical Student’s Experience at BYU’, Meridian Magazine, ldsmag.com.

  13. Jeffrey R. Holland, ‘Samen de zaak van Christus dienen’, Liahona, p. 29.

  14. Jeffrey R. Holland, ‘Samen de zaak van Christus dienen’, Liahona, p. 29.