2013
Indexeren is essentieel
December 2013


Indexeren is essentieel

Door indexeren komen meer gegevens online beschikbaar, zodat de leden familienamen kunnen vinden en meenemen naar de tempel.

Op een briefje op het toetsenbord stond: ‘Deze computer is gereserveerd voor Samuel om 5:00 uur.’ Als reactie op de uitdaging van zijn ringpresident aan de ring om een miljoen namen te indexeren, begon de veertienjarige Samuel B. uit Utah ‘s morgens om 5 uur op te staan, zodat hij kon indexeren voordat hij naar school ging. Met één computer in huis en zes broers en zussen die huiswerk te doen hadden, offerde Samuel wat slaap op om tijd aan de computer te kunnen doorbrengen.

Maar het enthousiasme van Samuel stak de rest van het gezin aan. Al gauw offerde zijn broer Nathan basketbaltijd op en offerde zijn zusje Ivyllyn leestijd op om te indexeren. ‘Ik ben nog nooit zo uitgedaagd door mijn kinderen’, zegt de vader van Samuel. ‘Totdat zij ermee bezig gingen, dacht ik dat indexeren moeilijk was. Door hen heb ik geleerd dat het gemakkelijk en leuk kan zijn.’ De volgende oudejaarsavond waren de kinderen druk bezig om hun jaardoel voor het indexeren nog voor middernacht te halen.

Duizenden kilometers verderop was de familie Lanuza, in Guatemala, al even enthousiast geworden. De negen leden van dit gezin — vijf kinderen, moeder, vader, oma en opa — gebruiken samen één computer. Omdat de kinderen de computer voor huiswerk gebruiken, hun moeder haar studie aan de universiteit afmaakt en vader werkt, is de computer altijd in gebruik en indexeren de gezinsleden beurtelings. Samen hebben ze meer dan 37.000 gegevens geïndexeerd in 2011.

Deze kinderen en hun gezinnen hebben gehoor gegeven aan de uitdaging van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen aan de jeugd van de kerk in oktober 2011:

‘Velen van jullie denken misschien dat familiehistorisch werk vooral iets voor oudere mensen is. Maar mij is geen leeftijdsgrens in de Schriften of richtlijn van onze kerkleiders bekend die dit belangrijke werk tot volwassenen op leeftijd beperkt. […]

Ik nodig de jonge mensen van de kerk uit om de geest van Elia te bestuderen en die te ervaren.’1

Familiegeschiedenis, snel en gemakkelijk

Indexeren is voor iedereen een gemakkelijke manier om met familiegeschiedenis te beginnen en de geest van Elia te ervaren. Eeuwenlang hebben overheden en kerken verslagen van personen en gezinnen bijgehouden, maar deze verslagen zijn moeilijk toegankelijk, en het kost veel tijd om erin te zoeken. Voorheen moesten mensen die in geografische zin gescheiden waren van het land van hun voorouders, naar die plaatsen reizen en zich door de verslagen worstelen, zonder de zekerheid dat ze ook maar één naam van een familielid zouden vinden.

Door de introductie van FamilySearch-indexering in 2006 werd het onderzoek naar de familiegeschiedenis versneld. Namen die ooit verborgen waren in handgeschreven papieren verslagen en in afgelegen bronnen waren opgeslagen, zijn getranscribeerd (geïndexeerd) en kunnen nu met de computer in enkele ogenblikken worden opgezocht. Om dit te bereiken, downloaden vrijwillige indexeerders gegevenssets van ongeveer 10 tot 50 namen naar hun computers thuis. Ze typen de namen, datums en overige informatie over in de database van FamilySearch, waardoor elektronische indexen kunnen worden gemaakt waarin kan worden gezocht.

Voordat FamilySearch-indexering werd gestart, kon het maken van een doorzoekbare index voor zelfs maar één set gegevens met behulp van vroegere naamextractietechnieken jaren duren. Michael Judson, een indexeringsmanager voor FamilySearch, vertelt dat het 11 jaar heeft gekost om de Freedman Bank Records (gegevens van bevrijde slaven in de Verenigde Staten die een bankrekening hebben geopend) te indexeren. Hij schat in dat dit nu enkele maanden zou kosten.

Vrijwilligers overal ter wereld hebben sinds 2006 meer dan een miljard gegevens geïndexeerd, maar er is nog veel meer werk te doen. Er wachten nog miljarden gegevens in de Granite Mountain Records Vault in Salt Lake City (Utah). Daarnaast zijn er de gegevens die in andere archieven overal ter wereld te vinden zijn en die door de afdeling Familiegeschiedenis worden gefotografeerd, zo’n 35 miljoen digitale foto’s per maand.

Bijzondere situaties, bijzondere zegeningen

Het Eerste Presidium heeft verklaard: ‘Wij moedigen de leden aan om deel te nemen aan de indexering voor FamilySearch, die van het grootste belang is voor familiegeschiedenis en tempelwerk.’2 Leden uit alle werelddelen reageren op deze raad en ontvangen opmerkelijke zegeningen.

De heiligen in Oekraïne werken hard aan het maken van elektronische indexen die het onderzoek naar de familiegeschiedenis in Oost-Europa zullen bespoedigen. De familie Rudenko in Kiev geeft een heel goed voorbeeld. Ze brengen het offer om voor internet te betalen zodat zij en hun kinderen namen kunnen indexeren. Zuster Rudenko laat de laptop van het gezin op de keukentafel staan, zodat ze kan indexeren als ze in de loop van de dag even tijd over heeft. Ze typt namen met één hand, terwijl ze met haar andere hand een baby vasthoudt. Haar zoon van 16 en dochter van 12 zijn ook regelmatige indexeerders geworden, en af en toe bezoekt het gezin de overheidsarchieven om familienamen op te zoeken. De familie Rudenko stuurt regelmatig namen in voor de tempel en verricht verordeningen voor die namen. Soms gaan ze meerdere keren per week naar de tempel.

Zuster Rudenko vertelt over de zegeningen die ze door het werk aan de familiegeschiedenis heeft ontvangen. ‘Ik geloof dat het werken aan indexering en familiegeschiedenis ons beschermt. In mijn patriarchale zegen is mij beloofd dat ik, door dit werk te doen, mijzelf en mijn kinderen zal beschermen. Hun gedachten zullen rein zijn en ze zullen opgewassen zijn tegen de slechte invloeden van deze wereld. [Mijn kinderen] hebben van God de kracht voor dit werk ontvangen.’

Veel leden ontdekken dat indexeren een gelegenheid tot zinvol dienstbetoon biedt, ongeacht hun bekwaamheid of omstandigheden. Malinda Perry uit Utah (V.S.) heeft op 24-jarige leeftijd een auto-ongeluk gehad, waardoor ze vanaf haar nek verlamd is. Toen ze zich aan deze nieuwe levenswijze aanpaste, bad zuster Perry over manieren waarop ze kon dienen. Haar vraag werd beantwoord toen Rayleen Anderson, van het ZHV-presidium van haar ring, haar bezocht en haar leerde indexeren. Zuster Perry brengt nu elke dag tijd achter de computer door met een staafje aan haar hand bevestigd, dat ze net voldoende beweegt om te typen. Elke dag indexeert ze een set namen.

‘In plaats van me op mezelf te concentreren, zoals ik altijd deed, is mijn focus gewijzigd in het dienen van anderen’, zegt zuster Perry. ‘Ik houd van de Heer, en ik bied zijn zegeningen graag aan anderen aan door middel van indexeren.’

Toen hij naar een presentatie over familiegeschiedenis zat te luisteren, kreeg David Pickup, ringpresident in Chorley (Engeland) een ingeving dat indexeren de leden van zijn ring kon helpen om hun verlangen om naar de tempel te gaan te vergroten. Maar hij vroeg zich af hoe iets dat op gewoon gegevens invoeren leek, de mensen naar de tempel kon brengen.

Hij besloot het indexeren te proberen en bemerkte dat het de geest van Elia in sterkere mate in zijn leven bracht. Indexeren is voor hem een ‘zuiverend’ werk geworden. ‘Je kunt niet indexeren zonder dat je niet alleen aan de namen denkt die je indexeert, maar ook aan de namen van je eigen familie’, zegt hij.

President Pickup daagde de leden van zijn ring uit om indexeren te gebruiken als manier om mee te doen met familiegeschiedenis. Binnen korte tijd bemerkten hij en andere ringleiders dat het aantal leden met een tempelaanbeveling toenam, evenals de aanwezigheid in de avondmaalsdiensten. Ze bemerkten dat de leden die aan het indexeren deelnamen, een verlangen ontwikkelden om de namen van hun eigen familie naar de tempel te brengen.

De zeventienjarige Mackenzie H. ging de uitdaging van president Pickup aan en begon met indexeren. Ze hielp ook haar andere gezinsleden en grootouders om eraan mee te gaan doen. In minder dan twee jaar had Mackenzie meer dan 44.000 namen geïndexeerd. Nog belangrijker was dan Mackenzie en haar gezin ertoe werden bewogen om de namen van hun eigen familieleden op te zoeken en naar de tempel te brengen, waar ze de heilbrengende verordeningen voor hen verrichtten.

Door indexeren kwam de Geest in sterkere mate in het leven van de leden van de ring Chorley en kregen ze de hulpmiddelen die ze nodig hadden om de namen van hun familie naar de tempel te brengen. ‘Je hoeft niet in aanmerking te komen voor een tempelaanbeveling om te indexeren,’ zegt president Pickup, ‘maar wanneer je indexeert, zal het je verbeteren, je zult waardig voor de tempel willen zijn, je zult naar de tempel willen gaan en je zult werk voor je voorouders willen doen. […] Ik weet dat, omdat het met mij gebeurde.’

Indexeren helpt iedereen

De Heer heeft beloofd: ‘Ik zal mijn werk te zijner tijd bespoedigen’ (LV 88:73). Indexeren is een van de manieren waarop de Heer die belofte vervult. Mensen kunnen hun eigen voorouders opzoeken en het aan anderen overlaten om die op te zoeken, maar dankzij indexering kan iedereen zijn familiegeschiedenis onderzoeken en gaat het sneller. ‘De Heer heeft ons de technologie gegeven voor enorme verbeteringen bij het opzoeken van namen’, zegt broeder Judson. ‘Tegenwoordig werk je niet alleen aan je eigen familiegeschiedenis; indexeren is een gezamenlijke inspanning om alle kinderen van onze hemelse Vader te helpen.’

Noten

  1. David A. Bednar, ‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, p. 24.

  2. Brief van het Eerste Presidium, 29 februari 2012.