2015
Hoogtepunten van de 185e algemene oktoberconferentie van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen
November 2015


Hoogtepunten van de 185e algemene oktoberconferentie van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen

‘U [bent] een zoon of dochter van onze hemelse Vader’, zo sprak president ThomasS. Monson in de zondagmorgenbijeenkomst van de algemene oktoberconferentie. ‘U bent uit zijn tegenwoordigheid gekomen om enige tijd op deze aarde te vertoeven, om de liefde en leringen van de Heiland uit te stralen, en om uw licht moedig te laten schijnen zodat allen het kunnen zien. Als uw tijd op aarde erop zit en u uw deel hebt gedaan, zult u de heerlijke zegening meemaken om terug te keren en eeuwig bij Hem te wonen’ (p. 88).

In deze algemene conferentie werd stilgestaan bij het overlijden van president Boyd K. Packer en de ouderlingen L. Tom Perry en Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen. De leden van de kerk verleenden hun steun aan drie nieuwe leden van het quorum: de ouderlingen Ronald A. Rasband, Gary E. Stevenson en Dale G. Renlund.

Andere hoogtepunten:

  • De ouderlingen M. Russell Ballard, David A. Bednar en D. Todd Christofferson van het Quorum van de Twaalf Apostelen legden in hun toespraken uit waarom de Heer zijn kerk heeft opgericht, met profeten en apostelen als fundament, namelijk om zijn werk te doen en ons de macht te geven om naar Hem terug te keren (zie p. 24, 128 en 108).

  • President Russell M. Nelson en ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen legden de belangrijke rol van de vrouw uit. President Nelson merkte op: ‘Het koninkrijk van God is niet en kan niet compleet zijn zonder vrouwen die heilige verbonden sluiten en vervolgens nakomen, vrouwen die met de macht en het gezag van God kunnen spreken!’ (p. 96.)

  • Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen bevestigde dat ‘onze Heiland […] alle menselijke moeilijkheden in volle omvang onderging en doorstond. […] En daardoor stelt zijn verzoening Hem in staat om ons te hulp te komen — om ons de kracht te geven alles te dragen’ (p. 61–62).