1 Nephi 16–22

Laat een kompas of een landkaart zien, of iets anders wat ons helpt de weg te vinden. Leg uit hoe die hulpmiddelen werken. Vergelijk ze met de Liahona terwijl u vertelt wat er in 1 Nephi 16:10, 28–29 en 18:9–13, 20–22 gebeurt. Wijs erop dat de Liahona niet werkte als Lehi’s gezin ongehoorzaam was (zie ook 1 Nephi 18:9–12, 20–22). Dankzij welke hulpmiddelen kunnen wij nu de weg terug naar onze hemelse Vader vinden?

Stop aanwijzingen naar een plek in of rond het kerkgebouw in een doos. De doos en de aanwijzingen stellen de Liahona voor. Laat de kinderen om de beurt een aanwijzing uitkiezen en raden om welke plek het gaat. Ga er dan samen naartoe. Leg uit dat de Heer ons helpt om naar Hem terug te keren als wij geloof oefenen en zijn leiding volgen (zie Alma 37:38–42). Hoe helpt onze hemelse Vader ons om de weg terug naar Hem te vinden?

Laat elk kind een tekening maken van een element uit het verhaal van de gebroken boog van Nephi (zie 1 Nephi 16:14–32), zoals bijvoorbeeld Nephi, een boog of de Liahona. Gebruik de tekeningen om het verhaal te vertellen en laat de kinderen om de beurt hetzelfde doen. Hoe kunnen we op Nephi lijken als ons gezin een moeilijke tijd doormaakt?

Laat de kinderen een papieren cirkel uitknippen, en een droevig gezichtje op de ene kant en een vrolijk gezichtje op de andere kant tekenen. Vertel het verhaal van de gebroken boog van Nephi, en vraag de kinderen om intussen met de gezichtjes te laten zien hoe zijn familie zich op verschillende momenten voelde. Hoe maakte Nephi zijn familie gelukkig? Hoe kunnen wij ons gezin gelukkig maken?

Vertel de kinderen het verhaal van Nephi die het gebod kreeg om een schip te bouwen. Gebruik daarbij 1 Nephi 17:7–19 en 18:1–4. .  De doe-pagina van deze week versterkt het beginsel dat onze hemelse Vader Nephi hielp, en dat Hij ons zal helpen.

Zing samen de tweede strofe van ‘Nefi’s moed’ (Kinderliedjes, 64). Hoe komt het dat Nephi moed hield toen zijn broers hem uitlachten omdat hij een schip wilde bouwen?

Lees een of meer van de volgende teksten met de kinderen: 1 Nephi 16:10, 28–29; 17:13–15; en 18:8–13, 20–22. Laat ze opzoeken wat ze moeten doen om leiding te ontvangen, en bespreek wat ze hebben geleerd.

Vat de verhalen in 1 Nephi 16–18 samen en stel enkele kinderen dan vragen alsof ze met Lehi’s familie mee waren gereisd. Mogelijke vragen: Waarom was je dankbaar voor de Liahona? Wat moest je doen om ervoor te zorgen dat de Liahona werkte? (Zie 1 Nephi 16:28–29). Laat de klas bespreken wat de Heer ons in deze tijd heeft gegeven om ons te leiden.

Vraag de kinderen hoe ze het verhaal van de Liahona kunnen gebruiken om een vriend bij het nemen van een belangrijke beslissing te helpen. Om die vraag te beantwoorden, kunnen de kinderen naast 1 Nephi 16:10, 26–31 en 18:9–22 ook Alma 37:38–44 gebruiken. Vertel over een keer dat uw hemelse Vader u heeft geholpen een moeilijke tijd te doorstaan, of laat de kinderen iets soortgelijks vertellen. Wat moeten wij doen om zijn hulp te ontvangen?

Laat de kinderen tekeningen maken van het verhaal van de gebroken boog van Nephi (zie 1 Nephi 16:14–39). Vat het verhaal zo nodig nog een keer samen. Terwijl ze hun tekeningen aan de anderen laten zien, vraagt u ze hoe Nephi’s getrouwheid zijn familie tot zegen was. Laat de kinderen even stilstaan bij de moeilijkheden waarmee zij of hun familie nu te maken hebben. Hoe kunnen zij Nephi’s voorbeeld volgen?

Lees samen enkele verzen uit 1 Nephi 16:21–32. Bespreek eventuele doelen van de gezinnen van de kinderen, zoals bijvoorbeeld regelmatig gezinsavond houden of als gezin bidden. Hoe kunnen de kinderen ertoe bijdragen dat hun gezin die doelen bereikt? Laat ze zich voornemen om deze week iets te doen om hun gezin te helpen zijn doelen te bereiken.

Laat een kind 1 Nephi 19:22–24 voorlezen. Vraag de kinderen wat het volgens hen betekent om ‘alle Schriften op onszelf toe [te passen]’. Help ze ontdekken hoe Nephi een Schriftuurlijk verslag toepaste op wat hij meemaakte toen hij de koperen platen ging halen. (Zie 1 Nephi 4:1–4; zie ook Exodus 14.) Wat hadden Nephi en zijn broers aan dat verhaal?

Vat enkele verhalen die de kinderen in 1 Nephi over Lehi en zijn gezin hebben behandeld nog een keer samen. Laat de kinderen vertellen wat ze van deze verhalen hebben geleerd. Bedenk samen welke omstandigheden in hun leven op die verhalen lijken. Zo vroeg de Heer Nephi om een schip te bouwen. Dat kan de kinderen doen denken aan situaties waarin ze iets moeilijks moesten doen en de hulp van de Heer inriepen.