2 Nephi 11–25

Laat een kind een foto van een tempel omhoog houden (zie het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen). Vraag de kinderen wat ze van de tempel weten. Lees 2 Nephi 12:3. Leg uit dat een profeet met de naam Jesaja in dat vers profeteerde dat er in de laatste dagen tempels zouden zijn. Lees het vers opnieuw, en benadruk dat de Heer ‘ons [zal] leren aangaande zijn wegen’ en ons zal helpen ‘in zijn paden [te] wandelen’ als wij naar de tempel gaan.

Maak een pad op de vloer, en leg aan het einde van het pad een bedekte foto van een tempel. Laat de kinderen op het pad lopen en daarbij de woorden ‘in zijn paden wandelen’ herhalen. Als de kinderen aan het einde van het pad zijn gekomen, laat u ze de foto onthullen. Wat betekent het om in Gods paden te wandelen?

Zing met de klas een liedje over de tempel, zoals bijvoorbeeld ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, 99). Zoek samen naar woorden en zinsneden in het liedje die aangeven wat de tempel is en wat wij daar doen.

Laat een kind een plaat van de geboorte van Jezus Christus omhoog houden (zie bijvoorbeeld Evangelieplatenboek, nr. 30). Laat de kinderen op de plaat het kindje Jezus zoeken. Lees 2 Nephi 19:6. Laat de kinderen Jezus aanwijzen als ze de woorden kind en zoon horen. Leg uit dat de profeet Jesaja, die de woorden in 2 Nephi 19:6 schreef, honderden jaren van tevoren wist dat Jezus geboren zou worden.

Vertel een verhaaltje over Jezus waarin Hij andere mensen vreugde brengt. Wijs op vreugdevolle momenten in het verhaal. Lees 2 Nephi 25:26 en vertel waarom u zich in Christus verheugt. Vraag de kinderen hoe Jezus hun vreugde brengt.

Toon de kinderen afbeeldingen van de dieren die in 2 Nephi 21:6–7 worden vermeld, en laat de kinderen ze benoemen. Leg uit dat die dieren normaal vijanden van elkaar zijn, maar Jesaja legde uit dat er na de wederkomst van Jezus Christus een tijd van vrede zal zijn, het millennium, waarin dieren niet met elkaar zullen vechten. Hoe kunnen we het voorbeeld van die dieren volgen in de manier waarop we elkaar behandelen? Laat de kinderen dieren tekenen die in vrede samenleven.

Lees 2 Nephi 22:5 en zoek met de kinderen een liedje over de ‘grootse dingen’ die de Heer heeft gedaan. Mogelijke voorbeelden: ‘Mijn hemelse Vader is goed voor mij’ (Kinderliedjes, 16–17) of ‘Gij zijt groot’ (Lofzangen, nr. 54). Zing het liedje met de klas. Leg uit dat iedereen in het millennium zal weten welke ‘grootse dingen’ de Heer heeft gedaan.

Laat een foto van een tempel zien (bijvoorbeeld in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen). Laat een kind 2 Nephi 12:2–3 lezen en vraag de andere kinderen waarom we volgens Jesaja behoefte hebben aan tempels. U kunt uitleggen dat Jesaja de tempel ‘de berg van het huis des Heren’ noemde. Waarom is een berg een goed symbool om de tempel voor te stellen?

Laat de kinderen tekenen dat ze naar de tempel gaan. Nodig zo mogelijk een jongeman of jongevrouw van de wijk uit om de kinderen te vertellen wat het inhoudt om in de tempel doop voor de doden te doen. Deze jongere of een ander wijklid kan de kinderen leren hoe ze namen kunnen vinden van voorouders voor wie de tempelverordeningen nog niet zijn verricht.

Toon de kinderen iets bitters of zuurs, zoals bijvoorbeeld een augurk of een citroen, verpakt in een snoeppapiertje. Lees samen 2 Nephi 15:20 en leg uit dat Satan slechte dingen goed probeert te doen lijken. Bedenk samen enkele manieren waarop Satan dat doet. Hoe kunnen we zijn misleidingen herkennen?

Vertoon de eerste 90 seconden van het filmpje ‘Je zult bevrijd worden’ (ChurchofJesusChrist.org). Waarom camoufleert de visser zijn haak? Waarom camoufleert Satan de zonde?

Zoek met de kinderen de namen van Jezus Christus in 2 Nephi 17:14 en 19:6. Leg eventueel uit dat een van die namen ‘Immanuel’ is, wat ‘God met ons’ betekent. Wat leert elk van die namen ons over Hem?

Hang een plaat van de Heiland op het bord en lees samen 2 Nephi 25:26. Waarom praatte en schreef Nephi zo vaak over Jezus Christus? Laat elk kind naast de plaat van Jezus op het bord iets over de Heiland schrijven dat hem of haar vreugde brengt.

Laat de kinderen aan iemand denken die ze willen ‘bewegen in Christus te geloven’ (2 Nephi 25:23). Hoe kunnen we anderen laten zien dat de Heiland ons leven met vreugde vervult? Laat de kinderen manieren opschrijven of een rollenspel spelen waarbij ze de persoon die ze in gedachte hadden, inspireren om in Jezus Christus te geloven.