Kerkgeschiedenis
Het manifest en het einde van het meervoudig huwelijk


‘Het manifest en het einde van het meervoudig huwelijk’, Evangelieverhandelingen (2016)

‘Het manifest en het einde van het meervoudig huwelijk’, Evangelieverhandelingen

Het manifest en het einde van het meervoudig huwelijk

Een aanzienlijk aantal leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen praktiseerde een groot deel van de negentiende eeuw het meervoudig huwelijk – een huwelijk van één man met meerdere vrouwen. Het begin en het einde van de praktijk werden door openbaring bij monde van Gods profeten ingeluid. Het aanvankelijke gebod om het meervoudig huwelijk te praktiseren, kwam via Joseph Smith, de eerste profeet en president van de kerk. In 1890 vaardigde kerkpresident Wilford Woodruff het manifest uit, dat ertoe leidde dat het meervoudig huwelijk in de kerk werd opgeheven.

Het einde van het meervoudig huwelijk vroeg om groot geloof en soms om gecompliceerde, pijnlijke – en intens persoonlijke – beslissingen van individuele leden en kerkleiders. Net zoals bij het begin, verliep het einde van het meervoudig huwelijk in de kerk geleidelijk en niet plotsklaps. Openbaring kwam ‘regel op regel, voorschrift op voorschrift’.1

Wetten tegen polygamie en burgerlijke ongehoorzaamheid

Vanaf het begin van de jaren 1840 zagen de leden van de kerk het meervoudig huwelijk een halve eeuw lang als een gebod van God, een noodzakelijke opdracht om een rechtschapen nageslacht voor de Heer te ‘doen opstaan’.2 Er werd niet van alle kerkleden verwacht dat ze een meervoudig huwelijk sloten. Maar degenen die dat wel deden, geloofden dat ze daarvoor gezegend zouden worden. Tussen de jaren 1850 en de jaren 1880 leefden veel heiligen der laatste dagen als echtgenoot, echtgenote of kind in een meervoudig gezin.3

Polygamie werd in veel delen van de wereld maatschappelijk aanvaard en wettelijk toegestaan. Maar in de Verenigde Staten vonden de meeste mensen de praktijk moreel verwerpelijk. Die bezwaren leidden tot de invoering van wetgeving om er een einde aan te maken. De Amerikaanse overheid nam vanaf 1862 een reeks wetten aan die de heiligen der laatste dagen ertoe dwongen om het meervoudig huwelijk op te geven.4

De kerkleden stelden daar tegenover dat het meervoudig huwelijk een godsdienstig beginsel was dat bescherming onder de grondwet van de Verenigde Staten genoot. De kerk voerde een krachtige juridische verdediging, tot aan het Amerikaanse Hooggerechtshof toe. In Reynolds v. United States (1879) oordeelde het Hooggerechtshof ten nadele van de heiligen der laatste dagen: een religieuze overtuiging werd wel door de wet beschermd, een religieus gebruik niet. De rechtbank was van mening dat het huwelijk een burgerlijke verbintenis was die door de staat werd gereguleerd. Monogamie was de enige huwelijksvorm die de staat goedkeurde. ‘Polygamie heeft in de noordelijke en westelijke landen van Europa altijd in een kwaad daglicht gestaan’, lichtte het hof toe.5

Heiligen der laatste dagen wilden oprecht wetsgetrouwe burgers van de Verenigde Staten zijn, een land dat in hun ogen een goddelijke oorsprong en bestemming had. Maar ze aanvaardden ook het meervoudig huwelijk als een gebod van God en meenden dat het hof hen onterecht het recht ontnam om Gods geboden na te volgen.

De kerkleiders moedigden de leden in het licht van deze botsende loyaliteiten aan om God boven de mens te gehoorzamen. Veel heiligen der laatste dagen kozen in de jaren 1880 voor burgerlijke ongehoorzaamheid. Zij bleven het meervoudig huwelijk als levensvorm praktiseren en gingen nieuwe meervoudige huwelijken aan.6 De federale overheid reageerde daar met nog strengere wetgeving op.

Tussen 1850 en 1896 was Utah een territorium van de Amerikaanse overheid. Dat betekende dat federale functionarissen in Washington D.C. veel zeggenschap over plaatselijke aangelegenheden hadden. In 1882 nam het Congres van de Verenigde Staten de Edmunds Act aan, waardoor op het onwettig samenwonen (van een man met meer dan één vrouw) een gevangenisstraf van zes maanden en een boete van 300 USD kwam te staan. In 1887 nam het Congres de Edmunds-Tucker Act aan om ook de kerk zelf en niet alleen de leden hard aan te pakken. De wet ontbond de kerk als corporatie en bepaalde dat alle eigendommen van de kerk met een hogere waarde dan 50.000 USD in handen van de overheid zouden overgaan.

Deze tegenwerking van de overheid sterkte de heiligen nog meer in hun verzet tegen wat zij als onrechtvaardige wetten beschouwden. Polygamisten doken onder, soms jarenlang. Ze trokken van huis naar huis en verbleven bij vrienden en familieleden. Anderen namen een schuilnaam aan en vertrokken naar afgelegen plaatsen in het zuiden van Utah, Arizona, Canada en Mexico.7 Velen ontkwamen aan wettelijke vervolging. Veel anderen werden schuldig verklaard als ze gearresteerd werden, en moesten boetes betalen en gevangenisstraf ondergaan.

Deze campagne tegen polygamie zette de mormoonse gemeenschappen behoorlijk op de kop. Het vertrek van een man betekende dat de achtergebleven vrouwen en kinderen de boerderij of het bedrijf moesten runnen. Daardoor daalde het inkomen en trad er een economische recessie in. De campagne zette gezinnen ook onder druk. Nieuwe vrouwen in een meervoudig huwelijk moesten apart van hun echtgenoot wonen. Slechts enkelen wisten van hun verborgen huwelijk af. Zwangere vrouwen kozen vaak voor een onderduikadres, soms op afgelegen plaatsen, in plaats van het risico te lopen om in een rechtbank tegen hun echtgenoot te moeten getuigen. Kinderen waren bang dat hun gezin uit elkaar zou worden getrokken of dat ze gedwongen zouden worden om tegen hun ouders te getuigen. Sommige kinderen hielden zich onder een andere naam schuil.8

Veel heiligen der laatste dagen waren er ondanks talloze moeilijkheden van overtuigd dat de campagne tegen polygamie nuttig was om Gods doeleinden te verwezenlijken. Ze getuigden dat God bezig was om zijn verbondsvolk net zoals in het verleden tot ootmoed en loutering te brengen. Myron Tanner, een bisschop in Provo (Utah), had het gevoel dat ‘de hand van onderdrukking op de ouders meer doet om onze kinderen van de waarheid van het mormonisme te overtuigen dan iets anders had kunnen doen.’9 Opsluiting omwille van een ‘gewetenskwestie’ bleek leerzaam voor velen. George Q. Cannon, raadgever in het Eerste Presidium, kwam na vijf maanden in de gevangenis van Utah verkwikt op vrije voeten. ‘Mijn cel leek wel een hemelse plek, en ik voel dat daar engelen waren’, schreef hij.10

De kerk heeft tijdens de campagne tegen polygamie twee tempels voltooid en ingewijd, wat een opmerkelijke prestatie was.11 Maar naarmate de druk van de federale overheid toenam, werden veel essentiële aspecten van het kerkbestuur steeds meer ingeperkt. Burgerlijke ongehoorzaamheid leek dan ook als oplossing voor de lange termijn steeds onhoudbaarder te worden. Tussen 1885 en 1889 waren de meeste apostelen en ringpresidenten ondergedoken of in de gevangenis. Nadat federale functionarissen overeenkomstig de Edmunds-Tucker Act eigendommen van de kerk begonnen te confisqueren, werd het besturen van de kerk steeds moeilijker.12

Het manifest

De kerkleiders hadden twee decennia lang gestreefd om over aanpassingen in de wet te onderhandelen of de rampzalige gevolgen ervan te vermijden. Nu gingen ze alternatieven overwegen. In 1885 en 1886 vestigden ze nederzettingen in Mexico en Canada, buiten de jurisdictie van de Amerikaanse wet, waar polygame gezinnen vredig konden leven. In de hoop dat gematigdheid in hun standpunt tot minder vijandigheid zou leiden, adviseerden de leiders van de kerk mannen met een meervoudig huwelijk om openlijk met slechts één van hun vrouwen als partner om te gaan. Ook pleitten zij ervoor om het meervoudig huwelijk niet in het openbaar te verkondigen. In 1889 verboden de autoriteiten van de kerk de voltrekking van nieuwe meervoudige huwelijken in Utah.13

De kerkleiders zochten in gebed naar leiding van de Heer en probeerden er uit alle macht achter te komen wat ze moesten doen. President John Taylor en president Wilford Woodruff hadden allebei de indruk dat de Heer hen aanspoorde om vaste koers te houden en het meervoudig huwelijk niet af te zweren.14

Die inspiratie kregen ze toen er nog steeds juridische mogelijkheden voor genoegdoening waren. De laatste mogelijkheid daartoe werd in mei 1890 weggenomen. Toen verklaarde het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten de Edmunds-Tucker Act grondwettelijk, zodat de confiscatie van kerkelijke eigendommen doorgang kon vinden. President Woodruff besefte dat de tempels van de kerk en de verordeningen ervan nu gevaar liepen. Die dreiging drukte zwaar op hem en hij bad intens over deze kwestie. Hij heeft daar later over gezegd: ‘De Heer heeft mij in een visioen en door openbaring laten zien wat er precies zou gebeuren, als we niet met die praktijk ophielden’, doelend op het meervoudig huwelijk. ‘Alle tempels [zouden] uit onze handen [zijn ge]gaan.’ God ‘heeft me precies verteld wat ik moest doen, en wat het resultaat zou zijn als we dat niet deden.’15

Op 25 september 1890 schreef president Woodruff in zijn dagboek dat hij was ‘genoodzaakt om ten behoeve van de materiële redding van de kerk te handelen.’ Hij vermeldde: ‘Nadat ik tot de Heer had gebeden en door zijn geest was geïnspireerd, heb ik [een] proclamatie uitgevaardigd.’16 Deze proclamatie, nu in de Leer en Verbonden opgenomen als Officiële Verklaring 1, werd op 25 september publiekelijk bekendgemaakt en werd het manifest genoemd.17

Het manifest was zorgvuldig geformuleerd om het directe conflict met de overheid van de Verenigde Staten op te lossen. ‘Wij verkondigen geen polygamie of meervoudig huwelijk, noch staan wij toe dat ook maar iemand daartoe overgaat’, zei president Woodruff. ‘Daar er door het Congres wetten zijn uitgevaardigd die het meervoudig huwelijk verbieden, welke wetten grondwettig zijn verklaard door het hof van cassatie, verklaar ik hierbij mijn voornemen om mij aan die wetten te onderwerpen en mijn invloed op de leden van de kerk die ik presideer, aan te wenden om hen ertoe te bewegen evenzo te handelen.’18

De leden van het Quorum der Twaalf Apostelen reageerden niet allemaal hetzelfde op het manifest. Franklin D. Richards was ervan overtuigd dat dit ‘het werk van de Heer’ was. Francis M. Lyman verklaarde dat ‘hij het manifest volledig onderschreef toen hij het voor het eerst hoorde.’19 Niet alle twaalf apostelen konden zich meteen in het document vinden. John W. Taylor zei dat hij er aanvankelijk ‘nog niet echt een goed gevoel over had’.20 John Henry Smith gaf openhartig toe dat ‘hij behoorlijk van slag was geraakt door het manifest’ en dat hij er nog steeds ‘een beetje van in de war’ was.21 Maar alle leden van de Twaalf stemden binnen een week vóór steunverlening van het manifest.

Het manifest werd in 1890 formeel op de algemene oktoberconferentie in de Tabernakel in Salt Lake City aan de kerk voorgelegd. Op maandag 6 oktober stond Orson F. Whitney, een bisschop uit Salt Lake City, achter het spreekgestoelte en las de geloofsartikelen voor. Daarin stond de regel dat heiligen der laatste dagen in ‘het gehoorzamen, eerbiedigen en hooghouden van de wet’ geloven. Die artikelen werden door handopsteking gesteund. Whitney las vervolgens het manifest voor, waarna Lorenzo Snow, president van het Quorum der Twaalf, voorstelde om het document als ‘gezaghebbend en bindend’ te aanvaarden. Vervolgens werd dit voorstel ter steunverlening aan de aanwezigen voorgelegd. De Deseret News meldde dat de stemming ‘eenparig’ was: de meesten stemden vóór, hoewel sommigen zich van stemming onthielden.22

De leden van de kerk aanvaardden het manifest met uiteenlopende en vaak gemengde gevoelens. Velen waren nog niet klaar voor de beëindiging van het meervoudig huwelijk. Algemeen ZHV-presidente Zina D.H. Young gaf de gevoelens van dat moment op de dag dat het manifest aan de kerk werd voorgelegd treffend in haar dagboek weer: ‘Vandaag werd het hart van allen beproefd, maar we vertrouwden op God en legden ons erbij neer.’23 Het manifest betekende een onzekere toekomst voor sommige relaties. Eugenia Washburn Larsen vreesde bijvoorbeeld het ergste. Ze gaf aan dat ze ‘dichte duisternis’ voelde toen ze zich voorstelde dat zij en andere vrouwen en kinderen door hun echtgenoot ‘in de steek gelaten’ zouden worden.24 Andere vrouwen in een meervoudig huwelijk reageerden echter met ‘grote opluchting’ op het manifest.25

Na het manifest

Heiligen der laatste dagen geloven dat de Heer zijn wil ‘regel op regel, hier een beetje, daar een beetje’ openbaart.26 De leden van de kerk die in 1890 leefden, waren over het algemeen van mening dat het manifest, in de woorden van Franklin D. Richards, ‘het werk van de Heer’ was. Maar de volledige implicaties van het manifest waren aanvankelijk niet zonneklaar. De reikwijdte ervan moest worden uitgewerkt en de autoriteiten verschilden van mening hoe ze het beste verder konden gaan. ‘We zijn in stapjes naar onze huidige positie toe geleid’, lichtte apostel Heber J. Grant toe.27 De leden van de kerk zagen na verloop van tijd en door hun streven naar voortdurende openbaring ‘in stapjes’ hoe ze op basis van het manifest voorwaarts moesten gaan.

Veel kerkleiders gingen er in het begin van uit dat het manifest het meervoudig huwelijk slechts voor onbepaalde tijd ‘opschortte’.28 Men had het meervoudig huwelijk zo lang gepraktiseerd, gepredikt en er offers voor gebracht, dat een wereld zonder die praktijk moeilijk voor te stellen was. George Q. Cannon, raadgever in het Eerste Presidium, vergeleek het manifest met de intrekking van het gebod van de Heer om in de jaren 1830 in Missouri tempels te bouwen nadat de heiligen uit die staat verdreven waren. President Cannon haalde in een toespraak direct nadat het manifest in de algemene conferentie was gesteund, een passage uit de Schriften aan waarin de Heer mensen die ijverig proberen een gebod van Hem uit te voeren, maar daarin door hun vijanden belet worden, vrijstelt van dat gebod: ‘Zie, dan acht Ik het noodzakelijk dat werk niet langer uit de handen van die mensenkinderen te vergen, maar hun offers aan te nemen.’29

Niettemin moesten er veel praktische zaken geregeld worden. Het manifest gaf niet aan wat bestaande meervoudige gezinnen moesten doen. Op eigen initiatief gingen sommige echtparen op grond van het manifest uit elkaar of scheiden. Andere mannen bleven met één van hun vrouwen samenwonen, maar zorgden wel voor financiële en emotionele steun aan allen die van hen afhankelijk waren.30 In besloten vergaderingen met plaatselijke leiders veroordeelde het Eerste Presidium mannen die hun vrouwen verlieten en het manifest daarvoor als excuus gebruikten. ‘Ik heb niet gezegd, en dat ook niet kunnen of willen doen, dat u uw vrouwen en kinderen zou verlaten’, liet president Woodruff de mannen weten. ‘Dat kunt u naar eer en geweten niet doen.’31

Veel mannen, onder wie de kerkleiders, vonden dat ze de verbonden die ze met God en hun huwelijkspartners gesloten hadden, boven al het andere moesten nakomen. Ze bleven dan ook tot ruim in de twintigste eeuw met hun vrouwen in een meervoudig huwelijk samenwonen en kinderen bij hen verwekken.32 Dat blijvend samenwonen stelde die echtparen net zoals vóór het manifest aan de dreiging van juridische vervolging bloot. Maar die dreiging nam na 1890 sterk af. Het manifest markeerde een nieuwe verstandhouding met de federale overheid en het land: de juridische vervolging van polygamisten nam af, vrouwen in een meervoudig huwelijk traden uit de verborgenheid en namen hun gehuwde naam aan, en de mannen gingen vrijer en openlijker met hun gezinnen om. Dat gold vooral nadat de Amerikaanse president Benjamin Harrison in 1893 algemene amnestie aan mormoonse polygamisten verleende.33 Drie jaar later werd Utah een staat met een grondwettelijk verbod op polygamie.

In het manifest stond het voornemen van president Woodruff om zich aan de wetten van de Verenigde Staten te onderwerpen. Er stond niets in over de wetten van andere landen. Sinds de vestiging van kolonies in Mexico en Canada hadden de leiders van de kerk meervoudige huwelijken in die landen voltrokken. Na oktober 1890 bleef men daar in stilte meervoudige huwelijken voltrekken.34 In het algemeen stonden de kerkleiders echter niet achter deze huwelijken. Het was dan ook moeilijk om ze te laten goedkeuren. Minstens één van beide partners werd verplicht om in Canada of Mexico te blijven. In uitzonderlijke omstandigheden werd tussen 1890 en 1904 een klein aantal nieuwe meervoudige huwelijken in de Verenigde Staten voltrokken. Het is onduidelijk of er toestemming voor die huwelijken was verleend.35

Het precieze aantal nieuwe meervoudige huwelijken dat in die jaren, zowel binnen als buiten de Verenigde Staten, is voltrokken, is onbekend. De verslaglegging van verzegelingen in die periode gaf doorgaans niet aan of een verzegeling monogaam of polygaam was. Een gedetailleerde berekening is dus moeilijk. Een ruw idee van de schaal waarop ze plaatsvonden, is echter af te leiden uit een chronologisch logboek van huwelijken en verzegelingen dat door schrijvers van de kerk werd bijgehouden. Tussen het einde van de jaren 1880 en het begin van de jaren 1900 waren er nog weinig tempels, die voor velen ook niet makkelijk te bereiken waren. Heiligen der laatste dagen die ver van de tempel woonden, mochten zich dan ook als echtpaar buiten de tempel laten verzegelen.

Het logboek met voltrokken huwelijken en verzegelingen buiten de tempel, dat niet compleet is, bevat 315 huwelijken tussen 17 oktober 1890 en 8 september 1903.36 Van de 315 opgetekende huwelijken in het logboek lijkt het na onderzoek om 25 (7,9%) meervoudige en 290 monogame huwelijken (92,1%) te gaan. Bijna alle opgetekende monogame huwelijken werden in Arizona of Mexico voltrokken. Van de 25 meervoudige huwelijken vonden er 18 in Mexico, 3 in Arizona, 2 in Utah, 1 in Colorado en 1 op een boot op de Stille Oceaan plaats. Al met al blijkt uit de documentatie dat het meervoudig huwelijk als praktijk op zijn retour was, en dat de kerkleiders zich naar eer en geweten aan de voorschriften in het manifest hielden zoals zij die begrepen.37

Het exacte proces waardoor die huwelijken werden goedgekeurd, blijft onduidelijk. Voor de voltrekking van meervoudige huwelijken na het manifest was enige tijd de goedkeuring van een lid van het Eerste Presidium vereist. Er is echter geen doorslaggevend bewijs dat dergelijke beslissingen door het Eerste Presidium als geheel werden genomen. President Woodruff sluisde verzoeken om nieuwe meervoudige huwelijken toe te staan bijvoorbeeld doorgaans ter overweging aan president Cannon door.38 Tegen het einde van de jaren 1890 beschouwden sommige mannen met het gezag om verzegelingen te verrichten zich kennelijk vrij om verzoeken zonder inmenging van het Eerste Presidium en naar eigen goeddunken in te willigen of af te wijzen. Apostel Heber J. Grant tekende bijvoorbeeld op dat hij bij bezoeken aan mormoonse nederzettingen in Mexico in 1900 tien aanvragen voor een meervoudig huwelijk op één dag kreeg. Hij wees ze allemaal af. Hij zei tegen een vriend: ‘Ik geef toe dat het me altijd tegen de borst stuit om tegen zulke documenten [het manifest] in te gaan.’39

Het tweede manifest

De voltrekking van nieuwe meervoudige huwelijken na het manifest ging aanvankelijk grotendeels aan mensen buiten de kerk voorbij. Toen die praktijk ontdekt werd, zaaide dat bij veel Amerikanen onrust. Die onrust werd vooral gevoed door president George Q. Cannons verklaring in een interview in 1899 met de New York Herald dat in Canada en Mexico nieuwe meervoudige huwelijken konden worden gesloten.40 Na de verkiezing van B.H. Roberts, lid van de Eerste Raad der Zeventig, tot het Congres van de Verenigde Staten, kwam aan het licht dat Roberts drie vrouwen had. Met één van hen was hij na het manifest getrouwd. Een petitie met 7 miljoen handtekeningen eiste dat Roberts geen zitting zou nemen. Het Congres willigde de petitie in en sloot Roberts van zijn functie uit.41

Door de uitsluiting van B.H. Roberts kwamen de mormoonse huwelijkspraktijken weer onder een vergrootglas te liggen. Kerkpresident Lorenzo Snow liet een duidelijke verklaring uitgaan dat er geen nieuwe meervoudige huwelijken meer in de kerk werden gesloten en dat het manifest voor alle delen van de wereld gold. Die raad gaf hij ook in besloten kring. Desondanks werd er nog een klein aantal meervoudige huwelijken voltrokken, waarschijnlijk buiten president Snows medeweten of goedkeuring om. Nadat Joseph F. Smith in 1901 president van de kerk was geworden, werd er in de beginjaren van zijn bestuur ook weer een klein aantal nieuwe meervoudige huwelijken gesloten.42

De rol van de kerk bij die huwelijken vormde het onderwerp van verhitte debatten toen de apostel Reed Smoot in 1903 in de senaat van de Verenigde Staten werd verkozen. Smoot was weliswaar monogaam, maar door zijn apostelschap werd hij flink op zijn trouw aan het land doorgelicht. Hoe kon Smoot zowel de wetten hooghouden van de kerk, waarvan sommige functionarissen nieuwe meervoudige huwelijken voltrokken, goedgekeurd of gesloten hadden, als de wetten van het land, die het meervoudig huwelijk illegaal maakten? Wetgevers debatteerden vier jaar lang over deze kwestie, in lange openbare hoorzittingen.

De Senaat riep talloze mensen als getuige op. Kerkpresident Joseph F. Smith werd in maart 1904 als getuige in de vergaderzaal van de Senaat gehoord. Toen men hem ernaar vroeg, verdedigde hij zijn familiebanden en vertelde hij het comité dat hij sinds 1890 nog steeds met zijn vrouwen samenwoonde en kinderen bij hen had verwekt. Hij zei dat het oneervol van hem zou zijn om de heilige verbonden te verbreken die hij met zijn vrouwen en met God had gesloten. Toen president Smith over nieuwe na 1890 voltrokken meervoudige huwelijken werd ondervraagd, maakte hij zorgvuldig onderscheid tussen handelingen die door de kerk goedgekeurd en in kerkraden en conferenties bekrachtigd werden, en handelingen van individuele leden van de kerk. ‘Er heeft sinds het manifest geen enkel meervoudig huwelijk plaatsgevonden met instemming, fiattering, kennis of goedkeuring van de kerk’, getuigde hij.43

In deze gerechtelijke situatie wilde president Smith de kerk beschermen terwijl hij de waarheid sprak. Zijn getuigenis gaf een onderscheid aan dat kerkleiders lang hadden gehanteerd: het manifest had het goddelijke gebod voor de kerk als geheel weggenomen om het meervoudig huwelijk te steunen en te verdedigen; het had individuele leden tot nu toe niet verboden om het meervoudig huwelijk als religieuze gewetenskwestie te praktiseren of te sluiten.

De tijd was rijp voor een verandering van deze zienswijze. De meeste mormoonse huwelijken waren altijd al monogaam en een verschuiving naar monogamie als enige goedgekeurde vorm zat er al een hele tijd aan te komen. In 1889 werd een levenslange monogamist tot het Quorum der Twaalf geroepen. Na 1897 was iedere nieuwe apostel die tot de Twaalf werd geroepen op het moment van zijn aanstelling monogaam, op één na.44 Vanaf de jaren 1890, toen de kerkleiders de leden aanspoorden om in hun eigen land te blijven en ‘Zion op te bouwen’ in die plaatsen in plaats van naar Utah te emigreren, werd het voor hen belangrijk om zich aan de wetten te houden die monogamie verplicht stelden.

In zijn getuigenis voor de Senaat beloofde president Smith in het openbaar dat hij het standpunt van de kerk ten aanzien van het meervoudig huwelijk zou verduidelijken. In de algemene aprilconferentie van 1904 vaardigde president Smith een krachtige verklaring uit, die het tweede manifest genoemd wordt. Daarin gaf hij aan dat het sluiten van een meervoudig huwelijk bestraft zou worden: ‘Als een functionaris of lid van de kerk een dergelijk huwelijk sluit of voltrekt, zal dat als een overtreding tegen de kerk worden beschouwd, en zal er volgens de regels en voorschriften van de kerk met hem gehandeld worden en excommunicatie volgen.’45 Deze verklaring was door de leidinggevende raden van de kerk goedgekeurd en werd in de conferentie unaniem als gezaghebbend en bindend voor de kerk gesteund.46

Het tweede manifest was van grote betekenis. De kerkleden kregen voor het eerst te horen dat God en de kerk nieuwe meervoudige huwelijken afkeurden. Het tweede manifest ging verder dan het eerste. Ouderling Francis M. Lyman, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘Toen [het manifest] werd uitgevaardigd, gaf dat de heiligen eenvoudig te kennen dat ze niet langer een meervoudig huwelijk hoefden te sluiten. Maar wat er in de conferentie in Salt Lake City op 6 april 1904 werd doorgevoerd [het tweede manifest], maakte van dat manifest een verbod.’47

Kerkleiders communiceerden de ernst van die verklaring actief aan leidinggevenden en leden op alle niveaus. President Lyman stuurde ieder lid van het Quorum der Twaalf een brief, op aanwijzing van het Eerste Presidium, met de mededeling dat het tweede manifest ‘strikt gehandhaafd’ zou worden.48 Twee apostelen, John W. Taylor en Matthias F. Cowley, bleven na het tweede manifest tegen de orders in nieuwe meervoudige huwelijken voltrekken en aanmoedigen. Ze werden uiteindelijk uit het quorum gezet.49 Taylor werd later van de kerk geëxcommuniceerd toen hij op zijn recht stond om meervoudige huwelijken te blijven voltrekken. Cowley mocht zijn priesterschap niet meer gebruiken en gaf later toe dat hij ‘volslagen fout’ was geweest.50

Sommige echtparen die tussen 1890 en 1904 een meervoudig huwelijk hadden gesloten, gingen na het tweede manifest uit elkaar. Vele anderen bleven tot in de jaren 1930 en daarna onopvallend samenwonen.51 Kerkleden die het tweede manifest verwierpen en het meervoudig huwelijk in het openbaar bleven propageren of nieuwe meervoudige huwelijken sloten, werden voor een kerkelijke disciplinaire raad gedaagd. Sommigen die geëxcommuniceerd werden, voegden zich tot onafhankelijke bewegingen samen en worden ook wel fundamentalisten genoemd. Die groepen zijn niet gelieerd aan en worden niet gesteund door De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Sinds het bestuur van president Joseph F. Smith hebben de presidenten van de kerk herhaaldelijk benadrukt dat de kerk en haar leden het meervoudig huwelijk niet meer mogen praktiseren. De ernst van hun woorden blijkt uit het feit dat plaatselijke leiders gevraagd wordt de leden die zich niet aan dit beleid houden voor een disciplinaire raad te dagen.

Conclusie

Het huwelijk tussen één man en één vrouw is de norm van God voor het huwelijk, tenzij Hij iets anders voorschrijft. Dat deed Hij door toedoen van zijn profeet, Joseph Smith. Het manifest markeerde het begin van de terugkeer naar monogamie, die de huidige norm van de kerk is.52 President George Q. Cannon heeft in de algemene conferentie vlak nadat het manifest aan de orde kwam, het volgende gezegd over het openbaringsproces dat tot het manifest geleid had: ‘De leden van het presidium van de kerk moeten net als u wandelen’, zei hij. ‘Ze moeten net als u stappen zetten. Ze moeten vertrouwen op de openbaringen die ze van God krijgen. Ze zien, in tegenstelling tot de Heer, het einde niet vanaf het begin.’ Over het Eerste Presidium zei president Cannon: ‘We kunnen alleen maar de zin en de wil van God zoeken, en als die ons bekend worden, moeten we de stappen zetten die God aanwijst en Hem vertrouwen, ook als dat tegen onze gevoelens indruist.’53

  1. Leer en Verbonden 98:12.

  2. Jakob 2:30; ‘Meervoudig huwelijk in Kirtland en Nauvoo’.

  3. ‘Meervoudig huwelijk en gezinnen in de beginjaren van Utah’.

  4. Zie Sarah Barringer Gordon, The Mormon Question: Polygamy and Constitutional Conflict in Nineteenth Century America (Chapel Hill: University of North Carolina Press, 2002).

  5. Reynolds v. United States, 98 U.S. 145 (1879): 164.

  6. J. David Pulsipher, ‘“Prepared to Abide the Penalty”: Latter-day Saints and Civil Disobedience’, Journal of Mormon History 39, nr. 3 (zomer 2013): 131–162. Heiligen der laatste dagen konden op een lange traditie van burgerlijke ongehoorzaamheid in de Verenigde Staten bogen, die begonnen was met de onrust die tot de Amerikaanse revolutie leidde.

  7. Zie bijvoorbeeld Benjamin Johnson, My Life’s Review: Autobiography of Benjamin Franklin Johnson (Provo, UT: Grandin Book, 1997), 276–325; en In the Whirlpool: The Pre-Manifesto Letters of President Wilford Woodruff to the William Atkin Family, 1885–1890, red. Reid L. Neilson (Norman, OK: Arthur H. Clark Company, 2011), 45–49.

  8. Jessie L. Embry, Mormon Polygamous Families: Life in the Principle (Salt Lake City: University of Utah Press, 1987), 17–22; ‘A Mormon “Widow” in Colorado: The Exile of Emily Wells Grant’, in Ronald W. Walker, Qualities That Count: Heber J. Grant as Businessman, Missionary, and Apostle (Provo, UT: Brigham Young University Press, 2004), 175–193; Kimberly Jensen James, ‘“Between Two Fires”: Women on the Underground of Mormon Polygamy’, Journal of Mormon History 8 (1981): 49–61; Martha Sonntag Bradley, ‘“Hide and Seek”: Children on the Underground’, Utah Historical Quarterly 51, nr. 2 (voorjaar 1983): 133–153.

  9. Zustershulpvereniging ring Utah, algemene notulen, 26 november 1886, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  10. Within These Prison Walls: Lorenzo Snow’s Record Book, 1886–1897, red. Andrew H. Hedges en Richard Neitzel Holzapfel (Provo, UT: Brigham Young University Religious Studies Center, 2010); Davis Bitton, George Q. Cannon: A Biography (Salt Lake City: Deseret Book, 1999), 296.

  11. Er werd in 1884 in Logan (Utah) en in 1888 in Manti (Utah) een tempel ingewijd.

  12. ‘Crisis in Zion: Heber J. Grant and the Panic of 1893’, in Walker, Qualities That Count, 116.

  13. George Q. Cannon, dagboek, 29 mei 1888; 15 augustus, 9 september 1889, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City; Heber J. Grant, dagboek, 1 januari 1890, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City; Thomas G. Alexander, ‘The Odyssey of a Latter-day Prophet: Wilford Woodruff and the Manifesto of 1890’, in Nielson, In the Whirlpool, 72–73.

  14. Alexander, ‘The Odyssey of a Latter-day Prophet’, 77–78. De zoon van president John Taylor, de apostel John W. Taylor, vertelde later dat hij na de dood van zijn vader onder diens papieren ‘een openbaring van de Heer aan hem [president Taylor]’ had gevonden. ‘President Taylor wilde het [meervoudig huwelijk] graag opschorten, maar de Heer wilde dat niet toestaan.’ (Abraham H. Cannon, dagboek, 1 april 1892, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.) Jaren later toonde apostel Taylor een exemplaar van deze openbaring aan de Twaalf, tijdens de zitting van de kerkelijke rechtbank waarbij zijn excommunicatie werd overwogen omdat hij meervoudige huwelijken bleef voltrekken. Francis M. Lyman, president van de Twaalf, noteerde voor die dag in zijn dagboek dat deze ‘zogenaamde openbaring’ ‘nooit aan de raden van het priesterschap of aan de kerk was voorgelegd’ en daarom niet bindend voor de kerk was. (Francis M. Lyman, dagboek, 22 februari 1911.) Als de openbaring al authentiek was, kwam het manifest daarvoor in de plaats: dat was door openbaring aan president Wilford Woodruff gegeven en in de algemene conferentie door de kerk aanvaard.

  15. ‘Remarks Made by President Wilford Woodruff’, Deseret Evening News, 7 november 1891, 4; zie ook begeleidende fragmenten bij Officiële Verklaring 1, Leer en Verbonden.

  16. Wilford Woodruff, dagboek, 25 september 1890, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  17. George Q. Cannon, dagboek, 23–25 september 1890.

  18. Officiële Verklaring 1; ‘Official Declaration’, Deseret Evening News, 25 september 1890.

  19. Heber J. Grant, dagboek, 30 september 1890. Heber J. Grant heeft gezegd: ‘Ik onderschrijf het manifest. Het is naar mijn gevoel niet meer dan een openbare bekendmaking van de koers die we in onze besloten raden al hadden afgesproken.’ (Abraham H. Cannon, dagboek, 1 oktober 1890.)

  20. Abraham H. Cannon, dagboek, 30 september 1890.

  21. Heber J. Grant, dagboek, 1 oktober 1890.

  22. President Woodruff’s Manifesto: Proceedings at the Semi-Annual General Conference of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Monday Forenoon, October 6, 1890 (Salt Lake City, 1890), 1–3; ‘Third Day’, Deseret Evening News, 6 oktober 1890; Marriner Wood Merrill, dagboek, 6 oktober 1890, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City; Abraham H. Cannon, dagboek, 6 oktober 1890; Joseph H. Dean, dagboek, 6 oktober 1890, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  23. Zina D. H. Young, dagboek, 6 oktober 1890, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  24. Larsen ondervond spoedig daarna een indrukwekkende verandering van hart. ‘Mijn ziel werd vervuld met een licht waarvan de helderheid niet te beschrijven valt’, herinnerde ze zich. Daardoor wist ze dat het manifest juist was. (Autobiography of Lorena Eugenia Washburn Larsen [Provo, UT: Brigham Young University Press, 1962], 105–106.)

  25. Annie Clark Tanner, A Mormon Mother: An Autobiography by Annie Clark Tanner (Salt Lake City: Tanner Trust Fund en University of Utah Library, 1991), 130; Lisa Olsen Tait, ‘The 1890s Mormon Culture of Letters and the Post-Manifesto Marriage Crisis: A New Approach to Home Literature’, BYU Studies 52, nr. 1 (2013): 98–124.

  26. Jesaja 28:10, 13; zie ook 2 Nephi 28:30; Leer en Verbonden 98:12.

  27. Abraham H. Cannon, dagboek, 1 april 1892.

  28. Heber J. Grant, dagboek, 30 september 1890; ‘Amnesty Petition’, 19 december 1891, in James R. Clark, red., Messages of the First Presidency of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, zes delen (Salt Lake City: Bookcraft, 1965–1975), 3:230.

  29. President Woodruff’s Manifesto, 3; Leer en Verbonden 124:49.

  30. Embry, Mormon Polygamous Families, 13–14; Francis M. Lyman, dagboek, 15 december 1893, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis; Notulen hoge raad ring Utah, 5 augustus 1892, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  31. Abraham H. Cannon, dagboek, 7 oktober 1890, 12 november 1891.

  32. Kenneth L. Cannon II, ‘Beyond the Manifesto: Polygamous Cohabitation among LDS General Authorities after 1890’, Utah Historical Quarterly 46, nr. 1 (winter 1978): 24–36.

  33. De amnestieverlening door president Harrison ontsloeg allen van rechtsvervolging die de Edmonds Act en de Edmunds-Tucker Act mogelijk hadden overtreden en die sinds 1 november 1890 niet meer onwettig samengewoond hadden.

  34. Polygamie was illegaal in Mexico en, na 1890, ook in Canada. Maar de overheden van die landen vervolgden de mormoonse polygamisten niet actief. In het geval van Mexico waren mormoonse autoriteiten tot een mondelinge overeenkomst met de Mexicaanse functionarissen gekomen, zodat ze het meervoudig huwelijk in hun kolonies mochten praktiseren. (B. Carmon Hardy, Solemn Covenant: The Mormon Polygamous Passage [Urbana: University of Illinois Press, 1992], 173–182.)

  35. Zie bijvoorbeeld, Matthias Cowley, Marriages Solemnized, 1898–1903, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  36. Marriages and Sealings Performed Outside the Temple, 1853–1857, 1873–1903, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City. Het logboek bevat geen meervoudige en monogame huwelijken die volgens andere bronnen in de jaren 1890 en begin 1900 door Anthony W. Ivins, Matthias F. Cowley en Abraham O. Woodruff zijn voltrokken. Al met al sloten acht van de negentien leden van het Quorum der Twaalf die tussen 1890 en 1904 werkzaam waren in die jaren een of meer nieuwe meervoudige huwelijken, die niet in het logboek staan vermeld. Tot die leden behoren Brigham Young jr., George Teasdale, John W. Taylor, Abraham H. Cannon, Marriner W. Merrill, Matthias F. Cowley, Abraham Owen Woodruff en Rudger Clawson. President Wilford Woodruff zou naar verluidt in 1897 met nog een vrouw zijn gehuwd, maar dat is niet duidelijk uit de historische documenten op te maken. (Zie Thomas G. Alexander, Things in Heaven and Earth: The Life and Times of Wilford Woodruff, a Mormon Prophet [Salt Lake City: Signature Books, 1991], 326–328.)

  37. Het aantal meervoudige huwelijken dat in tempels gesloten werd, was zelfs al vóór het manifest drastisch afgenomen. In de Logantempel piekte dat aantal bijvoorbeeld met 188 verzegelingen van meervoudige huwelijken in het jaar 1885. Het aantal liep in het jaar 1888 terug tot 51 en daarna tot 4 in het jaar 1889. Tussen 1890 en 1903, toen de verzegelingen van meervoudige huwelijken niet meer werden bijgehouden, zijn er geen in de tempel gesloten meervoudige huwelijken meer opgetekend. Er worden wel 6 meervoudige huwelijken vermeld die in of nabij Logan plaatsgevonden hebben. Logan Temple Sealings, 1884–1903, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  38. Francis M. Lyman, dagboek, 18 april 1901; Joseph F. Smith aan Reed Smoot, 1 april 1911, Joseph F. Smith Papers, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis; Brief van B.H. Roberts aan Heber J. Grant, 9 juli 1929, B.H. Roberts Collection, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City; Joseph T. Bentley, Life and Letters of Joseph Charles Bentley: A Biography (Provo, UT: door de auteur, 1977), 77–81. President Joseph F. Smith heeft later verklaard dat hij, president Woodruff en president Snow, als president van de kerk, ‘sinds het manifest niemand hebben gemachtigd om een meervoudig huwelijk te voltrekken of te sluiten’. (Francis M. Lyman, dagboek, 14 december 1905.)

  39. Heber J. Grant aan Frank Y. Taylor, 28 april 1904, Heber J. Grant Letterpress Copybook, 38:591, Heber J. Grant Collection, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  40. Eugene Young, ‘Polygamy Is Reviving’, New York Herald, 5 februari 1899, 2.

  41. Davis Bitton, ‘The Exclusion of B.H. Roberts from Congress’, in The Ritualization of Mormon History and Other Essays (Urbana: University of Illinois Press, 1994), 150–170.

  42. ‘Polygamy and Unlawful Cohabitation’, Deseret Evening News, 8 januari 1900; Lu Ann Faylor Snyder en Phillip A. Snyder, Post-Manifesto Polygamy: The 1899–1904 Correspondence of Helen, Owen, and Avery Woodruff (Logan, UT: Utah State University Press, 2009); Thomas G. Alexander, Mormonism in Transition: A History of the Latter-day Saints, 1890–1930 (Urbana: University of Illinois Press, 1996), 62–63. Het aantal meervoudige huwelijken bleef relatief klein in verhouding tot het aantal monogame huwelijken dat in de kerk werd gesloten. Een van de felste voorstanders van nieuwe meervoudige huwelijken, apostel Matthias F. Cowley, hield de meervoudige huwelijken die hij voltrok in een notitieboekje bij. Het boekje vermeldt 3 huwelijken in 1898, 4 in 1899, 9 in 1900, 20 in 1901, 18 in 1902 en 3 in 1903. (Cowley, Marriages Solemnized, 1898–1903.)

  43. U.S. Senate, Committee on Privileges and Elections, Proceedings before the Committee on Privileges and Elections of the United States Senate: In the Matter of the Protests against the Right of Hon. Reed Smoot, a Senator from the State of Utah, to Hold His Seat, vier delen (Washington, D.C.: Government Printing Office, 1904–1906), 1:129–130. Zie voor president Smiths getuigenis in Washington, D.C. Kathleen Flake, The Politics of American Religious Identity: The Seating of Senator Reed Smoot, Mormon Apostle (Chapel Hill: University of North Carolina Press, 2004), 56–81.

  44. De enige uitzondering was Charles W. Penrose, die in juli 1904 werd geroepen. Hij had twee vrouwen met wie hij tientallen jaren eerder was getrouwd, en een vrouw met wie hij in 1886 een meervoudig huwelijk had gesloten. Anthon H. Lund, de monogamist die in 1889 tot de Twaalf werd geroepen, werd in 1901 raadgever in het Eerste Presidium onder president Joseph F. Smith.

  45. ‘Official Statement by President Joseph F. Smith’, Deseret Evening News, 6 april 1904, 1.

  46. Francis M. Lyman, dagboek, 6 april 1904.

  47. ‘President Lyman Very Emphatic’, Deseret Evening News, 31 oktober 1910, 1.

  48. Brief van Francis M. Lyman aan John W. Taylor, 3 mei 1904, Francis Marion Lyman Papers, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City; Brief van Francis M. Lyman aan Matthias F. Cowley, 6 mei 1904, in Francis M. Lyman, dagboek, 6 mei 1904.

  49. Er wordt wel beweerd dat Taylor en Cowley gevraagd werd om zich omwille van de publieke opinie in Washington, D.C. uit hun quorum terug te trekken. In documenten uit die tijd staat echter dat ze in 1905 en 1906 ‘niet in overeenstemming’ met hun quorum waren. Het Eerste Presidium maakte vanaf oktober 1904 een einde aan de praktijk om verzegelingen buiten de tempel toe te staan. Niettemin bleven Cowley en Taylor, onder meer ten behoeve van zichzelf, verzegelingen van meervoudige huwelijken buiten de tempel verrichten. Cowley sloot een meervoudig huwelijk in 1905 en Taylor in 1909. (Matthias F. Cowley, dagboek, 5 juli 1906, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis; Eerste Presidium aan George Teasdale, 26 oktober 1904, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis; Francis M. Lyman, dagboek, 29 september 1904; 28 oktober 1905; 10, 12 april, 3 juli 1906.)

  50. Francis M. Lyman, dagboek, 28 maart 1911; ‘Reconciliation’, Deseret News, 3 april 1936, 4. Tegen Rudger Clawson, een lid van de Twaalf dat in 1904 een meervoudig huwelijk sloot, werden door de kerkautoriteiten geen disciplinaire maatregelen genomen. Dat kwam waarschijnlijk ten dele omdat hij het idee liet varen dat hij nieuwe meervoudige huwelijken mocht voltrekken. Het meervoudig huwelijk dat hij sloot, eindigde in een scheiding. David S. Hoopes en Roy Hoopes, The Making of a Mormon Apostle: The Story of Rudger Clawson (Lanham, MD: Madison Books, 1990), 215–220, 225–227, 287–288.

  51. Zie bijvoorbeeld Carolyn O’Bagy Davis, The Fourth Wife: Polygamy, Love, & Revolution (Tucson, AZ: Rio Nuevo, 2011).

  52. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.

  53. George Q. Cannon, 5 oktober 1890, in Collected Discourses: Delivered by President Wilford Woodruff, His Two Counselors, the Twelve Apostles, and Others, samengesteld door Brian H. Stuy, vijf delen (Burbank, CA: B.H.S. Publishing, 1987–1992), 2:115–116.