Kerkleerbeheersing: 1 Korinthe 15:20–22

‘Zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden’

Afbeelding

One oil painting of Mary seeing the resurrected Christ. The tomb is in the background, Mary is seen dressed in brown, her back to the viewer. Christ is seen with marks on his hands, dressed in a white robe.

In een eerdere les heb je geleerd dat alle kinderen van onze hemelse Vader dankzij de opstanding van de Heiland uit de dood zullen opstaan (zie 1 Korinthe 15:20–22). In deze les ga je deze tekstverwijzing en kerngedachte van 1 Korinthe 15:20–22 uit het hoofd leren, de leer van de opstanding uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op een praktijksituatie toepassen.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten nadenken over hoe het was toen een dierbare overleed. Vraag ze zich voor te bereiden om te praten over alles wat daar moeilijk aan was en te bespreken hoe geloof in Jezus Christus je daarbij kan helpen.

Mogelijke leeractiviteiten

Deze les kerkleerbeheersing wordt gegeven na ‘1 Korinthe 15:13–28’, de contextuele les voor de Schrifttekst kerkleerbeheersing 1 Korinthe 15:20–22 . Als deze les kerkleerbeheersing naar een andere week moet worden verplaatst, zorg dan dat u de bijbehorende contextuele les ook in die week geeft.

Uit het hoofd leren en uitleggen

President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft gezegd: ‘Van alle gebeurtenissen in de geschiedenis van de mensheid is er geen zo belangrijk als de opstanding van de Zoon van God.’ (‘The Empty Tomb Bore Testimony’, Ensign, mei 1988, 65.)

Gebruik waarheden uit 1 Korinthe 15:20–22 , zoals door de opstanding van Jezus Christus zal iedereen opstaan uit de dood, om uit te leggen waarom de opstanding van de Heiland de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid is. Zeg daarbij ook waarom dat voor jou persoonlijk belangrijk is.

Vraag een paar cursisten om hun antwoorden aan de klas te vertellen. Stel vast of de cursisten extra uitleg over de leer van de opstanding nodig hebben voordat u met de les verdergaat.

Neem even de tijd om de tekstverwijzing en kerngedachte van 1 Korinthe 15:20–22 uit het hoofd te leren. Dat kun je bijvoorbeeld op de volgende manier doen.

Laat de cursisten het blaadje dat ze in deze activiteit gebruiken bewaren voor een toekomstige les.

Schrijf boven aan een vel papier de tekstverwijzing en kerngedachte van 1 Korinthe 15:20–22 : ‘Zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.’
Vouw de bovenkant van je papier om, zodat je niet kunt zien wat je hebt opgeschreven. Schrijf vervolgens de tekstverwijzing en kerngedachte zo goed mogelijk uit het hoofd op.
Vouw de bovenkant weer open om te kijken hoe goed je het had onthouden en eventuele fouten te corrigeren.
Herhaal dit totdat je de tekstverwijzing en kerngedachte perfect uit het hoofd kunt opschrijven.

Toepassing

Door de val van Adam en Eva zullen alle kinderen van onze hemelse Vader die op aarde leven, sterven (zie 1 Korinthe 15:21–22). Als een dierbare overlijdt, zijn we daar natuurlijk verdrietig over. Hoewel deze ervaringen voor iedereen anders zijn, kunnen de waarheden van het evangelie van Jezus Christus je helpen met dat verdriet om te gaan.

Het volgende scenario is een voorbeeld dat kan worden gebruikt om te oefenen met het toepassen van deze waarheden. Andere scenario’s kunnen ook worden gebruikt, zoals een persoonlijke ervaring, de ervaring van een cursist uit diens voorbereiding op de les, of de ervaring van zuster Reyna I. Aburto van het algemeen ZHV-presidium in haar toespraak ‘Het graf kent geen overwinning’ (bekijk vanaf tijdcode 4:22 tot 4:49). Deze video staat op ChurchofJesusChrist.org.

Ouderling S. Mark Palmer van de Zeventig beschreef de ervaring van zijn ouders met de dood van hun dochtertje voordat ze het evangelie van Jezus Christus leerden kennen.

Bekijk ‘Onze droefheid zal tot blijdschap worden’, op ChurchofJesusChrist.org, vanaf tijdcode 3:27 tot 4:26, of lees het onderstaande citaat.

Afbeelding
Former Official portrait of Elder S. Mark Palmer. Replaced March 2017.

Mijn vader en moeder waren schapenfokkers in Nieuw-Zeeland. Ze genoten van het leven. Als jong echtpaar werden ze met drie dochtertjes gezegend. De jongste heette Ann. Toen ze op een dag samen bij een meer op vakantie waren, liep de 17 maanden oude Ann weg. Na enkele minuten wanhopig zoeken, troffen ze haar levenloze lichaampje in het water aan.

Dit drama veroorzaakte onvoorstelbaar verdriet. Mijn vader schreef jaren later dat een deel van de vreugde voorgoed uit hun leven verdwenen was. Het veroorzaakte ook een verlangen naar antwoorden op de levensvragen: Wat zal er met onze lieve Ann gebeuren? Zien we haar ooit terug? Hoe kan ons gezin weer gelukkig worden?

(S. Mark Palmer, ‘Onze droefheid zal tot blijdschap worden’, Liahona, mei 2021, 88–89.)

Wanneer heb jij, of heeft iemand die je kent, na het verlies van een dierbare soortgelijke gevoelens ervaren als de ouders van ouderling Palmer?
Waarom zou zo’n situatie nog moeilijker worden als we het heilsplan van onze hemelse Vader niet kennen?

De beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis kunnen ons helpen om moeilijke situaties, zoals die van de familie Palmer, in geloof te kunnen doorstaan.Stel je voor dat je bevriend bent met een van Anns zussen, die sinds het verlies van haar zusje met allerlei vragen worstelt. Je voelt de ingeving om haar een bemoedigende brief te schrijven om haar te steunen. Je kunt ook een brief schrijven aan iemand die je kent in een soortgelijke situatie en je brief afgeven.

Voordat u de cursisten de tijd geeft om hun brieven te schrijven, kunt u ze in groepjes verdelen. Laat ze de onderstaande vragen bespreken die met de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te maken hebben. U kunt ze groepjes van drie laten vormen, waarbij elke persoon in de groep een van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis krijgt toegewezen om te bestuderen en de anderen in de groep daarin te onderwijzen.

Moedig ze aan om bij de volgende activiteit inzichten uit hun voorbereiding op de les te gebruiken.

Lees ter voorbereiding op het schrijven van je brief alinea 5–8, 11 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022). Let op woorden, zinsneden, Schriftteksten of waarheden die de persoon aan wie je schrijft kunnen helpen.

Hoe kan het je brief veranderen als je probeert de persoon aan wie je schrijft door de ogen van je hemelse Vader te zien?

Schrijf een brief aan Anns zus of aan iemand anders die je gekozen hebt. Verwerk daarin inzichten van de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis.

Bij het schrijven kun je de volgende aanknopingspunten gebruiken.

Geef de volgende aanknopingspunten weer terwijl de cursisten hun brief schrijven.

In geloof handelen

Hoe zou handelen met geloof in Jezus Christus er in zijn of haar situatie kunnen uitzien?
Hoe kan handelen met geloof in Jezus Christus ons helpen met verlies om te gaan?
Welke ervaring heb jij (of heeft iemand die je kent) gehad waarbij handelen met geloof in Jezus Christus heeft geholpen in een soortgelijke beproeving?

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

Welke waarheden over onze hemelse Vader en zijn plan kunnen troostrijk zijn in de situatie van de persoon aan wie je schrijft? Waarom?
Hoe kan een eeuwig perspectief hem of haar helpen in die situatie te reageren?

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

Welke zinsneden uit 1 Korinthe 15:20–22 zouden hem of haar kunnen helpen? Waarom?
Welke andere bronnen die God heeft aangewezen zouden hem of haar helpen om geloof in Jezus Christus te ontwikkelen?

Sluit je brief eventueel af met je getuigenis.

Vraag een paar vrijwilligers om hun brief aan de klas voor te lezen. Moedig de cursisten aan om de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te gebruiken als leidraad bij moeilijkheden of vragen in hun eigen leven.

Herhaling kerkleerbeheersing

Neem aan het begin of eind van een komende les maximaal drie tot vijf minuten de tijd om de tekstverwijzing en kerngedachte van deze Schrifttekst kerkleerbeheersing door te nemen. Laat de cursisten daarvoor het gevouwen blaadje opzoeken dat ze gebruikten om 1 Korinthe 15:20–22 uit het hoofd te leren. Laat de cursisten met het vel papier opgevouwen, zodat ze niet kunnen zien wat ze hadden opgeschreven, de verwijzing en de kerngedachte uit het hoofd opschrijven. Als ze het niet zonder hulp kunnen doen, laat u ze het blaadje openvouwen en de verwijzing en kerngedachte nog eens doornemen. Laat ze blijven vouwen en schrijven tot ze de verwijzing en zinsnede uit het hoofd kunnen opschrijven.