2012
Centra voor jongvolwassenen vormen het opkomend geslacht
januari 2012


Centra voor jongvolwassenen vormen het opkomend geslacht

De kerkelijke centra voor jongvolwassenen beschermen het opkomend geslacht niet alleen tegen de verleidingen van de wereld — ze bereiden ook de huidige en toekomstige leiders voor om de wereld te veranderen.

Als verlengstuk van het instituutprogramma bieden de centra voor jongvolwassenen — die zich vooral in Europa bevinden — zowel godsdienstles als een plek waar jongvolwassenen activiteiten kunnen houden, variërend van koken of huiswerk maken tot pingpongen of het evangelie delen.

Groei van de kerk door jongvolwassenen

Tegen het eind van het jaar 2003 werd het initiatief genomen om centra te openen in Kopenhagen (Denemarken); en in Berlijn, Hamburg en Leipzig (Duitsland). Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen moedigde de verdere ontwikkeling hiervan aan toen president Gordon B. Hinckley (1910–2008) hem riep om over het centrale gedeelte van Europa te presideren in 2004.

Volgens Erik Psota, assistent gebiedsbestuurder van het seminarie- en instituutprogramma in Europa, waren veel priesterschapsleiders in Europa toen onder de 30 jaar.

‘De ingeving die ouderling Perry ontving dat de groei van de kerk in Europa door de 18 tot 30-jarigen zou komen, heeft veel invloed gehad op de jongvolwassenen en priesterschapsleiders op alle niveau’s in Europa’, zegt broeder Psota. De ingeving van ouderling Perry heeft vandaag de dag nog steeds betrekking op de jongvolwassenen. Hij vervolgt: ‘De reden is dat ze daardoor hun verantwoordelijkheid voor de groei van de kerk gaan begrijpen.’

Er zijn nu meer dan 140 centra in Europa met nog een dertigtal in opkomst. Het opkomend geslacht wordt erdoor voorbereid om het evangelie in de wereld te verspreiden.

Het koninkrijk en vriendschap in Noorwegen opbouwen

Het centrum voor jongvolwassenen in Oslo (Noorwegen) is slechts een van de vele centra waar jongvolwassenen het koninkrijk leren opbouwen. Neem nu bijvoorbeeld Mathilde Guillaumet uit Frankrijk. Nadat zuster Guillaumets vriendin haar uitnodigde om meer over het evangelie te weten te komen, onderwezen de zendelingen haar in een centrum in Parijs in 2009.

Zuster Guillaumet liet zich dopen in 2010 en verhuisde daarna naar Noorwegen om daar een jaar te verblijven, en daar speelde het plaatselijke centrum voor jongvolwassenen een belangrijke rol bij de groei van haar getuigenis.

‘Ik voelde me echt thuis in het centrum. Ik voelde me er veel meer op mijn gemak dan op mijn studentenkamer’, zei zuster Guillaumet. ‘Het zendingsechtpaar dat in het centrum aanwezig was, werd als mijn ouders — geweldige mensen die troost en advies boden. Zowel in Parijs als in Oslo kon ik met het zendingsechtpaar over het evangelie praten, wat thuis niet kon, aangezien ik daar het enige lid ben.’

Sam Basnet, die zich liet dopen in 2009, is ook het enige lid bij hem thuis. Door zendingswerk te doen in het centrum in Oslo was hij in staat om het evangelie met zijn familieleden te delen toen hij ze in Nepal bezocht. Hij vertelde hen over het priesterschap en het Boek van Mormon, beginselen die hij al eerder met de zendelingen in Oslo had uitgelegd.

‘Mijn familieleden wilden zich net zoals ik voelen’, zegt broeder Basnet. ‘Ze zagen het verschil tussen hoe ik toen was en hoe ik nu was geworden. Eerst had ik geen hoop. Ik was niet positief ingesteld. Na mijn doop kwam ik vaak in het centrum en was alles beter dan vroeger.’

Broeder Basnet is niet de enige die werd opgebouwd en gemotiveerd door de Geest die in het centrum heerste. Benjamin Kerr uit Scotland heeft de afgelopen twee zomers in Oslo gewerkt en ziet het centrum als een plek die hem eraan herinnert wat echt belangrijk is.

‘Het centrum is mijn toevluchtsoord om aan de wereld te ontsnappen’, zegt broeder Kerr. ‘Ik voel echt vrede en veiligheid wanneer ik daar ben. Ik denk dat wat mij vooral bemoedigde was dat we in het centrum konden praten, vooral tijdens de gezinsavond, over zaken die ons zorgen baren of die we moeilijk vinden. Door die ervaringen werd het me duidelijk hoe belangrijk eenvoudige evangeliebeginselen zijn.’

Het vormen van jongvolwassenen en toekomstige leiders

De centra voor jongvolwassenen helpen jongeren niet alleen om hun vrienden en familie in het evangelie te versterken, maar ze vormen ook leiders. Jongvolwassenen worden geroepen om in raadsvergaderingen in het centrum te dienen en allerlei activiteiten en lessen te plannen.

Zoiets ervoer ook Barbara Matovu, die van oorsprong uit Uganda afkomstig was maar nu Noors staatsburger is: ‘De liefde voelen die God voor al zijn kinderen heeft’, zegt ze, ‘heeft mijn getuigenis van de organisatie van de kerk versterkt. Ik leerde daardoor dat het koninkrijk van God niet door één mens kan worden opgebouwd, maar door velen die in eenheid samenwerken.’

Hoewel jongvolwassenen getraind worden voor toekomstige kerkroepingen, doen ze ook ervaring op die hen helpt om een goede echtgenoot of ouder te worden. Ze worden voorbereid om de wereld niet alleen te verbeteren op macro-niveau maar ook thuis.

‘De leiderschapsbeginselen die de jongvolwassenen leren in een raad zijn ook van groot belang voor hen als ouders — geduld, communicatie, leiding geven en mensen vrij laten om een taak te volbrengen, en de leiding van de Geest volgen,’ zegt Gerald Sorensen, die met zijn vrouw, Nancy, in het centrum in Trondheim (Noorwegen) heeft gediend.

De centra voor jongvolwassenen zullen blijven vechten tegen de toenemende zonde in de wereld door ervoor te zorgen dat de toekomstige kerkleiders nog sneller gevormd worden.

‘Jongvolwassenen komen niet alleen naar de centra om het evangelie vanuit evangelisch oogpunt beter te begrijpen, maar ook om het evangelie te delen met hun vrienden en hen te dienen die niet tot ons geloof behoren’, zegt broeder Psota. ‘Door de centra kan een goed voorbereide generatie de Heer met enthousiasme en eeuwig perspectief dienen.’

Centra voor jongvolwassenen zijn een plaats van samenkomst waar het opkomend geslacht zich kan voorbereiden om invloed op de wereld uit te oefenen door middel van de evangelieboodschap.

© 2008 Robert Casey