2012
Verbonden nakomen: een boodschap voor wie op zending gaan
januari 2012


Verbonden nakomen

een boodschap voor wie op zending gaan

Uit een toespraak gehouden tijdens een satellietuitzending over zendingswerk op 25 april 1997.

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

De sleutel tot dit werk is te vinden in het nakomen van onze verbonden. Op geen enkele andere manier kunnen wij aanspraak maken op de machten der goddelijkheid en deze aan de dag leggen.

Mijn toespraak tot jullie gaat over het enorme belang van verbonden nakomen — ik die van mij en jullie die van jou. Dit onderwerp gaat verder dan alleen gehoorzaamheid, hoewel gehoorzaamheid er zeker toe behoort. En het is een uitermate persoonlijk onderwerp.

In zekere zin valt er niets fundamentelers te bespreken in het evangelieplan, omdat alleen wie verbonden sluiten en verbonden nakomen op de ultieme zegeningen van het celestiale koninkrijk aanspraak maken. Ja, als we het over verbonden nakomen hebben, gaat het over de kern van ons doel op aarde.

Het koninkrijk verbondsgewijs opbouwen

Een verbond is een bindende geestelijke overeenkomst, een plechtige belofte aan God onze Vader dat wij op een bepaalde wijze zullen leven, denken en handelen — op de wijze van zijn Zoon, de Heer Jezus Christus. Op hun beurt beloven de Vader, de Zoon en de Heilige Geest ons de volle heerlijkheid van het eeuwige leven.

Ik vind het interessant dat verbonden persoonlijk zijn en individueel gesloten worden. Zo is er sprake van een verbond ten tijde van onze doop en bevestiging, waarmee onze weg naar het eeuwige leven aanvangt. Die verordeningen vinden voor individuele personen plaats, één voor één, ongeacht hoeveel mensen ze uiteindelijk ook moeten ondergaan.

Er is ook sprake van een verbond wanneer mannen het priesterschap ontvangen. Het priesterschap wordt altijd aan één persoon tegelijk verleend.

In de tempel sluiten we de hoogste verbonden die er zijn. Daar leggen we allerplechtigste beloften af aan onze Vader in de hemel en daar ontvouwt Hij ons nog vollediger de werkelijke betekenis van zijn beloften aan ons. Ook hier is er sprake van een individuele ervaring, ook al gaan we naar de tempel om aan andere personen verzegeld te worden.

Zo wordt het koninkrijk van God opgebouwd — één persoon per keer, één verbond per keer, waarbij alle wegen van onze aardse reis naar de ultieme verbonden van de heilige tempel voeren.

De rol van tempelverbonden

Het is van groot belang dat je inziet dat naar de tempel gaan voor je eigen begiftiging, inclusief de prachtige verordeningen die je op die begiftiging voorbereiden, deel uitmaken van je zendingsvoorbereiding en je zendingsdoel.

Wanneer je naar de tempel gaat, begin je te begrijpen dat die tempelverbonden belangrijk zijn, dat er een onlosmakelijk verband bestaat tussen je begiftiging daar en je succes als zendeling.

Uit het woord begiftiging blijkt ook de kern van dat belangrijke verband. Een begiftiging is een gave en heeft iets weg van een bruidsschat die als bijzondere gift een pasgetrouwd paar op weg helpt in hun huwelijk. Toen ik president van Brigham Young University was, besteedde ik mijn tijd deels aan het werven van giften en schenkingen van gulle donoren ten behoeve van het universiteitsfonds, wat je ook een begiftiging kunt noemen.

Zo gaat God ook met ons te werk telkens wanneer we een verbond met Hem sluiten. Hij begiftigt ons. Wij beloven bepaalde dingen te doen, afhankelijk van de verordening, en Hij belooft ons op zijn beurt bijzondere giften of gaven — weergaloze gaven, onuitsprekelijke gaven, welhaast onbegrijpelijke gaven. Dus zeg ik tot jullie en tot mijzelf — als we werkelijk willen slagen in onze roeping, als we aanspraak willen maken op alle hulp, alle voorrechten en alle zegeningen van de Vader, als we de deur naar de hemel wijd voor ons geopend willen hebben om de machten der goddelijkheid te ontvangen, moeten we onze verbonden nakomen!

Jullie weten dat je dit werk niet alleen kunt doen. We hebben hemelse hulp nodig; we hebben de giften en gaven van God nodig. Hij leerde ons dat al helemaal bij de aanvang van deze bedeling. Aangaande ‘de verlossing van Zion’ zei de Heer:

‘Opdat zijzelf voorbereid zullen zijn, en opdat mijn volk grondiger onderricht kan worden, en ondervinding zal hebben en meer zal weten over zijn plicht en de dingen die Ik van hen verlang.

‘En dat kan niet worden teweeggebracht alvorens mijn ouderlingen met macht uit den hoge begiftigd zijn.

‘Want zie, Ik heb een grote begiftiging en zegen bereid om op hen te worden uitgestort, voor zoverre zij getrouw zijn en in ootmoed blijven wandelen voor mijn aangezicht’ (LV 105:10–12).

Dit werk is zo gewichtig en de tegenwerking van de tegenstander zo groot dat we alle mogelijke goddelijke macht nodig hebben om onze inspanningen kracht bij te zetten en de kerk voorwaarts te stuwen. De sleutel daartoe voor ons persoonlijk is het verbond dat we met Hem sluiten in de tempel — onze belofte om te gehoorzamen en offers te brengen, om ons toe te wijden aan de Vader, en zijn belofte om ons de macht van ‘een grote begiftiging’ te schenken.

Verbonden en het werk van de Heer

Zie je nu beter in hoe fundamenteel onze persoonlijke, individuele beloften zijn voor de algehele voortgang en grootsheid van het werk? Net als al het andere in het heilsplan wordt het succes van alle ouderlingen en zusters over de hele wereld zendeling voor zendeling bepaald.

We sluiten niet als hele wijk of ring verbonden. Nee, we sluiten verbonden als broeder de Bruin of broeder Brandsma, als zuster Jansen of zuster de Jager. De sleutel tot dit werk is te vinden in het nakomen van verbonden door individuele personen.

Ik weet niet in welk zendingsgebied je zult dienen, maar ik geloof niet dat onze Vader in de hemel bepaalde beloften aan je zendingsgebied als zodanig heeft gedaan. Ik weet wel dat Hij grote beloften aan jou persoonlijk heeft gedaan.

Als een heel zendingsgebied verenigd is door de kracht van de integriteit van iedere zendeling en het nakomen van de verbonden door iedere zendeling persoonlijk, worden er bergen verzet. Als die eensgezindheid en macht, een begiftiging uit de hemel, op ieder afzonderlijk in het zendingsgebied worden uitgestort, kan niets ‘de vooruitgang van dit werk stuiten’. Op die manier ‘zal Gods waarheid moedig, nobel en onafhankelijk voorwaarts gaan’.1

Dat vertrouwen mogen we hebben als er geen zwakke schakel in de ketting is, als er geen kwetsbare plek in de wapenrusting is. De strijd tegen goddeloosheid en dwaling is de wijze waarop iedere evangeliezege wordt behaald — verbondsgewijs, één persoon tegelijk, zendeling voor zendeling.

Daarom zei de Heer tegen de eerste leiders van de kerk: ‘Gij zult u ertoe verbinden om in alle heiligheid voor mijn aangezicht te handelen — opdat er, voor zoverre gij dat doet, heerlijkheid toegevoegd zal worden aan het koninkrijk dat gij ontvangen hebt’ (LV 43:9–10).

Dat is verbondstaal. Dat is precies waarom we naar de tempel gaan — om ons jegens de Heer en elkaar te verbinden, en met die kracht vervolgens ‘in alle heiligheid (…) te handelen’. In ruil daarvoor worden wij en ons werk met macht en heerlijkheid gezegend. Juist in het licht van onze verbonden nakomen heeft de Heer gezegd: ‘Ik, de Heer, ben gebonden wanneer gij doet wat Ik zeg; maar wanneer gij niet doet wat Ik zeg, hebt gij geen belofte’ (LV 82:10).

Geloof me: de sleutel tot dit werk is te vinden in het nakomen van onze verbonden. Op geen enkele andere manier kunnen wij aanspraak maken op de machten der goddelijkheid en deze aanwenden. De Heer geeft je zijn woord daaromtrent.

Je gaat naar de tempel om je op je zending voor te bereiden. Kom de verbonden die je daar sluit na, allemaal. Ze zijn uiterst persoonlijke en uiterst heilige en plechtige beloften die ieder van ons aan onze Vader in de hemel doet.

Een verbond om te getuigen

Ik vraag dit niet alleen van jullie — weet dat ik hetzelfde zal doen. Ik zal mijn verbonden ook nakomen. Een van die verbonden is om als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen een bijzondere getuige ‘van de naam van Christus in de gehele wereld’ te zijn (LV 107:23). Ik kom mijn verbonden na en getuig vandaag niet alleen tot jullie van de Heer Jezus Christus en die gekruisigd, maar ik ben een van die getuigen — geroepen, geordend en gemachtigd om dat getuigenis aan de wereld uit te dragen. Ik neem graag met jullie aan die bediening deel, geliefde jonge vrienden.

Ik weet dat God leeft, dat Hij onze letterlijke Vader in de hemel is, en dat Hij zijn beloften aan ons altijd en eeuwig nakomt. Ik weet dat Jezus de Christus is, de eniggeboren Zoon van de Vader in het vlees, en de Heiland van de wereld. Ik weet dat Hij leed, bloedde en stierf om ons het eeuwige leven te schenken.

Ik weet dat de Vader en de Zoon aan de jonge profeet Joseph Smith, de grote grondlegger-profeet van deze bedeling, zijn verschenen, en dat ook hij zijn bloed heeft vergoten als een getuigenis van zijn roeping, het ultieme symbool van iemands trouw aan zijn verbonden. Ik weet dat die profetische sleutels via een ononderbroken keten zijn overgedragen aan vijftien andere mannen, en dat ze nu berusten bij en deel uitmaken van de profetische bediening van president Thomas S. Monson, Gods presiderende hogepriester op aarde in deze tijd.

Dit werk is waar. Deze uitspraken zijn waar. Ik weet dat onafhankelijk van enige andere man of vrouw die ooit op aarde heeft geleefd. Ik weet dat door de manifestaties van de Heilige Geest, die mijn leven richting en mijn getuigenis betekenis geven, en die mij doen uitgaan — met jullie — om een bijzondere getuige van de Verlosser van de wereld te zijn.

Noot

  1. Joseph Smith, History of the Church, deel 4, p. 540.

FOTO-ILLUSTRATIES Matthew Reier EN Christina Smith