2012
Durf alleen te staan
januari 2012


Durf alleen te staan

President Thomas S. Monson, ‘Durf alleen te staan’, Liahona, november 2011, pp. 61–62.

Afbeelding
President Thomas S. Monson

‘Mijn eerste ervaring met de moed om op te komen voor mijn overtuiging vond volgens mij plaats toen ik tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog bij de Amerikaanse marine zat. (…)

‘Ik zal me altijd de zondag aan het eind van de eerste week [van het opleidingskamp] herinneren. We kregen een bericht van de bevelvoerende onderofficier dat zeer welkom was. We stonden in de houding op het exercitieterrein in een stevige Californische wind, toen we dit bevel hoorden: “Vandaag gaat iedereen naar de kerk — iedereen, behalve ik. Ik ga me ontspannen!” Toen schreeuwde hij: “Alle katholieken komen bijeen in Camp Decatur. En je komt pas terug na drie uur vanmiddag. Voorwaarts, mars!” Een aanzienlijk aantal marcheerde af. Toen schreeuwde hij zijn volgende bevel: “Alle joden komen bijeen in Camp Henry. En je komt pas terug na drie uur vanmiddag. Voorwaarts, mars!” Een enigszins kleiner aantal marcheerde af. Toen zei hij: “Alle protestanten vergaderen in de theaters van Camp Farragut. En je komt pas terug na drie uur vanmiddag. Voorwaarts, mars!”

Ineens schoot de gedachte door me heen: “Monson, je bent niet katholiek. Je bent niet joods. Je bent niet protestant. Je bent mormoon, dus je blijft gewoon staan!” Ik kan u verzekeren dat ik me erg eenzaam voelde. Moedig en vastbesloten, ja — maar alleen.

‘En toen hoorde ik de fijnste woorden die ik ooit uit de mond van die onderofficier heb gehoord. Hij keek in mijn richting en vroeg: “En hoe noemen jullie jezelf?” Tot op dat moment had ik niet beseft dat er nog mensen naast of achter me stonden op het exercitieterrein. Vrijwel als één man antwoordden we: “Mormonen!” Het is moeilijk te beschrijven met welke vreugde mijn hart zich vulde toen ik me omkeerde en een handvol andere mariniers zag.

‘De onderofficier krabde zich op zijn hoofd, keek alsof hij perplex stond, en zei uiteindelijk: “Nou, zoek maar een plek om te vergaderen. En kom niet terug vóór drie uur! Voorwaarts, mars!” (…)

‘Hoewel de ervaring een beetje anders verliep dan ik had verwacht, was ik bereid om alleen te staan wanneer dat nodig was.

‘Sinds die dag zijn er momenten geweest waarop er niemand achter me stond en ik dus echt alleen stond. Ik ben zo dankbaar dat ik lang geleden de beslissing heb genomen om sterk en trouw te blijven, altijd bereid om mijn godsdienst te verdedigen.’

Vragen om over na te denken:

  • Welke invloed heeft het op andere mensen wanneer we pal blijven staan?

  • Kunt u zich een keer herinneren dat uw moed en overtuigingen op de proef werden gesteld? Hoe reageerde u toen?

  • Hoe kunnen we ons voorbereiden om pal te staan?

Schrijf uw gedachten eventueel op in uw dagboek of bespreek die met anderen.