2008
Luister naar de profeet — doe wat hij zegt
April 2008


Participatieperiode

Luister naar de profeet — doe wat hij zegt

‘Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten’ (Amos 3:7).

Kijk om je heen, dan zie je het al gauw: in de wereld kom je wel eens in het nauw. Gods profeet die helpt ons, wijst ons steeds de weg;

Luister altijd goed en doe wat hij zegt.

Deze woorden uit ‘Volg de profeet’ (Kinderliedjes, pp. 58–59) leren je naar de profeet te luisteren en te doen wat hij zegt. Als we luisteren naar wat hij zegt en dat doen, volgen wij de profeet. Kun jij je herinneren dat je de profeet hebt horen spreken? En kun je je herinneren dat jij of je ouders ervoor kozen gehoorzaam te zijn en te doen wat de profeet je vroeg te doen? Hoe voelde je je toen je daar gehoorzaam aan was?

Luister maar eens naar wat andere jeugdwerkkinderen denken dat de profeet volgen betekent: Austin zegt: ‘Als ik doe wat hij zegt, voel ik mij blij.’ Lindsay zegt: ‘De profeet heeft mij gevraagd om mij netjes te kleden, naar de kerk te gaan, in de Schriften te lezen en te bidden. Hij wil dat ik mij laat dopen, het goede kies en het voorbeeld volg van mijn mama en papa.’

In Leer en Verbonden 21:5 staat: ‘Want zijn woord zult gij aanvaarden, alsof uit mijn eigen mond’. Uit deze tekst leren we dat de profeet altijd zegt wat jij volgens onze hemelse Vader moet weten. De profeet zal je altijd vertellen hoe je moet leven om eens bij je hemelse Vader te kunnen terugkeren.

Activiteit

Haal pagina K4 uit de Liahona en plak hem op stevig papier. Luister tijdens de algemene conferentie naar de profeet en kies drie dingen die hij je vraagt te doen. Schrijf ze op de poster. Hang de poster ergens waar hij je eraan herinnert om de profeet te volgen.

Ideeën voor de participatieperiode

  1. Vertel in het kort dat Johannes de Doper aan Joseph Smith is verschenen om het Aäronisch priesterschap te herstellen, en dat Petrus, Jakobus en Johannes het Melchizedeks priesterschap hebben hersteld. Leg uit hoe onze hemelse Vader de leden van de kerk zegent door middel van het priesterschap. Nodig, na goedkeuring van de bisschop of gemeentepresident, een priesterschapsdrager uit om aan het jeugdwerk uit te leggen hoe het priesterschap ons tot zegen is. Deel papier en kleurpotloden, waskrijtjes of viltstiften uit. Vraag de kinderen een tekening te maken van hoe het priesterschap hen tot zegen is geweest. Laat een kind Leer en Verbonden 107:64–67 lezen en vraag: Wie is de presiderende hogepriester van de hoge priesterschap van de kerk? Leer de kinderen dat onze profeet alle priesterschapssleutels draagt; wat wil zeggen dat hij het gezag heeft om de hele kerk te presideren. Zing ‘Wij danken U, Heer, voor profeten’ (lofzang 17). Geef uw getuigenis van de profeet en van het priesterschap.

  2. Toon Evangelieplaat 520 (Gordon B. Hinckley) en vertel het verhaal van president Hinckley (1910–2008) over een vrouw die een tiener vergiffenis schonk. Hij had haar leven door een verkeerde keuze drastisch veranderd (zie ‘Wees vergevensgezinder’, Liahona, maart 2007, K2–K3). Leg uit dat de profeten ons hebben gevraagd om vergevensgezinder te zijn. Gebruik rollenspelen om de kinderen verhalen uit de Schriften over vergeving te leren (zie ‘Rollenspelen’, Onderwijzen geen grotere roeping, pp. 171–172). Bijvoorbeeld: Genesis 42–45: Jozef schenkt zijn broers vergeving; 1 Nephi 7: Nephi schenkt zijn broers vergeving. Geef uw getuigenis van ’s Heilands verzoening. Maak de kinderen duidelijk hoe Hij het voor ons mogelijk heeft gemaakt om ons te bekeren en vergeving te krijgen, zodat we weer naar onze hemelse Vader kunnen terugkeren.