2009
Vertrouwen in de tegenwoordigheid van God
Jan. 2009


Boodschappen uit de Leer en Verbonden

Vertrouwen in de tegenwoordigheid van God

Vergroten we ons geloof en onze toewijding, dan komen we dichter tot onze Vader in de hemel.

Afbeelding
Elder Michael John U. Teh

Het verhaal van de profeet Joseph Smith die te midden van de ‘twisten tussen […] groeperingen godsdienstijveraars’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:11) probeerde uit te zoeken tot welke kerk hij moest behoren, is een verhaal vol inspiratie en hoop voor allen die oprecht naar waarheid zoeken. Wat moet het een opluchting zijn geweest voor Joseph, een onbekende jongen van veertien jaar met een eenvoudige vraag en een oprecht verlangen, om in de Bijbel de volgende passage te lezen: ‘Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden’ (Jakobus 1:5).

Deze passage geeft een goed inzicht in de soort relatie die ieder van ons met zijn Vader in de hemel zou moeten hebben. Dit vers drukt de grote barmhartigheid en genegenheid van onze liefhebbende Vader uit voor een zoon die met een vraag tot Hem kwam. De Vader beantwoordt over het algemeen geen gebeden met visioenen zoals Hij in het heilige bos deed, maar Hij geeft wél antwoorden die veel gemoedsrust geven. Hij belooft ons dat Hij ons eenvoudigweg en zonder verwijt antwoord zal geven.

Als jongen was ik verscheidene malen in de gelegenheid om deze belofte op de proef te stellen. Ik getuig dat de belofte waar is. Of ik nu een speeltje of een munt of welke andere dierbare bezitting ook kwijt was, iets dat volwassenen niet belangrijk leek, mijn hemelse Vader beantwoordde mijn gebeden en stelde mij gerust. Ik herinner me duidelijk het vertrouwen dat ik had dat er een antwoord zou komen. Dat was het geloof van een jongen. Dat was ook het geloof van de jonge Joseph Smith.

Dergelijk geloof levert de omstandigheden op waarin gebeden worden beantwoord, zoals ook uit de volgende passage blijkt: ‘Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende’ (Jakobus 1:6).

Toen ik ouder werd, vond ik het steeds moeilijker om onwankelbaar geloof te oefenen. De wereld zaait zaadjes van twijfel en vooroordeel in ons verstand en hart. Daarom is de aansporing van de Heiland ‘wordt als de kinderen’ (Matteüs 18:3) een levenslang streven voor mij geworden. Ik merk dat geloof ‘als een mosterdzaad’ (Matthew 17:20) soms binnen mijn bereik is, maar dat het meestal buiten mijn bereik is.

Hoe kunnen wij voortdurend zoveel geloof oefenen? De volgende raadgeving geeft ons inzicht in dit rechtschapen streven: ‘Hetgeen van God is, is licht; en wie licht ontvangt en in God blijft, ontvangt meer licht; en dat licht wordt steeds helderder tot de volle dag toe’ (LV 50:24).

Dat is wat de profeet Joseph Smith doormaakte. Net als anderen dat eerder deden, bewees hij zichzelf door voortdurend geloof te oefenen en zijn keuzevrijheid goed te gebruiken. Hij verbleef in God, ontving meer licht, en dat licht werd steeds helderder totdat het zo helder was als de middagzon.

Eén voorval in het leven van de profeet had een sterke uitwerking op mijn leven als jongeman:

‘Joseph lag ’s avonds laat te slapen na een uiterst vermoeiende dag. (…) Enkele momenten later stoof er een woedende bende binnen. (…) Ze pakten hem en sleurden hem het huis uit terwijl Emma schreeuwde. (…)

‘(…) Er kwam een groep bijeen (…) om een raadsvergadering te houden. (…) Na de raadsvergadering verklaarden de bendeleiders dat ze hem niet zouden doden, maar hem van zijn kleding zouden ontdoen en hem geselen en zijn vlees openrijten. (…) Zij duwden een stinkende teerlepel in zijn gezicht en probeerden die in zijn keel te duwen. (…)

‘Toen ze Joseph hadden achtergelaten, probeerde hij op te staan, maar viel weer op de grond van pijn en uitputting. Hij slaagde er echter in de teer van zijn gezicht te trekken zodat hij weer ongehinderd kon ademhalen. (…)

‘De profeet vond iets om zich mee te bedekken, ging naar binnen en was de rest van de nacht bezig om zijn lichaam schoon te maken en zijn wonden te verbinden. (…)

‘Daar het de volgende ochtend sabbat was, kwamen de mensen op de gebruikelijke tijd van aanbidding bijeen. Onder hen bevonden zich enkele bendeleden. (…)

‘Vol blauwe plekken en littekens ging Joseph naar de bijeenkomst en stond voor de aanwezigen, zijn aanvallers van de vorige nacht rustig en manhaftig aankijkend. Hij hield een krachtige toespraak en doopte diezelfde dag drie gelovigen als lid van de kerk.’1

Ik kan me nauwelijks indenken hoeveel pijn en ongemak de profeet Joseph moet hebben doorstaan. Hij had meer dan genoeg reden om de volgende ochtend niet te prediken, maar deze en vele andere soortgelijke of ergere ervaringen weerhielden hem niet van het uitvoeren van zijn taken. Hoe kunnen wij ons dan gerechtvaardigd voelen als we onze taken niet uitvoeren vanwege een of ander klein ongemak?

Vergroten we ons geloof en onze toewijding, dan komen we dichter tot onze Vader in de hemel.

‘Als gij dan roept, zal de Here antwoorden; als gij om hulp roept, zal Hij zeggen: Hier ben Ik’ (Jesaja 58:9).

‘Dan zal uw vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk worden; en de leer van het priesterschap zal zich op uw ziel vormen als dauw uit de hemel.

‘(…) en zonder dwang zal die u toevloeien, voor eeuwig en altijd’ (LV 121:45–46).

Ik vind het een voorrecht om te getuigen dat Joseph Smith een profeet van God is. Omdat hij in het heilige bos om wijsheid vroeg, en vervolgens ijverig was, hebben wij het volle evangelie van Jezus Christus. President John Taylor (1808–1887) heeft als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen de volgende veelzeggende beschrijving gegeven van wat de profeet Joseph Smith voor ons heeft gedaan: ‘Joseph Smith, de profeet en ziener des Heren, heeft, Jezus alleen uitgezonderd, meer gedaan voor het heil van de mensen in deze wereld dan enig ander mens die hier ooit heeft geleefd. (…) Hij was een groot man, en hij stierf als een groot man in de ogen van God en van zijn volk; en zoals de meesten van de gezalfden des Heren in oude tijden heeft hij zijn zending en zijn werken met zijn bloed bezegeld’ (LV 135:3).

Mogen wij onze keuzevrijheid verstandig gebruiken en net als de profeet Joseph onwankelbaar geloof uitoefenen, ongeacht onze omstandigheden, zodat ons vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk [mag] worden.’

Noot

  1. George Q. Cannon, Life of Joseph Smith the Prophet (1986), 133–135; zie ook History of the Church, 1:261–264.

De aansporing van de Heiland ‘Wordt als de kinderen’ is voor mij een levenslang streven geworden.

Omdat Joseph Smith in het heilige bos om wijsheid vroeg, en vervolgens ijverig was, hebben wij het volle evangelie van Jezus Christus.

Linksboven: Dale Kilbourn, Joseph Smith schrijft; rechts: Anne Marie Oborn, Kinderen des lichts, geplaatst met toestemming van het Museum voor kerkgeschiedenis en kunst; randillustratie © 2007 Cary Henrie

Jon McNaughton, Ik zag een licht