2009
Laten wij onze stem van waarschuwing verheffen
Jan. 2009


Boodschap van het Eerste Presidium

Laten wij onze stem van waarschuwing verheffen

Afbeelding
President Henry B. Eyring

Omdat de Heer goed voor zijn kinderen is, roept Hij dienstknechten om hen voor gevaar te waarschuwen. Wat die roeping om te waarschuwen zo moeilijk en waardevol maakt, is het feit dat de belangrijkste waarschuwingen net gevaren betreffen die de mensen nog niet inzien. Denk maar aan Jona. Aanvankelijk ontvluchtte hij de roeping van de Heer om de inwoners van Nineve te waarschuwen, die blind waren voor de gevaren van zonde. Hij wist dat goddeloze mensen door de eeuwen heen profeten hebben verworpen en soms zelfs gedood. Maar toen Jona in geloof zijn taak volbracht, zegende de Heer hem met veiligheid en succes.

Wij kunnen ook leren van onze ervaringen als ouders en als kinderen. Diegenen onder ons die ouders zijn, zijn wel eens ongerust geweest omdat ze gevaar voelden dat hun kinderen nog niet konden inzien. Er zijn weinig gebeden zo vurig als die van een ouder die vraagt of hij mag weten hoe hij een kind ertoe kan brengen gevaar uit de weg te gaan. De meesten onder ons zijn wel eens gezegend door gehoor te geven aan de waarschuwende stem van een ouder.

Ik kan me nog herinneren dat mijn moeder me op een zaterdagmiddag zachtjes toesprak toen ik haar als kleine jongen om toestemming vroeg voor iets wat ik volkomen redelijk vond, maar waarvan zij wist dat het gevaarlijk was. Het verbaast mij nog steeds wat een kracht zij kreeg, volgens mij van de Heer, om mij met zo weinig woorden om te praten. Als ik het me goed herinner, zij ze: ‘Ach ja, ik denk dat je dat wel zou kunnen doen. Maar je moet het zelf beslissen.’ De enige waarschuwing lag in de nadruk op de woorden kunnen en zelf. En toch was dat voldoende voor mij.

De kracht van haar waarschuwing met zo weinig woorden kon ik terugvoeren tot drie dingen die ik van haar wist. Ten eerste wist ik dat ze van me hield. Ten tweede wist ik dat ze zelf met soortgelijke situaties te maken had gehad en dat ze gezegend was door het goede te kiezen. En ten derde had ze haar zekere getuigenis op mij overgebracht dat de keuze die ik moest doen zo belangrijk was dat de Heer me antwoord zou geven als ik het aan Hem vroeg. Liefde, een voorbeeld en een getuigenis: dat waren die dag de sleutels, en dat zijn altijd de sleutels geweest als ik gezegend ben om te luisteren naar de waarschuwing van een dienstknecht van de Heer.

Dat we anderen met onze waarschuwende stem kunnen raken, is belangrijk voor alle verbondsdiscipelen van Jezus Christus. Deze opdracht is aan alle leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen gegeven: ‘Zie, Ik heb u uitgezonden om te getuigen en de mensen te waarschuwen, en het betaamt eenieder die gewaarschuwd is zijn naaste te waarschuwen’ (LV 88:81).

Onze plicht om te waarschuwen

De plicht om onze naaste te waarschuwen, rust op allen die het doopverbond hebben aanvaard. Het is aan ons om met vrienden en familieleden die geen lid zijn over het evangelie te praten. Het is ons doel om hen uit te nodigen zich te laten onderwijzen door voltijdzendelingen die daartoe geroepen en aangesteld zijn. Als iemand besloten heeft onze uitnodiging tot onderwijs aan te nemen, wordt hij daarmee een veelbelovende introducé die veel meer kans maakt om zich te laten dopen en getrouw te blijven.

Als lid van de kerk mag u verwachten dat de voltijdzendelingen of de wijk- of gemeentezendelingen u zullen vragen om een lijst met mensen die u over het evangelie kunt vertellen. De zendelingen zullen voorstellen dat u denkt aan familieleden, buren en kennissen. Ze vragen u misschien om een datum vast te stellen waarop u uiterlijk een persoon of een gezin voorbereid hebt om les te krijgen van de zendelingen. Ik heb dat ook meegemaakt. Door als gezin die uitnodiging van de zendeling aan te nemen, was ik zo gezegend om een door de zendelingzusters onderwezen tachtigjarige weduwe te mogen dopen.

Toen ik haar de handen oplegde om haar als lid van de kerk te bevestigen, voelde ik dat ik moest zeggen dat haar besluit om zich te laten dopen generaties van haar familie, zowel na als vóór haar, tot zegen zou zijn. Enige tijd nadat ze was heengegaan, was ik met haar zoon in de tempel toen hij zich aan haar liet verzegelen.

U hebt misschien wel soortgelijke ervaringen gehad met mensen die u hebt uitgenodigd om de lessen te volgen, waardoor u weet dat er maar weinig fijnere momenten in het leven zijn. Deze woorden van de Heer gelden voor de zendelingen en voor ons allen: ‘En nu, indien uw vreugde groot zal zijn met één ziel die u tot Mij hebt gebracht in het koninkrijk van mijn Vader, hoe groot zal dan uw vreugde zijn indien u vele zielen tot Mij brengt!’ (LV 18:16).

De zendelingen zullen ons helpen en aanmoedigen, maar of er meer van deze momenten bij de doopvont en in de tempel komen, is grotendeels afhankelijk van hoe serieus wij onze opdracht nemen en wat wij besluiten eraan te doen. De Heer zou het woord waarschuwen niet gebruiken als er geen gevaar dreigde. Maar toch voelen veel mensen die wij kennen dat niet aan. Zij hebben geleerd om de toenemende aanwijzingen te negeren dat de samenleving uit elkaar valt en dat aan hun leven en hun gezin de vrede ontbreekt die zij eens voor mogelijk hielden. Door die bereidheid om de tekens te negeren dat er gevaar dreigt, kunt u makkelijk denken: ‘Waarom zou ik over het evangelie spreken met iemand die tevreden lijkt? Welk gevaar is er voor hen of mij als ik niets zeg of doe?’

Nou, het gevaar mag dan moeilijk te zien zijn, maar het bestaat wel degelijk, zowel voor hen als voor ons. Op een gegeven moment zal iedereen die u in dit leven bent tegengekomen in de wereld hierna weten wat u nu weet. Dan weten ze dat de enige manier om voor eeuwig bij hun gezin en in de tegenwoordigheid van hun hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus te leven, is te kiezen door de poort van de doop te gaan via de handen van iemand met gezag van God. Dan weten ze dat de enige manier dat gezinnen eeuwig samen kunnen zijn, is door de heilige verbonden in de tempels van God op aarde te aanvaarden en na te komen. Zij zullen dan ook weten dat u dat wist. En zij zullen zich herinneren of u hen hebt aangeboden wat iemand u had aangeboden.

Het is makkelijk om te zeggen: ‘Dit is niet het moment.’ Maar uitstel is gevaarlijk. Jaren geleden werkte ik voor iemand in Californië. Hij nam me in dienst, hij behandelde me goed, hij leek mij hoog te achten. Misschien was ik de enige heilige der laatste dagen die hij ooit goed gekend heeft. Ik weet niet alle redenen meer waarom ik vond dat ik een beter moment moest afwachten om met hem over het evangelie te praten. Ik weet alleen nog hoe verdrietig ik was toen ik hoorde dat hij met zijn vrouw, na zijn pensioen en nadat ik ver weg was verhuisd, in een auto-ongeluk was omgekomen op weg naar hun huis in Carmel in Californië. Hij hield van z’n vrouw. Hij hield van z’n kinderen. Hij had van z’n ouders gehouden. Hij hield van z’n kleinkinderen, en zal van hun kinderen houden en altijd bij ze willen blijven.

Nu weet ik niet hoe ze al die menigten in het hiernamaals in banen leiden. Maar ik denk dat ik ze zal tegenkomen, en dat hij me zal aankijken, en dat ik dan in zijn ogen de vraag zie: ‘Hal, jij wist het. Waarom heb je het me niet verteld?’

Als ik denk aan hem, aan de weduwe die ik heb gedoopt en aan haar familieleden die nu aan haar en aan elkaar verzegeld worden, wil ik meer doen. Ik wil krachtiger zijn in mijn uitnodigingen aan mensen om de zendelingenlessen te volgen. Met dat verlangen, en met het geloof dat God ons zal helpen, zullen we meer bereiken.

Liefde staat op de eerste plaats

Liefde staat altijd op de eerste plaats. Eén enkele goede daad voldoet zelden. De Heer heeft als volgt de liefde beschreven die we moeten voelen en die zij die wij uitnodigen in ons moeten herkennen: ‘De liefde is lankmoedig’, ‘alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij’ (1 Kointiërs 13:4, 7).

Ik heb gezien wat ‘lankmoedig’ en ‘alles verdraagt zij’ betekenen. Een familie kwam in een huis in onze buurt wonen. Omdat het een nieuw huis was, deed ik samen met andere heiligen der laatste dagen een aantal avonden wat werk in de tuin. Ik herinner me dat ik op de laatste avond, toen we bijna klaar waren, naast de huisvader stond. Hij keek naar ons werk en zei tegen diegenen onder ons die in zijn buurt stonden: ‘Dit is de derde tuin die jullie mormonen voor ons hebben aangelegd, en ik denk dat dit de beste is.’ Vervolgens vertelde hij rustig maar standvastig over de grote voldoening die hij kreeg van zijn lidmaatschap in zijn eigen kerk, een gesprek dat we in de jaren dat hij er woonde vaak met hem hadden.

Al die tijd hielden de goede daden voor hem en zijn gezin niet op, want de buren gingen hen echt liefhebben. Op een avond kwam ik thuis en zag ik een vrachtwagen in hun oprit staan. Ik had gehoord dat ze naar een andere staat gingen verhuizen. Ik ging kijken of ik ergens mee kon helpen. Ik herkende de man die ik huisraad in de vrachtwagen zag laden niet. Toen ik dichterbij kwam, zei hij rustig: ‘Hallo broeder Eyring.’ Ik had hem niet herkend omdat hij de zoon was die er had gewoond, maar die inmiddels ouder was geworden, was getrouwd en ergens was gaan wonen. En vanwege de liefde die velen voor hem hadden gehad, was hij nu een gedoopt lid van de kerk. Ik ken het einde van het verhaal niet, want er komt geen einde aan. Maar ik weet wél dat het met liefde begon.

Ten tweede moeten we een beter voorbeeld zijn van dat waartoe we anderen uitnodigen. In een steeds duisterder wordende wereld wordt dit gebod van de Heiland steeds belangrijker: ‘Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken’ (Matteüs 5:16).

De meesten onder ons zijn bescheiden genoeg om te denken dat het kaarsje van ons voorbeeld wel eens te weinig licht zou kunnen geven om opgemerkt te worden. Maar u en uw gezin worden meer in de gaten gehouden dan u misschien beseft. Enige tijd geleden mocht ik bijeenkomsten bijwonen met bijna driehonderd predikanten en leidinggevenden uit andere kerken. Ik sprak zo veel mogelijk van hen individueel. Ik vroeg hen waarom zij met zo veel aandacht naar mijn boodschap hadden geluisterd, die ging over de oorsprong van de kerk, over het eerste visioen van de jonge Joseph Smith, en over levende profeten. Elk gaf eigenlijk zo’n beetje hetzelfde antwoord. Zij vertelden over iemand uit onze kerk die zij kenden, of over een gezin — uit onze kerk. Ik kreeg vaak te horen: ‘Zij waren het fijnste gezin dat ik ooit heb ontmoet.’ Vaak spraken zij over de een of andere gezamenlijke actie of hulpactie na een ramp waarbij kerkleden iets opmerkelijks hadden gedaan.

De mensen die ik bij die bijeenkomsten sprak konden de waarheid in de leer nog niet herkennen, maar ze hadden wel de vruchten ervan gezien in het leven van de leden, en daarom waren ze eraan toe om te luisteren. Zij waren voorbereid om de waarheden van de herstelling aan te horen — dat gezinsleden voor altijd aan elkaar verzegeld kunnen worden en dat het evangelie onze aard kan veranderen. Zij waren daarop voorbereid door uw voorbeeld.

Het derde wat we beter moeten doen, is bij onze uitnodiging onze uitnodiging ons getuigenis te voegen.. Liefde en een voorbeeld doen deuren open, maar we moeten dan nog wel onze mond open doen en ons getuigenis geven. Wij worden daarin geholpen door een eenvoudig feit: waarheid en keuze zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Alle kinderen van onze hemelse Vader moeten bepaalde keuzes doen om in aanmerking te komen voor een getuigenis van geestelijke waarheden. En zijn we eenmaal op de hoogte van een geestelijke waarheid, dan moeten we kiezen of we ons leven ernaar vormen of niet. Getuigen wij van de waarheid tot onze dierbaren of vrienden, dan moeten we ook duidelijk maken welke keuzes ze moeten doen als ze eenmaal voor zichzelf weten dat het waar is. Twee belangrijke voorbeelden daarvan zijn: iemand uitnodigen om het Boek van Mormon te lezen en iemand uitnodigen om de zendelingenlessen te volgen.

Om te weten te komen dat het Boek van Mormon waar is, moeten we het lezen en ervoor kiezen om te doen wat er in Moroni staat: bidden om erachter te komen of het waar is (zie Moroni 10:3–5) Als we dat hebben gedaan, kunnen we uit eigen ervaring tot onze vrienden getuigen dat zij met die keuze achter dezelfde waarheid kunnen komen. Als ze weten dat het Boek van Mormon het woord Gods is, staan ze voor een andere keuze: of ze wel of niet uw uitnodiging aannemen om de zendelingenlessen te volgen. Om bij het doen van die uitnodiging uw getuigenis te geven, moet u weten dat de zendelingen als dienstknechten van God geroepen zijn.

U kunt dat getuigenis krijgen door de zendelingen bij u thuis uit te nodigen om familie of vrienden les te geven. De zendelingen zullen die uitnodiging met open armen ontvangen. Als u bij hen zit terwijl zij lesgeven, zult u net als ik weten dat zij geïnspireerd worden met kracht die hun leeftijd en opleiding te boven gaat. En als u dan andere mensen uitkiest om de zendelingenlessen te laten volgen, kunt u getuigen dat zij de waarheid verkondigen en dat zij de keuzes aanbieden die tot geluk leiden.

Een verzekering

Sommigen onder ons vinden het misschien moeilijk te geloven dat wij genoeg liefde hebben of een goed genoeg voorbeeld geven of dat onze kracht om te getuigen groot genoeg is om onze kennissen onze uitnodigingen aan te laten nemen. Maar de Heer wist dat we er zo over zouden denken. Luister naar zijn bemoedigende woorden die Hij aan het begin van de Leer en Verbonden liet zetten. Hij gaf ons deze opdracht: ‘En de waarschuwende stem zal tot alle mensen zijn gericht, bij monde van mijn discipelen, die Ik in deze laatste dagen heb gekozen’ (D&C 1:4).

En luister nu eens naar zijn beschrijving van de kwalificaties van die discipelen — van ons: ‘De zwakke dingen der wereld zullen tevoorschijn treden en de machtige en sterke afbreken.’ (LV 1:19).

En daarna dit: ‘Opdat de volheid van mijn evangelie door de zwakken en eenvoudigen zou worden verkondigd aan de einden der wereld’ (LV 1:23).

En vervolgens nog: ‘en voor zoverre zij ootmoedig [zijn], zij sterk gemaakt zouden worden en gezegend worden uit den hoge’ (LV 1:28).

Die verzekering werd de eerste zendelingen in de kerk gegeven, maar ook de zendelingen nu. En zij wordt ons allemaal gegeven. We moeten geloof hebben dat we genoeg liefde kunnen tonen en dat het evangelie ons leven voldoende beïnvloed heeft om anderen onze uitnodiging te laten herkennen als komend van de Meester, want het is zijn uitnodiging.

Hij heeft het volmaakte voorbeeld gegeven van wat wij moeten doen. U hebt zijn liefde en zorg zelfs nog gevoeld als u niet reageerde, net zoals zij die u met het evangelie benadert misschien niet reageren. Hij heeft u keer op keer uitgenodigd om u door zijn dienstknechten te laten onderwijzen. Dat is misschien niet wat u gezien hebt in de bezoeken van huisonderwijzers en huisbezoeksters, of in een telefoontje van de bisschop, maar dat waren zijn uitnodigingen om hulp en onderricht te ontvangen. En de Heer heeft de consequenties altijd duidelijk aangegeven en ons toegestaan om zelf te kiezen.

Wat Lehi, dienstknecht van de Heer, zijn zoons leerde, is altijd op ons allemaal van toepassing geweest: ‘En nu, mijn zonen, wil ik dat gij vertrouwt op de grote Middelaar en luistert naar zijn grote geboden; en getrouw zijt aan zijn woorden en het eeuwige leven kiest, naar de wil van zijn Heilige Geest’ (2 Nephi 2:28).

En dan krijgen we van Jakob deze aanmoediging om te voldoen aan onze plicht om te getuigen, want de keuze om zich door de zendelingen te laten onderwijzen is het betreden van het pad naar het eeuwig leven, de grootste van alle gaven Gods. ‘Daarom, weest goedsmoeds en bedenkt dat gij vrij zijt om naar eigen inzicht te handelen — om de weg te kiezen van de eeuwigdurende dood of de weg van het eeuwige leven’ (2 Nephi 10:23).

Ik getuig dat uitsluitend het aanvaarden en naleven van het herstelde evangelie van Jezus Christus de gemoedsrust geeft die de Heer voor dit leven heeft beloofd, en de hoop op het eeuwige leven in de toekomende wereld. Ik getuig dat wij het voorrecht en de plicht hebben gekregen om kinderen van onze hemelse Vader, onze broeders en zusters, de waarheid te bieden, en deze keuzes die tot zegeningen leiden. Jezus is de Christus. Hij leeft en dit is zijn werk.

Foto-illustraties David Stoker

Als u andere mensen uitkiest om de zendelingenlessen te laten volgen, kunt u getuigen dat de zendelingen de waarheid verkondigen en dat zij de keuzes aanbieden die tot geluk leiden.

We moeten geloof hebben dat we genoeg liefde kunnen tonen en dat het evangelie ons leven voldoende beïnvloed heeft om anderen onze uitnodiging te laten herkennen als komend van de Meester, want het is zijn uitnodiging.

Hij is verrezen (detail), Del Parson