Bediening met hoop en geloof

In het evangelie van Markus lezen we een ontroerend verhaal over ‘een zekere vrouw, die al twaalf jaar bloedvloeiingen had’. We lezen dat ze ‘veel geleden had door toedoen van veel dokters, en alles wat zij had daaraan uitgegeven had en geen baat gevonden had, maar [dat het met haar] veeleer erger geworden was’ (Markus 5:25–26).

Twaalf jaar lijden, is lang. Alles is veel om uit te geven. En het werd alleen maar erger. Als iemand het recht had om zich hopeloos te voelen, dan was het deze vrouw.

Maar toch, toen zij ‘van Jezus gehoord [had] kwam [ze] van achteren de menigte in en raakte Zijn bovenkleed aan’, omdat ze geloofde ‘als ik maar Zijn kleren kan aanraken, zal ik gezond worden’.

Markus schrijft dat dankzij haar geloof ‘meteen de bron van haar bloed op[droogde], en zij [merkte] aan haar lichaam dat zij van die aandoening genezen was’ (Markus 5:27–29).

De hoop en het geloof in Jezus van de vrouw werden met een zegen beantwoord. ‘Toen zei Hij tegen haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw aandoening’ (Markus 5:34).

Bij alle moeilijkheden, hoe groot deze ook zijn of hoe lang ze ook duren, is hoop hard nodig. Angst en wanhoop kunnen ons verlammen. Maar met hoop en geloof in Jezus Christus komen zijn macht en zegeningen in ons leven.

Dienende broeders en zusters zullen een beroep moeten doen op die hoop en dat geloof. Bediening kan zowel dankbaar als moeilijk werk zijn. Als we iemand willen helpen die onze hulp niet lijkt te willen, kunnen we de hoop zomaar verliezen. Misschien zit u momenteel in deze situatie met een familielid, vriend of iemand die u is toegewezen. Misschien weet alleen de Heer, net als bij de vrouw met de bloedvloeiingen, hoeveel tijd en moeite u hebt besteed aan iets wat kan helpen. Maar als we net als die vrouw de hoop hebben om in geloof de hand te blijven reiken, kan de macht van de Heiland een verschil maken.

Soms valt het niet mee om mensen te bedienen die het aan hoop ontbreekt om geloof te oefenen. Er zijn mensen die, net als de vrouw in Markus, met chronische ziektes, financiële tegenslagen of allerlei ogenschijnlijk overweldigende beproevingen te maken hebben. Als ze weten dat ze er niet alleen voor staan, kan dat een krachtige bron van hoop voor ze zijn. We kunnen ze die hoop helpen vinden als we bereid zijn om hun lasten te dragen, met hen te treuren, hen te troosten en als getuige van God op te treden (zie Mosiah 18:9–10).¹

Afbeelding

twee vrouwen lezen een tijdschrift met een meisje

Hoop en geloof ontwikkelen

Hoe kunnen we de christelijke eigenschappen hoop en geloof ontwikkelen? Hier zijn enkele ideeën:

1. Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat hoop het vertrouwen is dat Jezus Christus zijn beloften aan u zal vervullen.² Omdat ‘hoop een gave van de Geest [is] [zie Moroni 8:26]’,³ is het iets waarvoor we kunnen bidden (zie Leer en Verbonden 46:7–9).

2. President Russell M. Nelson heeft gezegd dat het werk vergt om meer geloof te krijgen. Hij heeft gezegd dat we ons geloof kunnen vergroten door studie, de keuze om te geloven, in geloof te handelen, waardig aan gewijde verordeningen deel te nemen en onze hemelse Vader om hulp te vragen.⁴