Seminarie
Unit 25: Dag 4, 3 Nephi 15–16


Unit 25: Dag 4

3 Nephi 15–16

Inleiding

De Heiland zette zijn leringen aan de mensen bij de tempel in het land Overvloed voort. Hij verklaarde dat de wet van Mozes in Hem was vervuld en dat Hij het licht en de wet was waar de mensen naar moesten opzien. De Heiland legde de twaalf Nephitische discipelen vervolgens uit dat de mensen in Amerika de ‘andere schapen’ waren van wie Hij tot het volk in Jeruzalem had gesproken (zie Johannes 10:14–16). Hij beloofde ook dat wie zich bekeren en tot Hem terugkeren onder zijn verbondsvolk zullen worden gerekend.

Afbeelding
Christ in the Land Bountiful

3 Nephi 15:1–10

De Heiland verklaart dat Hij de wet van Mozes heeft vervuld

Heb je je ooit afgevraagd waarom de Heer ons vraagt bepaalde wetten en geboden, zoals het betalen van tiende, de sabbat heiligen of onze ouders eren, te gehoorzamen? Toen Jezus Christus de Nephieten verder onderrichtte, leerde Hij hun het doel van zijn wetten en geboden. Let bij je studie van 3 Nephi 15 op dit doel.

De Heiland beëindigde zijn woorden tot de menigte en merkte dat sommigen van hen een vraag hadden. Lees 3 Nephi 15:1–2 en schrijf op waarover het volk zich verwonderde:

Het is nuttig om te begrijpen dat de Nephieten eeuwenlang met de wet van Mozes bekend waren en onder die wet hadden geleefd. Hierdoor zul je begrijpen waarom de Nephieten zich verwonderden over de verklaring van de Heiland dat de ‘oude dingen’ van de wet van Mozes waren voorbijgegaan en dat ‘alle dingen nieuw waren geworden’. Hun wetten, riten en kerkorganisatie waren op de wet van Mozes gevestigd, die in tijden vanouds door de voorsterfelijke Jezus Christus was gegeven om de mensen op zijn komst voor te bereiden en ze op zijn zoenoffer te wijzen. Nu stond de goddelijke Wetgever voor hen te verkondigen dat de verzoening tot stand was gebracht (zie 3 Nephi 11:10–14) en dat de wet van Mozes in Hem was vervuld (zie 3 Nephi 9:16–20; 12:46–47). Zijn verklaring dat de oude dingen van de wet van Mozes ‘waren voorbijgegaan’ en dat nieuwe dingen in plaats van de wet zouden komen, veranderde plotseling de wijze waarop zij God aanbaden.

De Heer ging op hun zorgen in door een zeer belangrijke leerstelling te beklemtonen. Lees 3 Nephi 15:3–5, 9 en markeer zinsneden in het antwoord van de Heiland die de Nephieten verzekerden dat de bron van de wet niet zou veranderen.

  1. Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Wat denk je dat Jezus de Nephieten leerde toen Hij zei: ‘Ik ben de wet’? (3 Nephi 15:9.)

Uit Jezus Christus’ leringen in deze verzen leren we dat Jezus Christus de bron van alle wetten en geboden van het evangelie is. Overweeg waarom deze waarheid belangrijk was voor de Nephieten toen zij erachter kwamen dat de oude wet van Mozes werd vervangen door de hogere wet en dat hun aanbiddingswijze veranderde.

Lees 3 Nephi 15:9–10 en markeer wat de Heer wil dat wij doen als gevolg van deze leer. Vul op basis van wat je uit deze verzen hebt geleerd het volgende beginsel aan: Als wij naar Jezus Christus door , zal Hij ons .

  1. Denk na over geboden als tiende betalen, de sabbat heiligen en onze ouders eren. Beantwoord dan de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Hoe kan iemand de geboden naleven en toch niet naar Christus kijken?

    2. In welke opzichten zal onze gehoorzaamheid aan de geboden veranderen als we ons op Jezus Christus richten en niet slechts op het gehoorzamen van de regels?

Onze gehoorzaamheid aan de geboden zal dan wellicht onder meer veranderen omdat we niet louter plichtmatig of uit een voorliefde voor regels, maar uit liefde voor de Heer handelen.

Afbeelding
Ouderling Marvin J. Ashton

Lees het volgende citaat van ouderling Marvin J. Ashton van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘Het is een grote troost en zegen te weten dat het eeuwige leven en de verhoging binnen ons bereik liggen als wij opzien naar onze Heiland, Jezus Christus, en tot het einde toe volharden. […] Naarmate wij tot Hem opzien, wordt God meer toegankelijk. Opzien tot God leert ons te dienen en te leven zonder dwang.’ (‘There Are Many Gifts’, Ensign, november 1987, p. 21.)

  1. Kies een gebod uit waarbij je je afvraagt waarom je dat gebod moet naleven en overweeg hoe je door dat gebod tot Jezus Christus kunt komen. Je kunt je ten doel stellen om gehoorzamer aan dit gebod te zijn en een paar ideeën noteren over hoe je dit doel wilt bereiken. Noteer je ideeën in je Schriftendagboek.

3 Nephi 15:11–16:5

Jezus Christus spreekt tot zijn discipelen aangaande zijn andere schapen

Afbeelding
The Bible Testifies of Jesus Christ
Afbeelding
The Book of Mormon Testifies of Jesus Christ

Heb je je ooit in de steek gelaten of alleen gevoeld of heb je je ooit afgevraagd of je hemelse Vader je wel kent? Hoewel we ons weleens alleen voelen of denken dat we minder belangrijk zijn dan anderen, geeft God om al zijn kinderen en manifesteert Hij Zich aan hen. Let op bewijzen van deze waarheid als je de rest van 3 Nephi 15 en het begin van 3 Nephi 16 bestudeert.

Zoals in het Nieuwe Testament en het Boek van Mormon staat opgetekend, diende Jezus Christus onder de mensen in de oude wereld en in Amerika. Lees 3 Nephi 15:11–17 en zoek op wat de Heer tot de mensen in Jeruzalem over zijn volk in Amerika zei.

‘Andere schapen’ verwijst naar andere volgelingen van de Herder, Jezus Christus. Een kudde is een schaapskooi, maar het woord kudde verwijst in dit geval naar een groep mensen met hetzelfde geloof in Jezus Christus. Hoe zou de Heer Zich volgens 3 Nephi 15:17 aan zijn andere schapen bekendmaken?

Jezus legde uit waarom onze hemelse Vader Hem gebood om de mensen in Jeruzalem onwetend te houden aangaande zijn andere schapen. Bestudeer 3 Nephi 15:18–20 en markeer de uitleg van de Heiland. We leren een belangrijk beginsel over het ontvangen van kennis en waarheid van de Heer door te lezen dat de Vader de Joden kennis van de Nephieten onthield wegens de ongerechtigheid van de Joden. Hoe zou je op basis van deze verzen het volgende beginsel afmaken? God geeft ons kennis en waarheid naar onze .

De Heer vertelde de Nephieten dat zij tot de andere schapen behoorden van wie Hij in Jeruzalem had gesproken. De Joden dachten dat Hij over de andere volken (de niet-Israëlieten) sprak. Zij begrepen niet dat de andere volken de stem van de Heiland niet zouden ‘horen’ (zie 3 Nephi 15:21–23).

Lees 3 Nephi 15:24 en let op hoe de Heer de Nephieten van zijn liefde en zorg voor hen verzekerde.

Lees 3 Nephi 16:1–3 en ga na wie de stem van de Heiland nog meer zouden horen. We hebben geen verslagen van de andere mensen die de Heiland bezocht, maar het is duidelijk dat Hij andere groepen bezocht en hen tot zijn ‘kudde’ bracht.

Hoe laat Jezus Christus zien dat Hij om de mensen geeft die zijn stem niet zullen horen? Lees in 3 Nephi 15:22–23 en 3 Nephi 16:4 hoe de Heer zich aan de andere volken zal openbaren.

Welke bewijzen heb je tot nu toe in 3 Nephi 15 en 16 gevonden dat God om zijn volk geeft en Zich aan hen manifesteert?

Lees 3 Nephi 16:5 en let op wat er in de laatste dagen zal gebeuren nadat de andere volken tot de kennis van Jezus Christus en zijn evangelie zijn gekomen.

Jezus beloofde dat Hij al zijn kinderen zou zegenen — het huis van Israël en de andere volken — door hun zijn woorden te geven die door de Nephieten zijn opgeschreven. De geschriften van de Nephieten zouden de andere volken helpen tot bekering te komen. De andere volken zouden daarna in de laatste dagen het huis van Israël helpen vergaderen (zie 3 Nephi 16:4–5).

  1. Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vraag: Welke bewijzen heb je in je eigen leven gezien die aantonen dat Jezus Christus om ons allemaal geeft?

3 Nephi 16:6–20

Jezus Christus spreekt zegeningen en waarschuwingen uit voor de andere volken die in de laatste dagen leven

Heb je ooit bij een groep, club of team willen horen? Bedenk een specifiek voorbeeld. Wat zijn de vereisten om lid te worden van een dergelijke groep? De beste groep waartoe je kunt behoren is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, het verbondsvolk van de Heer.

Lees 3 Nephi 16:6–7 en let op wat er in de laatste dagen wegens het geloof van de andere volken en het ongeloof van het huis van Israël zal gebeuren. Het is misschien nuttig om te begrijpen dat er in de laatste dagen ook ongelovigen onder de andere volken zullen zijn die de leden van het huis van Israël zullen verstrooien en slecht behandelen (zie 3 Nephi 16:8–9). De Heer zal in de laatste dagen zijn evangelie van de goddelozen wegnemen en het aan de rechtvaardigen, zowel de Israëlieten als de andere volken, bekendmaken (zie 3 Nephi 16:10–12).

Lees 3 Nephi 16:13 en let op wat er van iemand wordt vereist om lid van het verbondsvolk van de Heer te worden. Maak op basis van wat je hebt geleerd in 3 Nephi 16:13 het volgende beginsel af: Als wij , dan zullen wij onder zijn volk worden gerekend.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Hoe weet je dat je deel uitmaakt van het verbondsvolk van de Heer?

    2. Hoe ben je gezegend doordat je onder zijn volk wordt gerekend?

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 3 Nephi 15–16 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: