Seminarie
Unit 9: Dag 4, Jakob 3–4


Unit 9: Dag 4

Jakob 3–4

Inleiding

In Jakob 3 lezen we het slot van een rede die Jakob tot zijn volk richtte. Tot slot sprak Jakob in het kort troostrijke woorden vol belofte tot de reinen van hart. Daarnaast sprak hij zich uit tegen de hooghartige en onkuise lieden onder zijn volk. Hij waarschuwde hen voor de gevolgen als zij zich niet zouden bekeren. Jakob 4 bevat woorden die Jakob onder inspiratie schreef voor de mensen die zijn kroniek later zouden lezen. Hij getuigde van de verzoening van Jezus Christus en spoorde zijn lezers aan om door de verzoening met God de Vader verzoend te worden (de harmonie te herstellen). Hij waarschuwde dat de Joden Jezus Christus en de duidelijkheid van zijn evangelie zouden verwerpen.

Jakob 3

Jakob moedigt de reinen van hart aan en spoort anderen tot bekering aan

Denk erover na welk advies je zou kunnen geven aan een jongeman of jongevrouw in de volgende situaties:

  • Een jongevrouw probeert rechtschapen te leven, maar heeft het moeilijk omdat haar vader alcoholist is.

  • Een jongeman doet zijn best om het evangelie na te leven, maar wordt erg beproefd vanwege de echtscheiding van zijn ouders.

  • Een jongevrouw probeert haar familieleden echt lief te hebben, maar heeft het moeilijk thuis omdat haar zus alleen maar aan zichzelf denkt.

Denk terug aan een tijd waarin jij beproefd werd hoewel je wel probeerde rechtschapen te leven. Jakob leerde ons wat we in zulke situaties kunnen doen. Lees de eerste zin van Jakob 3:1 en stel vast wie Jakob als eerste toesprak in hoofdstuk 3.

Jakob zei dat de reinen van hart hadden geleden wegens de hoogmoed en onreinheid (waarvoor hij in Jakob 2 had gewaarschuwd) van anderen. Lees Jakob 3:1–2 en vul het volgende overzicht in:

Waartoe spoorde Jakob de reinen van hart aan?

Wat belooft God aan de reinen van hart?

  1. Kijk naar je antwoorden in de eerste kolom. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek zodat je dit beginsel kunt overwegen:

    1. Hoe kan een jong iemand volgens jou met een onwrikbaar gemoed op God vertrouwen?

    2. Wat betekent het volgens jou om in een tijd van beproevingen ‘met een buitengewoon groot geloof’ tot God te bidden?

    3. Wat kan een jong iemand volgens jou doen om ‘het aangename woord Gods’ aan te nemen?

  2. Kijk naar je antwoorden in de tweede kolom. In deze verzen staat dat God de reinen van hart in hun ellende zal vertroosten. Beantwoord een of meer van de volgende vragen in je Schriftendagboek zodat je meer over dit beginsel kunt nadenken:

    1. Hoe heeft God jou in je ellende vertroost toen je Hem trachtte te volgen?

    2. Hoe is bidden ‘met een buitengewoon geloof’ jou in tijden van beproeving tot steun geweest?

    3. Wanneer heb je door het aannemen van Gods woord zijn liefde gevoeld?

Na zijn woorden tot de reinen van hart, richtte Jakob zich tot hen die niet rein van hart waren. Lees Jakob 3:3–4, 10–12 en stel vast waartoe Jakob deze mensen aanspoorde. Het is misschien nuttig om te weten dat de zinsnede ‘wekt de vermogens […] op’ betekent dat we onze mogelijkheden en emoties op moeten wekken. De woorden ontucht en wellust verwijzen naar seksuele zonden en lust.

In Jakob 3:3–4, 10–12 lezen we tevens Jakobs waarschuwing voor wat er zou gebeuren als zijn volk zich niet zou bekeren. Omcirkel nadat je deze verzen hebt bestudeerd de zinsneden die de volgende gevolgen beschrijven: (a) De Lamanieten zouden hen vernietigen. (b) Hun voorbeeld zou hun kinderen tot de ondergang voeren. (c) Ze zouden de tweede dood smaken, ofwel een afscheiding van God.

Overweeg hoe Jakobs waarschuwing als een grote zegen voor zijn volk kan worden beschouwd.

Jakob verklaarde in Jakob 3:5–7 stoutmoedig dat de Lamanieten ‘rechtvaardiger’ waren dan de Nephieten, omdat ‘de man zijn vrouw [liefhad], en de vrouw haar man [liefhad], en de man en de vrouw hun kinderen [liefhadden]’. De Nephieten moesten zich van al hun zonden bekeren, met name van de zonden die leidden tot een afname van liefde en vertrouwen in hun gezin.

Overpeins Jakob 3:11–12 en vat de boodschap in je eigen woorden samen.

Denk nu eens na over beproevingen waar je mee te maken hebt en welke vreselijke gevolgen je ontloopt als je je bekeert van de dingen die je verkeerd hebt gedaan.

Jakob 4

Jakob moedigt zijn volk aan zich te bekeren en hoop te verkrijgen dat zij in de tegenwoordigheid van God kunnen terugkeren

Ter voorbereiding op het bestuderen van Jakob 4 houd je een pen of potlood ten minste een meter boven je boek. Probeer het zo te laten vallen dat het valt in de kern van het doelwit — ‘de schietschijf’. Je mag het een paar keer proberen. Hoe effectief zouden je pogingen zijn als je naar iets anders keek dan het doelwit? Hoe goed zouden mensen kunnen boogschieten als ze bij het schieten nooit naar of voorbij het doelwit, of de schietschijf, zouden kijken? Lees Jakob 4:14 en stel kenmerken van het volk vast dat volgens Jakobs profetie last zou hebben van het ‘voorbijzien van het doel’.

Afbeelding
target circles

Je zou naast Jakob 4:14 in je Schriften kunnen noteren dat ‘het doel Christus is.’ (Neal A. Maxwell, ‘Jesus of Nazareth, Savior and King’, Ensign, december 2007, p. 45.) Paulus leerde tevens: ‘Ik [jaag] naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus’ (Filippenzen 3:14).

De profeet Jakob verwees naar de Joden die de wet van Mozes en het doel ervan om hen tot de Heiland te brengen, verkeerd begrepen. Veel Joden keken uit naar een ander soort bevrijding dan die Jezus, de Messias, hen aanbood — zij keken uit naar een bevrijding van buitenlandse overheersing en onderdrukking.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Wat denk je dat het ‘voorbijzien van het doel’ (Jezus Christus) betekent?

    2. Welke houding en daden die worden genoemd in Jakob 4:14 verblindden de Joden en weerhielden hen ervan om Jezus Christus te aanvaarden?

    3. Wat zijn enkele hedendaagse voorbeelden van het voorbijzien van het doel of het niet focussen op de Heiland?

Jakob wilde dat zij die zijn verslag lazen een andere houding zouden hebben dan de Joden die het doel voorbijzagen. Lees Jakob 4:4 en stel vast wat Jakob wilde dat een ieder die zijn verslag zou lezen zou weten. Lees ook Jakob 4:12 en markeer de zinsnede ‘waarom zouden wij niet spreken over de verzoening van Christus’. Jakob noemde in Jakob 4:4–12 enkele redenen waarom hij in Jezus Christus geloofde en waarom hij het belangrijk vond om anderen over de verzoening in te lichten.

  1. Noteer de volgende verwijzingen in je Schriftendagboek en schrijf dan korte samenvattingen van de leringen van Jakob in elk van de verwijzingen over Jezus Christus of de verzoening:

    1. Jakob 4:4–6

    2. Jakob 4:7–8

    3. Jakob 4:9–10

    4. Jakob 4:11

Welke woorden of zinsneden uit Jakob 4:4–6 tonen aan dat Jakobs volk de aard van de Godheid begreep?

Het is misschien nuttig om te weten dat ‘als eerstelingen van Christus aan God [te] worden aangeboden’ (Jakob 4:11) betekent dat iemand waardig voor God staat om het celestiale koninkrijk te betreden. Het is tevens belangrijk om te begrijpen dat wij, willen wij hoop op zijn heerlijkheid hebben, moeten geloven dat Jezus Christus de weg voor ons bereid heeft om verlost te worden van onze zonden en op te staan zodat wij in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader kunnen terugkeren (zie Jakob 4:4).

Een waarheid uit Jakob 4 luidt als volgt: Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen wij met hoop worden vervuld en ons met God verzoenen.

  1. Beantwoord de volgende opdrachten kort in je Schriftendagboek:

    1. Neem de waarheden van Jezus Christus die je bestudeerd hebt in Jakob 4:4–12 nogmaals door. Kies er een uit die jou motiveert om over de verzoening te spreken. Noteer die waarheid en leg uit waarom je die gekozen hebt.

    2. Welke andere persoonlijke redenen motiveren jou om over Jezus Christus en de verzoening te willen spreken?

Overpeins bij het afronden van deze les waarom jij dankbaar bent voor de Heiland. Overweeg met een gezinslid of vriend(in) over deze redenen te spreken.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Jakob 3–4 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: