Jakob 1–2

Na de dood van Nephi was er onder de regering van de nieuwe koning sprake van dat het volk van Nephi ‘zich in zekere mate ging overgeven aan goddeloze praktijken’ (Jakob 1:15). Nephi’s twee jongere broers, Jakob en zijn broer Jozef, waren door Nephi tot priester en leraar voor het volk gewijd. Zij arbeidden uit alle macht om het volk ertoe te bewegen zich te bekeren en tot Christus te komen. Jakob gaf gehoor aan Nephi’s gebod om heilige leringen, openbaringen en profetieën op de kleine platen op te tekenen. Jakob nam zijn goddelijke opdracht serieus en riep zijn volk op tot bekering. Hij waarschuwde de mensen voor de zonde van hoogmoed, liefde voor rijkdommen en seksuele losbandigheid. Hij zette de gevaren en gevolgen van die drie veel voorkomende zonden uiteen.

Wat zou jij zeggen in de volgende situatie: Eén van je vrienden in de kerk uit zich negatief over zijn of haar priesterschapsleider en zegt: ‘Volgens mij zijn ze niet helemaal van deze wereld. Ze blijven maar waarschuwen voor keuzes die er maar weinig toe doen. Ik wou dat ze eens wat minder gingen spreken over alle slechte dingen die we moeten mijden. Ze moeten alleen over positieve dingen praten.’

Afbeelding

Jacob teaching

Waarom zouden priesterschapsleiders soms voor zonde waarschuwen? Jakob tekende op dat het volk er na de dood van zijn broer Nephi (zie Jakob 1:9) goddeloze praktijken op na begon te houden. Lees Jakob 1:15–16 en stel vast welke dingen het volk deed die Jakob verontrustten.

Je zou het woord begon in Jakob 1:15–16 kunnen omcirkelen. Waarom is het een zegen dat we priesterschapsleiders hebben die ons waarschuwen voor problemen wanneer of voordat ze ontstaan?

Lees Jakob 1:6–8 en stel vast waarom Jakob en de andere leiders het volk van Nephi waarschuwden voor zonde. Waarom zouden zowel priesterschapsleiders in jouw gezin, als plaatselijke en algemene priesterschapsleiders, je waarschuwen voor zonde en je het evangelie zo ijverig onderwijzen? Je zou de zinsneden in Jakob 1:7 kunnen markeren die ons de volgende waarheid leren: Priesterschapsleiders arbeiden ijverig om ons te helpen tot Christus te komen.

Lees Jakob 1:17–19 en zoek aanvullende redenen waarom Jakob en zijn broer Jozef zo ijverig arbeidden om het volk te onderwijzen.

Wat denk je dat een ‘opdracht van de Heer’ verkrijgen (Jakob 1:17) inhoudt?

Je zou andere zinsneden kunnen markeren die een aanvulling zijn op het volgende beginsel: Priesterschapsleiders hebben een door God gegeven verantwoordelijkheid om het woord van God te verkondigen en tegen zonde te waarschuwen.

Denk erover na waarom het belangrijk is om te begrijpen dat kerkleiders verantwoordelijk worden gehouden voor de moeite die zij doen om aan ons over te brengen wat de Heer ons wil laten weten.

Zoek tijdens het lezen van Jakob 2:1–3, 6–7, 10–11 naar zinsneden die aantonen hoe Jakob zich voelde over zijn moeilijke taak om zijn volk tot bekering te roepen.

1. Denk erover na wat de volgende zinsneden je zeggen over Jakobs motivatie om deze moeilijke taak te volbrengen: ‘Heden ga ik […] gebukt onder een veel groter verlangen naar en een veel grotere bezorgdheid over het welzijn van uw ziel’ (Jakob 2:3) en ‘ik [moet] handelen volgens de strenge bevelen Gods’ (Jakob 2:10). Schrijf in je Schriftendagboek je reactie op de volgende vragen:

   1. Wanneer heb je de liefde en bezorgdheid van een priesterschapsleider gevoeld?

   2. Wanneer heb je gevoeld dat de woorden of daden van een priesterschapsleider door God geïnspireerd waren om je te helpen?

Denk eens terug aan de beschreven situatie aan het begin van de les. Hoe zou je jouw vriend(in) antwoorden op basis van wat je vandaag bestudeerd hebt?

Denk ter voorbereiding van je studie van hetgeen de Heer Jakob gebood te onderwijzen, eens na over zegeningen die je van de Heer hebt ontvangen op de volgende gebieden: gezin, vrienden, kerkleiders en leerkrachten, artistieke en muzikale vaardigheden, sportieve aanleg, talenten, studie, groeimogelijkheden, kennis van het evangelie en materiële goederen. Hoe heeft de Heer jou nog meer gezegend?

Lees Jakob 2:12–13 en stel vast waarnaar de Nephieten zochten. Jakob leerde dat ‘de hand der voorzienigheid’ de Nephieten met rijkdom gezegend had. Deze zinsnede verwijst naar onze Vader in de hemel.

2. Noteer in je Schriftendagboek waarom het belangrijk voor je is om niet te vergeten dat de Heer je de zegeningen en vaardigheden die jij hebt, gegeven heeft.

Als we niet oppassen, kunnen we in hoogmoed verheven worden nadat we de gewenste zegeningen ontvangen hebben, zoals dat met de Nephieten gebeurde. Noteer in de beschikbare ruimte wat het volgens jou betekent om ‘verheven in de hoogmoed van uw hart’ te zijn.

Wat waren volgens Jakob 2:13 enkele oorzaken van de hoogmoed van de Nephieten?

Denk aan een persoon of groep mensen die tegenwoordig anderen mishandelen, negeren of vervolgen omdat zij ‘overvloediger hebben verkregen’ dan degenen die zij slecht behandelen (Jakob 2:13). Sommigen denken bijvoorbeeld ten onrechte dat ze beter zijn dan anderen of vervolgen zelfs anderen omdat zij meer geld, vrienden, sportievere aanleg, of meer kennis van het evangelie hebben. Overpeins of jij weleens hoogmoedig gehandeld hebt.

Lees Jakob 2:17–21 en markeer zinsneden die je helpen je van hoogmoed te ontdoen.

3. Noteer in je Schriftendagboek twee of meer zinsneden die je in Jakob 2:17–21 gevonden hebt en leg uit hoe deze zinnen je kunnen helpen je van hoogmoed te ontdoen. Enkele volgende vragen zijn misschien het overwegen waard bij het afronden van deze opdracht: Wat betekent het om het koninkrijk Gods te zoeken, of om hoop in Christus te verkrijgen? Hoe kunnen we door het koninkrijk Gods te zoeken en hoop in Christus te verkrijgen anders tegen anderen aan kijken en ze anders behandelen?

Stel je voor dat je moeder, vader, leider of leidster je zou vragen wat je vandaag bestudeerd hebt. Noteer één beginsel uit Jakob 2:17–21 dat je als antwoord zou kunnen gebruiken.

Eén beginsel uit Jakob 2:17–21 is: Wij dienen vóór alles het koninkrijk Gods te zoeken.

4. Noteer in je Schriftendagboek op welke manier je de zegeningen en kansen die de Heer je biedt, kunt aanwenden om het koninkrijk van God op te bouwen en anderen tot zegen te zijn.

De volgende uitspraak is van president Ezra Taft Benson. Welke twee woorden zou je op de lege plekken kunnen invullen?

‘De kwellende plaag van deze generatie is ’ (Zie ‘Cleansing the Inner Vessel’, Ensign, mei 1986, p. 4. Kijk aan het einde van de les voor het juiste antwoord.)

Lees Jakob 2:22–23, 28 en markeer zinsneden die Jakob gebruikte om de ernst van zedelijke verdorvenheid te beschrijven. Het is misschien nuttig om te weten dat het woord hoererij op seksuele zonden betrekking heeft.

Afbeelding

Ouderling Richard G. Scott

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen zette enkele daden uiteen die tegen de wet van kuisheid van de Heer in gaan: ‘Alle seksuele intimiteit buiten het huwelijk, waarmee ik alle opzettelijke contacten bedoel met andermans intieme lichaamsdelen — of dat nu met of zonder kleding is — is zonde en is door God verboden. Het is ook een overtreding om die emoties opzettelijk bij jezelf te stimuleren.’ (Zie De Ster, januari 1995, p. 34.)

Homoseksuele daden en het bekijken van pornografie zijn ook een overtreding van de wet van kuisheid.

Let op hoe de Nephieten hun zonden probeerden goed te praten, zoals dat in Jakob 2:23–24 staat. Denk erover na hoe mensen tegenwoordig seksuele onreinheid proberen goed te praten.

Eén van de zonden van de Nephieten was de ongeoorloofde uitoefening van het meervoudig huwelijk. Jakob onderwees het gebod van de Heer dat een man met slechts één vrouw gehuwd dient te zijn (zie Jakob 2:27). Het hebben van meer dan één vrouw zonder toestemming van de Heer door zijn aangewezen priesterschapsleiders is een voorbeeld van een seksuele zonde. In Gods ogen zijn seksuele zonden uitermate ernstig (zie Alma 39:5).

Het is het volk van de Heer toegestaan een meervoudig huwelijk te hebben als Hij het gebiedt (zie Jakob 2:30). De Heer heeft in bepaalde perioden van de wereldgeschiedenis zijn volk geboden het meervoudig huwelijk toe te passen. Het meervoudig huwelijk werd bijvoorbeeld in de tijd van het Oude Testament uitgeoefend door Abraham en Sara (zie Genesis 16:1–3; LV 132:34–35, 37) en door hun zoon Isaak en kleinzoon Jakob (zie LV 132:37). In de beginperiode van de herstelde kerk werd het ook een korte tijd toegepast, eerst door de profeet Joseph Smith (zie LV 132:32–33, 53). God gebood zijn profeet Wilford Woodruff echter om het meervoudig huwelijk niet langer toe te staan (zie Officiële Verklaring 1 in de Leer en Verbonden).

Lees Jakob 2:31–35 en markeer zinsneden die enkele negatieve gevolgen van seksuele zonden aantonen.

5. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Hoe heeft seksuele onreinheid volgens Jakob invloed op gezinnen?

   2. Sommige jongeren rationaliseren dat ze seksueel onrein mogen zijn omdat ze niet getrouwd zijn en daarom ook niet ontrouw zijn aan een echtgenoot en geen kinderen hebben. Hoe heeft onreinheid invloed op een tiener en zijn of haar gezin?

   3. Waarom zou onreinheid voor de Heer zo’n ernstige zonde zijn?

Neem het begin van Jakob 2:28 nogmaals door en markeer waarin de Heer behagen schept. (Hoewel Jakob in dit vers specifiek over vrouwen sprak, is het even waar dat de Heer behagen schept in de kuisheid van mannen.) Uit dit vers komt het volgende beginsel naar voren: De Heer schept behagen in kuisheid.

Waarom denk je op basis van wat je vandaag hebt geleerd dat de Heer behagen schept in kuisheid? Denk aan je gezin, en aan het gezin dat je in de toekomst hoopt te hebben. Hoe zal het naleven van de wet van kuisheid jou en hen tot zegen zijn? Overweeg hoe de keuze die jij maakt om kuis en rein te blijven de Heer zou behagen.

Jij kunt rein blijven. Als je de wet van kuisheid hebt overtreden kun je je bekeren en kun je weer rein worden door de verzoening van Jezus Christus. Zoek de leiding van de Heilige Geest bij het bedenken van manieren waarop jij jezelf beter kunt beschermen tegen het overtreden van de wet van kuisheid. Als je een seksuele overtreding hebt begaan, doe dan alles wat nodig is. Spreek onder andere met je bisschop of gemeentepresident om te bekennen wat je gedaan hebt ter overtreding van de wet van kuisheid van de Heer.

Afbeelding

O My Father

6. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

   Ik heb Jakob 1–2 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

   Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

De ontbrekende woorden in het citaat aan het begin van deze les: President Benson zei: ‘De kwellende plaag van deze generatie is zedelijke verdorvenheid.’