Seminarie
Unit 5: Dag 1, 1 Nephi 20–22


Unit 5: Dag 1

1 Nephi 20–22

Inleiding

In 1 Nephi 20–21 haalt Nephi profetieën van de oudtestamentische profeet Jesaja aan, wiens geschriften op de koperen platen, die Nephi en zijn broers van Laban bij Jeruzalem moesten halen, waren opgetekend. Jesaja leerde dat de Heer de mensen liefhad en uitnodigde zich te bekeren en tot Hem terug te keren, zelfs wanneer zij zich niet aan hun verbonden hielden. Richt je bij het bestuderen van deze hoofdstukken op Jesaja’s leringen aangaande Jezus Christus en zijn verlangen om zijn volk te verlossen.

Afbeelding
Jesaja schrijft over de geboorte van Christus

1 Nephi 20

De Heer kastijdt zijn volk en nodigt het uit om tot Hem terug te keren

Kun jij je herinneren dat je iets deed wat niet in overeenstemming was met de door jou gesloten verbonden of de normen van de kerk? Hoe voelde je je over deze beslissing? Lees 1 Nephi 20:1–2. Tot wie sprak Jesaja? Wie zijn het ‘huis van Jakob’?

In het Oude Testament was Jakob de zoon van Isaak en de kleinzoon van Abraham. De Heer gaf hem de naam Israël (zie Genesis 32:28). ‘Het huis van Israël’ verwijst naar zijn nakomelingen en wordt soms ‘Het huis van Jakob’ genoemd. Een andere betekenis van Israël is: zij die waarlijk in Christus geloven. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Israël’; zie ook Bible Dictionary, ‘Israel, Kingdom of’.) Zij die verbonden (zoals de doop) sluiten met God worden tot leden van het verbond van het huis Israëls gerekend, net zoals in tijden vanouds.

Bestudeer 1 Nephi 20:3–4, 8, 18 en onderstreep woorden en zinsneden die aangeven dat het huis Israëls niet getrouw aan de Heer was geweest. De zinsnede ‘uw nek [is] een ijzeren stang en uw voorhoofd van koper’ (1 Nephi 20:4) symboliseert een toestand die in de Schriften ‘halsstarrigheid’ wordt genoemd. Een mogelijke verklaring voor deze zinsnede is dat dieren, zoals ossen en ezels, hun hals verstarren, zodat zij niet geleid en beheerst kunnen worden door hun meesters. Een andere verklaring is dat mensen die hun hoofd niet willen buigen halsstarrig zijn. Evenzo werd het huis van Israël halsstarrig door hoogmoed en goddeloosheid, en weigerde door de Heer geleid te worden.

Denk erover na hoe deze beschrijvingen van het huis Israëls de daden van sommige mensen in onze tijd beschrijven, zodat je deze verzen beter kunt begrijpen en ze van toepassing kunt maken op deze tijd.

Overpeins tijdens het lezen van 1 Nephi 20:9–14, 16 wat deze verzen ons leren over de Heer.

  1. Beantwoord kort de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Hoe reageerde de Heer op het volk, hoewel het in het verleden opstandig was geweest? Waarom? (Zie 1 Nephi 20:9–11, 14.)

    2. Wat verlangde de Heer dat zijn verbondsvolk zou doen? (Zie 1 Nephi 20:12, 16.)

Uit deze verzen leren we dat de Heer de mensen die ongehoorzaam zijn geweest uitnodigt om zich te bekeren en tot Hem terug te keren. Onderstreep tijdens het lezen van de volgende uitspraak van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium, één of enkele zinsneden die deze waarheid bevestigen:

‘Satan [wil ons] wijsmaken dat er geen vergiffenis mogelijk is (zie Openbaring 12:10). Satan wil ons wijsmaken dat we de “keergrens” voorbij zijn als we gezondigd hebben — dat het te laat is om onze koers te veranderen. […]

‘Christus is op aarde gekomen om ons te verlossen. Als wij het verkeerde pad hebben gekozen, kan de verzoening van Jezus Christus ons ervan verzekeren dat we het punt van geen terugkeer niet voorbij zijn. Als we Gods plan voor ons heil volgen, kunnen we veilig terugkeren.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, Liahona, mei 2007, p. 99.)

1 Nephi 21:1–17

Jesaja profeteert dat de Messias zijn verbondsvolk niet zal vergeten

In 1 Nephi 21:1–13 nam Nephi een van Jesaja’s profetieën over Jezus Christus, die de Messias zou zijn, op in zijn verslag. Christus (uit het Grieks) en Messias (uit het Hebreeuws) betekenen allebei ‘de gezalfde’. Jezus Christus was uitgekozen om de Verlosser van zowel Israël als de andere volken te worden.

Markeer tijdens het lezen van 1 Nephi 21:6–13 in je Schriften de zinsneden die Jezus Christus en zijn rol als Verlosser van Israël beschrijven.

Als gevolg van hun zonden, hadden de kinderen van Israël zichzelf verwijderd van de Heer en voelden ze zich door Hem verlaten en vergeten (zie 1 Nephi 21:14). Ga in 1 Nephi 21:14–16 op zoek naar bewijs dat de Heer van ons houdt, en ons nooit zal vergeten, hoewel zij zich wel door Hem verlaten voelden. Je kunt de zinsneden onderstrepen die voor jou een speciale betekenis hebben.

Afbeelding
Jezus toont zijn wonden

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen legde uit dat de wonden van de kruisiging van de Heiland als bewijs dienen dat Hij ons nooit zal vergeten: ‘Christus zal de kinderen die Hij heeft verlost of het verbond dat Hij met hen heeft gesloten ten aanzien van hun heil in Zion niet vergeten. De tekens van de Romeinse nagels die in zijn handen staan gegraveerd, zijn de pijnlijke herinneringen aan die waakzame zorg en dat verbond.’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 84.)

  1. Beantwoord kort de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Waarom denk je dat mensen soms het gevoel hebben dat de Heer ze vergeten is?

    2. Wat betekent het om in de ‘handpalmen [van de Heiland] gegraveerd’ te zijn? Hoe draagt dit bij aan jouw waardering voor het lijden van de Heiland aan het kruis?

    3. Door welke ervaringen weet je dat de Heer je niet vergeten is?

  2. Stel je voor dat je een vriend(in) hebt die zegt dat hij of zij het niet langer waardig is om naar de kerk te gaan vanwege zonden in het verleden. Schrijf in je Schriftendagboek een korte brief ter aanmoediging, waarbij je gebruik maakt van de dingen die je geleerd hebt uit 1 Nephi 20–21 en president Uchtdorfs uitspraak in het studiegedeelte van 1 Nephi 20.

1 Nephi 21:18–22:22

Nephi legt Jesaja’s profetie over de verstrooiing en vergadering van Israël uit

Nephi nam een van Jesaja’s profetieën aangaande de vergadering van Israël op in zijn verslag. Zij is terug te vinden in 1 Nephi 21:18–26. In 1 Nephi 22 voorziet Nephi Jesaja’s profetie van zijn eigen uitleg en opmerkingen. Onderzoek in 1 Nephi 22:4–12 op welke manier Israël volgens Nephi in de laatste dagen vergaderd zal worden.

Het is misschien handig om te weten dat de term ‘andere volken’ in het Boek van Mormon veelal verwijst naar mensen die geen nakomelingen zijn van Juda. De woorden ‘een wonderbaar werk’ verwijzen naar de herstelling van het evangelie in de laatste dagen. Merk ook op hoe vaak Nephi spreekt over verbonden — je zou ze kunnen markeren in je Schriften.

De Heer heeft beloofd in de laatste dagen het evangelie te herstellen en Israël te vergaderen. Markeer tijdens het bestuderen van 1 Nephi 22:17, 19–22, 25–28 in je Schriften wat er met Satan zal gebeuren wegens de rechtschapenheid van het volk.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 1 Nephi 20–22 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: