Seminarie
Unit 20: Dag 3, Alma 42


Unit 20: Dag 3

Alma 42

Inleiding

Alma eindigde zijn raad aan zijn zoon Corianton met de uitleg dat onze hemelse Vader voor de zondaars een weg van barmhartigheid heeft bereid. Hij leerde zijn zoon over de straffen die de wet van gerechtigheid voor zonde vereist. Vervolgens getuigde hij dat Jezus Christus ‘de eisen der gerechtigheid’ zou bevredigen (Alma 42:15) door te lijden voor allen die gezondigd hebben en gewillig zijn zich te bekeren. De Heer schenkt barmhartigheid aan de boetvaardigen (mensen die zich willen bekeren).

Alma 42:1–14

Alma onderwijst Corianton in de wet van gerechtigheid

Sluit je ogen en denk erover na hoe je het laatste oordeel tegemoet zou treden. Als je terugkijkt op je leven, wil je dan dat het laatste oordeel rechtvaardig verloopt? Waarom wil je dat jouw oordeel rechtvaardig verloopt?

Overweeg nu wat het woord rechtvaardigheid inhoudt. Eén definitie van rechtvaardigheid is ontvangen wat je verdient; het idee van rechtvaardigheid hangt samen met de Schriftuurlijke term gerechtigheid.

Afbeelding
balance scale
  1. Teken een simpele weegschaal in je Schriftendagboek naar het voorbeeld dat je hier ziet. Noteer het woord Gerechtigheid onder de tekening. Laat ruimte in je Schriftendagboek voor nog meer woorden bij de tekening.

Lees de volgende uitleg van Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen om meer inzicht te krijgen in het begrip gerechtigheid:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

Gerechtigheid heeft vele betekenissen. Een daarvan is evenwicht. Een bekend symbool van gerechtigheid is een weegschaal. […]

‘[…] De gedachte dat het rechtvaardig is als iemand krijgt wat hij verdient, is de fundamentele vooronderstelling dat de mens naar zijn werken zal worden geoordeeld.’ (‘Sins, Crimes, and Atonement’ [toespraak voor CES-leerkrachten, 7 februari 1992], p. 1.)

Alma’s zoon Corianton maakte zich zorgen over de rechtvaardigheid van het laatste oordeel. Lees Alma 42:1 en markeer wat Corianton oneerlijk of onrechtvaardig vond aan het laatste oordeel.

Vergeet niet dat Corianton diverse zonden, waaronder enkele ernstige zonden, had begaan (zie Alma 39:2–3). Daarom hoopte Corianton wellicht dat het onrechtvaardig zou zijn om de zondaars te bestraffen.

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op waarom mensen die zich niet van hun zonden hebben bekeerd zich zorgen maken om bij het oordeel te ontvangen ‘wat zij verdienen’.

In Alma 42:2–11 gaat Alma op Coriantons zorg in door uit te leggen dat de val van Adam de lichamelijke dood (de scheiding van de geest en het lichaam bij de dood van het lichaam) en de geestelijke dood (de afscheiding van God wegens zonde) tot stand heeft gebracht. Daarom was er een plan noodzakelijk dat de mens uit zijn gevallen staat zou terugwinnen. Anders zouden alle mensen in hun zondige staat blijven en zou men wegens de eisen van gerechtigheid voor eeuwig ellendig blijven.

Lees in Alma 42:12 waardoor de mens zijn gevallen staat had veroorzaakt. Lees nu Alma 42:14 en markeer de gevolgen van onze gehoorzaamheid die de gerechtigheid vereist. Noteer onder de linkerschaal van de weegschaal in je Schriftendagboek Overtreding — ongehoorzaamheid of zonde. Noteer onder de rechterschaal Straf — van Gods tegenwoordigheid afgesneden.

  1. Lees Alma 42:18. Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vragen:

    1. Wat houdt ‘gewetenswroeging’ in (Alma 42:18)?

    2. Waartoe kan gewetenswroeging ons aanzetten?

Wat vereist volgens Alma’s leringen de wet van gerechtigheid bij ongehoorzaamheid? (De wet van gerechtigheid vereist wegens onze ongehoorzaamheid dat we van Gods tegenwoordigheid worden afgesneden.) Denk aan een keer dat je spijt en verdriet of de afwezigheid van de Heilige Geest voelde omdat je iets verkeerds had gedaan. Vermenigvuldig dat gevoel met het aantal keren dat je ooit iets verkeerd hebt gedaan en stel je dat als eeuwigdurend gevoel voor.

Wil je op basis van wat Alma ons leerde dat het laatste oordeel uitsluitend op gerechtigheid is gebaseerd? Wil je krijgen wat je ‘verdient’ voor alle dingen die je verkeerd hebt gedaan?

Alma 42:15–31

Alma onderwijst Corianton in het plan van barmhartigheid

Een van Gods goddelijke eigenschappen is zijn rechtvaardigheid. De eisen van gerechtigheid verdoemen alle kinderen van onze hemelse Vader en zouden geen van ons allen toestaan om in onze zondige staat in zijn tegenwoordigheid te vertoeven. Overweeg de volgende vraag: Is er een manier om de eisen van de gerechtigheid uit te wissen of te ontlopen?

Veel mensen zouden hierop antwoorden door te zeggen dat we niet voor de gevolgen van onze zonden hoeven te lijden als we ons bekeren. Hoewel dit antwoord uiteindelijk wel klopt, is het belangrijk om te begrijpen dat het uitwissen of vergeven van de gevolgen niet rechtvaardig zou zijn, omdat dan niet aan de eisen van de gerechtigheid wordt voldaan. Alma vertelde dat een kwijtschelding van straf zonder aan de eisen van gerechtigheid te voldoen onmogelijk is. Lees Alma 42:25 en zoek op wat er zou gebeuren als God de gevolgen van zonden weg zou nemen en de gerechtigheid onbevredigd liet.

Denk vóór het lezen van Alma 42:15 na over de volgende vraag: Als de straf voor onze zonden niet kwijt kan worden gescholden, hoe kunnen we dan ooit gemoedsrust vinden en tot de tegenwoordigheid van God worden hersteld?

Het is misschien nuttig om te weten dat de woorden ‘de eisen der gerechtigheid […] bevredigen’ inhouden dat aan de straffen die de gerechtigheid vereist, moet worden voldaan.

Uit Alma 42:15 leren we het volgende: De verzoening van Jezus Christus bevredigt de eisen van de gerechtigheid zodat alle mensen die zich bekeren barmhartigheid kan worden verleend. Maak de tekening van de weegschaal in je Schriftendagboek af door Bevredigd door barmhartigheid — de verzoening van Jezus Christus onder ‘Straf …’ te noteren.

  1. Stel je voor dat je een vriend(in) hebt die onder de last van zijn of haar zonden gebukt gaat. Noteer in je Schriftendagboek hoe je aan je vriend(in) zou uitleggen op welke manier de verzoening van Jezus Christus ons in staat stelt barmhartigheid te ontvangen.

Denk erover na wat het voor jou betekent dat de Heiland gewillig in jouw plaats de straffen onderging die de gerechtigheid vereist, zodat jou barmhartigheid kon worden verleend.

Lees Alma 42:22–24 en markeer wat Jezus Christus van ons verlangt zodat ons barmhartigheid kan worden verleend. De zinsnede ‘werkelijk boetvaardigen’ in vers 24 houdt een oprechte bekeerlijke houding in. Vul op basis van wat je hebt gelezen het volgende beginsel aan: Als wij ons bekeren, zullen wij ontvangen door de verzoening van Jezus Christus.

President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, noemde Jezus Christus de Middelaar. Een middelaar is iemand die tussen twee partijen staat om een conflict te helpen oplossen. Onderzoek tijdens het lezen van zijn woorden waarom de Heiland nodig is om barmhartigheid aan de zondaar te kunnen verlenen:

Afbeelding
President Boyd K. Packer

‘Op basis van een eeuwige wet kan barmhartigheid niet verleend worden, tenzij er iemand is die zowel bereid als in staat is om onze schuld op zich te nemen en de prijs te betalen en de voorwaarden voor onze verlossing vast te stellen.

‘Tenzij er een middelaar is, tenzij wij een vriend hebben, zal het volle gewicht van de gerechtigheid onverminderd en zonder pardon op ons vallen. De volledige schadeloosstelling voor elke overtreding, hoe klein of hoe groot ook, zal tot de laatste penning toe van ons geëist worden.

‘Maar weet dit: de waarheid, de heerlijke waarheid verkondigt dat er een Middelaar is. […]

‘Dankzij Hem kan barmhartigheid aan ieder van ons ten volle worden verleend zonder de eeuwige wet van gerechtigheid geweld aan te doen. […]

‘Barmhartigheid wordt niet automatisch verleend. Dat gebeurt door middel van een verbond met Hem. Dat gebeurt op zijn voorwaarden, zijn edelmoedige voorwaarden.’ (‘The Mediator’, Ensign, mei 1977, pp. 55–56.)

Afbeelding
O My Father

In Alma‘s slotwoorden aan Corianton vatte hij alles samen wat hij zijn zoon had getracht bij te brengen. Lees Alma 42:26–31 en markeer wat Alma voor Corianton verlangde toen hij eenmaal de leerstellingen en beginselen begreep die Alma hem in dit hoofdstuk had geleerd. Merk op dat Alma niet verlangde dat Corianton zijn zonden vergoelijkte, maar dat hij de leerstellingen en beginselen met betrekking tot gerechtigheid, barmhartigheid en de verzoening ‘de vrije teugel in [zijn] hart’ zou laten (Alma 42:30). Hoe kun jij deze leerstellingen en beginselen de vrije teugel in je hart laten?

  1. Schrijf in je Schriftendagboek je gedachten over de volgende vraag op: Als je de Heiland persoonlijk zou kunnen bedanken voor het offer dat Hij voor jou heeft gebracht, wat zou je dan tegen Hem zeggen?

Het is belangrijk om te weten dat Corianton zich bekeerde en uiteindelijk een positieve invloed op de groei van de kerk had (zie Alma 49:30).

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Alma 42 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: