Jakob 5–6

Jakob 5 bevat de gelijkenis van de tamme en wilde olijfbomen, die oorspronkelijk door de profeet Zenos gegeven was. Jakob zette aan de hand van deze gelijkenis uiteen dat de Heer alle mensen het eeuwig heil wilde brengen, ook diegenen onder zijn verbondsvolk die zich van Hem hadden afgekeerd. De gelijkenis toont aan dat de Heer delen van het huis van Israël — zijn verbondsvolk — over de gehele aarde verstrooide en dat Hij zijn volk in de laatste dagen zal vergaderen. De gelijkenis is specifiek en persoonlijk op ons als hedendaagse leden van het huis van Israël en dienstknechten van de Heer van toepassing. In Jakob 6 beklemtoont Jakob de barmhartigheid en gerechtigheid van de Heer terwijl hij zijn volk — en ons — aanmoedigt om zich te bekeren.

Ken je een vriend(in) of een dierbare die twijfelde aan Gods liefde voor hem of haar, met name in een tijd van beproeving waarin die persoon zich misschien heeft afgekeerd van de Heer? Overweeg de volgende voorbeelden:

• Een jonge priesterschapsdrager ontwikkelt een zondige gewoonte. Hij gelooft wel dat anderen vergeving kunnen ontvangen, maar twijfelt eraan of de Heer zijn bekering zal aanvaarden.

• Een jongevrouw overtreedt een gebod. Zij voelt zich schuldig en slecht over zichzelf, en vraagt zich af of de Heer nog wel van haar houdt.

Jakob profeteerde dat de Joden Jezus Christus zouden verwerpen (zie Jakob 4:15). Hij profeteerde tevens dat Jezus Christus zich voor het heil van zijn volk zou blijven inspannen zelfs nadat het Hem had verworpen. Ter illustratie van die waarheid haalde Jakob een gelijkenis aan van een profeet die Zenos heette (zie Jakob 5:1). In een gelijkenis worden symbolische personen, voorwerpen en gebeurtenissen gebruikt om waarheden duidelijk te maken. Overweeg bij het bestuderen van Jakob 5 hoe de Heer ondanks je zonden altijd zijn hand naar jou uitstrekt.

Lees Jakob 5:2 en markeer in je Schriften tot wie Zenos sprak.

Vanwege jouw verbond met de Heer door middel van de doop ben je lid van het huis van Israël. Jij maakt deel uit van het verhaal in Jakob 5. Lees Jakob 5:3 en markeer waarmee Zenos het huis van Israël in zijn gelijkenis vergeleek. Markeer ook wat er met de tamme olijfboom gebeurde.

Afbeelding

olive trees

Merk op dat voetnoot d in Jakob 5:3 aantoont dat het verval van de boom symbool staat voor de afval. Wanneer personen of groepen zich van de Heer en zijn evangelie afkeren, leidt dat tot afvalligheid.

Het volgende overzicht bevat symbolen die ons helpen de betekenis van Zenos’ vergelijking te begrijpen. De verzen waarin de symbolen voor het eerst worden genoemd staan eveneens vermeld. Markeer deze symbolen in je Schriften. Je zou de betekenis van enkele symbolen in de kantlijn van je Schriften kunnen noteren.

Lees Jakob 5:4–6 en markeer wat de meester van de wijngaard als eerste deed om de tamme olijfboom te behouden. Kijk naar het bovenstaande overzicht en merk op wie de meester van de wijngaard is en waar zijn werkzaamheden, snoeien, spitten en verzorgen, betrekking op hebben.

Afbeelding

Ouderling Jeffrey R. Holland

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen legde uit waar de vergelijking uiteindelijk om gaat. Onderstreep bij het lezen van zijn uitleg wat volgens hem de diepere betekenis van deze vergelijking is.

‘Deze gelijkenis die Jakob aanhaalt, is helemaal op Christus [de meester van de wijngaard] gericht. […]

‘Terwijl de Heer van de wijngaard en zijn arbeiders de bomen verzorgen, snoeien, zuiveren en op andere wijzen productiever proberen te maken, in wat neerkomt op een historische impressie van de verstrooiing en vergadering van Israël, ligt de diepere, overkoepelende betekenis van de verzoening aan hun inspanningen ten grondslag.’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 165.)

Hoewel Jakob 5 over olijfbomen lijkt te gaan, gaat deze gelijkenis over mensen die zich in zonde van de Heer hebben afgekeerd en de moeite van de Heer om hen tot Hem te laten terugkeren. Dit hoofdstuk leert ons dat de Heer ons liefheeft en ijverig arbeidt voor ons heil. Zoek bij je verdere studie van de gelijkenis naar bewijzen voor deze waarheid door nauwgezet aandacht te besteden aan de gevoelens van de Heer voor Israël — de tamme olijfboom — en zijn onvermoeibare inspanningen om haar te redden. Lees bijvoorbeeld Jakob 5:7 en overpeins de zinsnede ‘het grieft mij deze boom te moeten verliezen’. Welke gevoelens komen volgens jou bij de Heer tot uiting en waarom?

Lees de zinsnede opnieuw en vervang deze keer ‘deze boom’ door jouw eigen naam. ‘Het grieft mij [jouw naam] te moeten verliezen.’ Door jouw naam in Jakob 5 te lezen op daartoe geschikte plekken, ga je beter beseffen hoe de Heer Zich om ons bekommert en kun je de gelijkenis beter op jezelf van toepassing maken.

Lees Jakob 5:7–11 en zoek op wat de heer van de wijngaard verder deed om de tamme olijfboom te behouden.

Afbeelding

grafted branch

1. Leg in je Schriftendagboek met behulp van de betekenis van de symbolen uit het overzicht uit wat de heer van de wijngaard en zijn dienstknechten in Jakob 5:7–11 doen om de kinderen van onze hemelse Vader te redden.

De Heer neemt mensen die niet van het huis van Israël zijn en ent ze in Israël, waardoor zij deel uit gaan maken van zijn verbondsvolk. Om het huis van Israël te redden verwijdert Hij de slechtste takken (mensen) en vernietigt ze.

Lees Jakob 5:13–14 en zoek op wat de Heer deed met de jonge en tere takken van de tamme olijfboom die genoemd wordt in vers 6.

2. Leg in je Schriftendagboek met behulp van de betekenis van de symbolen uit het overzicht uit hoe Lehi’s gezin kan worden vergeleken met een jonge en tere tak, verborgen in de laagstgelegen delen van de wijngaard.

President Joseph Fielding Smith legde uit dat de dienstknechten van de Heer ‘enkele takken namen en ze entten in alle wilde olijfbomen. Wie waren de wilde olijfbomen? De andere volken. En de Heer zond zijn dienstknechten naar alle delen van zijn wijngaard, ofwel de wereld, en plantte deze takken van de boom. […]

Afbeelding

Joseph Fielding Smith

‘In die gelijkenis stelt de olijfboom het huis van Israël voor. […] In eigen land begon het af te sterven. Daarom bracht de Heer takken, zoals de Nephieten, de verloren stammen en anderen die de Heer heeft weggeleid maar waarvan we niets weten, over naar andere delen van de aarde. Hij plantte die door zijn hele wijngaard, ofwel de hele wereld. Hij zal ongetwijfeld enkele takken naar Japan, Korea of China hebben gestuurd. Daar is geen twijfel over mogelijk, omdat hij hen naar alle delen van de wereld stuurde.’ (Answers to Gospel Questions, samengesteld door Joseph Fielding Smith jr., 5 delen [1957–1966], deel 4, pp. 204–205.)

President Smith leerde tevens dat ‘de interpretatie van deze gelijkenis […] een verhaal van de verstrooiing van Israël is en het mengen van Israëls bloed met de wilde olijfbomen, of andere volken, in alle delen van de wereld. Daarom vinden wij in China, Japan, India en alle andere landen die door andere volken bewoond worden, bewijs dat het bloed van Israël onder hen verstrooid, of “geënt” werd.’ (Answers to Gospel Questions, deel 4, pp. 40–41.)

Veel verzen uit Jakob 5 beschrijven verscheidene tijdsperioden en gebeurtenissen van diverse delen van het huis van Israël die verstrooid worden over de hele wereld en het werk van de Heiland om ze te vergaderen. Het hoofdstuk eindigt met het millennium en de reiniging van de aarde.

Zenos herhaalde enkele belangrijke zinnen in zijn gelijkenis om nadruk te leggen op de zorg van de heer voor de bomen van zijn wijngaard en zijn voortdurende inspanningen om ze te redden. Lees Jakob 5:20, 23–25, 28, 31 en markeer iedere keer dat de Heer zijn inspanningen noemt om de bomen van zijn wijngaard te voeden.

Ondanks de moeite van de heer en zijn dienstknechten om de wijngaard goede vruchten voort te laten brengen, werden alle vruchten van de wijngaard ziek (zie Jakob 5:39). Lees Jakob 5:41–42, 46–47 en markeer zinsneden die zijn liefde voor, zorg voor en verdriet over de wijngaard aantonen.

De heer van de wijngaard overwoog om alle bomen om te hakken omdat de vruchten van alle bomen ziek waren geworden, ondanks alles wat hij had gedaan (zie Jakob 5:49). Lees Jakob 5:50–51. De rest van Jakob 5 symboliseert de inspanningen van de Heer en zijn dienstknechten om hen die in de laatste dagen leven te redden. Hij vergadert zijn volk en verzorgt ze nog een laatste keer (zie Jakob 5:52–77).

President Joseph Fielding Smith leerde dat de vergadering van Israël, die in Jakob 5 wordt beschreven, nu aan de gang is: ‘In deze dagen van vergadering vervult de Heer zijn doeleinden en roept de kinderen van Abraham terug in de kudde van de ware Herder.’ (Answers to Gospel Questions, deel 4, p. 41.)

3. Noteer in je Schriftendagboek wat je uit Jakob 5 hebt geleerd over de liefde van de Heer voor jou. Schrijf een voorbeeld op van de manier waarop je zijn liefde hebt gezien in jouw leven of in het leven van iemand die je kent.

Jakob 6 bevat Jakobs samenvatting van belangrijke waarheden uit de gelijkenis van de tamme en wilde olijfbomen. Lees Jakob 6:4–6 en zoek op wat Jakob over Gods karakter beklemtoonde. Welk woord zou je gebruiken om samen te vatten wat Jakob ons duidelijk wilde maken over God?

Jakob beëindigde zijn boodschap in Jakob 6:7–13 met zijn getuigenis dat we wijs zijn als we ons nu voorbereiden op het oordeel door ons te bekeren en de barmhartigheid van de Heer te ontvangen.

4. Neem Jakob 6:5 nogmaals door. Jakob moedigde ons aan om ‘God aan te hangen zoals Hij u aanhangt.’ ‘Aanhangen’ betekent je aan iets blijft vasthouden. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Wat ben je uit de gelijkenis van de olijfbomen over de Heer te weten gekomen waaruit blijkt dat Hij je aanhangt?

   2. Wat kun je doen om Hem meer aan te hangen zoals Hij jou aanhangt?

5. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

   Ik heb Jakob 5–6 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

   Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: