Seminarie
Unit 27: Dag 4, 3 Nephi 28–30


Unit 27: Dag 4

3 Nephi 28–30

Inleiding

Voor zijn vertrek vroeg Jezus Christus aan elk van zijn twaalf discipelen wat zij van Hem verlangden. Negen van hen verzochten spoedig tot Hem te kunnen komen wanneer hun bediening op aarde was voltooid. Drie van hen vroegen op aarde te mogen blijven om zielen tot Christus te blijven brengen totdat Hij terug zou keren. De Heer willigde beide rechtvaardige verlangens in. Mormon gaf enkele details omtrent de bediening van de drie Nephieten op aarde.

Aan het eind van zijn verslag over het bezoek van de Heiland onder de Nephieten legde Mormon uit dat het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon een teken zou zijn dat de Heer zijn verbond met het huis van Israël aan het vervullen was. Ter afronding van 3 Nephi schreef Mormon de woorden van Jezus Christus op, die alle mensen uitnodigde om zich te bekeren en onder het huis van Israël te worden gerekend.

3 Nephi 28:1–11

Jezus Christus willigt het verlangen van zijn twaalf discipelen in

Overweeg hoe jij zou reageren als Jezus Christus aan je verscheen en vroeg: ‘Wat verlangt gij van Mij?’

Noteer kort over welke rechtvaardige verlangens je met Hem zou spreken.

Lees in 3 Nephi 28:1–3 hoe de Nephitische discipelen reageerden toen Jezus hun de vraag stelde: ‘Wat verlangt gij van Mij?’ Let op wat de Heiland van hun verlangen vond.

Lees 3 Nephi 28:4–7 en let op wat de overige drie discipelen van de Heiland verlangden. Let op wat Jezus Christus van het verlangen van deze drie discipelen vond. Overweeg waarom de Heer zou hebben gezegd dat zij ‘meer gezegend’ waren wegens hun verlangen.

Lees in 3 Nephi 28:8–10 hoe de Heiland de zegeningen beschreef die de drie Nephieten zouden ontvangen wegens hun verlangen om onder de mensen te blijven arbeiden. Overweeg de volgende waarheid in de kantlijn van je Schriften of in je Schriftendagboek te noteren: De Heer zegent ons naar onze rechtvaardige verlangens. Lees de volgende uitspraak van ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen om het belang van rechtvaardige verlangens in te zien:

Afbeelding
Ouderling Neal A. Maxwell

‘Wat we in de loop der tijd dus onophoudelijk verlangen, zullen we uiteindelijk worden en in de eeuwigheid ontvangen. […]

‘Rechtschapen verlangens mogen niet verflauwen, want, zo zegt president Brigham Young: “De mannen en vrouwen die het celestiale koninkrijk willen beërven, zullen merken dat ze daar elke dag voor moeten strijden.” (Journal of Discourses, deel 11, p. 14.)’ (Zie ‘Volgens het verlangen van ons hart’, De Ster, januari 1996, pp. 20–21.)

  1. Beantwoord een of beide van de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Wanneer heb je gevoeld dat de Heer je omwille van het handelen naar je rechtvaardige verlangens heeft gezegend?

    2. Wat ga je vanaf vandaag doen om je rechtvaardige verlangens te blijven voeden, zodat je in aanmerking komt voor de zegeningen van de Heer?

3 Nephi 28:12–35

Mormon beschrijft de bediening van de drie Nephieten

Veel mensen hebben legendes, mythen en geruchten gehoord over vermeende bezoeken van de drie Nephieten. Vertrouw niet op fabeltjes maar ga op zoek naar wat er in de Schriften over hun zending staat en hoe zij in staat zijn om ‘als de engelen Gods’ met macht te dienen (3 Nephi 28:30).

Lees in 3 Nephi 28:12–17 wat er met de drie Nephieten gebeurde. Wat was volgens 3 Nephi 28:15 een van de redenen waarom de discipelen deze verandering moesten ondergaan?

Lees 3 Nephi 28:18–23 en zoek op hoe de Heer de drie Nephieten zegende zodat ze hun rechtvaardige verlangens ten uitvoer konden brengen. Denk erover na wat we van deze verzen kunnen leren over de bereidwilligheid van de Heer om ons te zegenen als we naar onze rechtvaardige verlangens leven.

Bestudeer 3 Nephi 28:25–31 en stel vast welke mensen door de bediening van de drie Nephieten gezegend zijn en nog gezegend zullen worden. Je kunt je bevindingen markeren.

3 Nephi 28:36–40

Mormon leert iets omtrent de aard van mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan

Denk aan een keer dat je een vraag had over het evangelie of een beproeving waar je mee te maken had. Lees 3 Nephi 28:36 en zoek op wat Mormon niet begreep aangaande de lichamelijke toestand van de drie Nephieten nadat zij die verandering hadden ondergaan. Denk na over je antwoord op de volgende vraag: Tot wie zou jij je normaal gesproken wenden als je een vraag over het evangelie hebt? Lees 3 Nephi 28:36–37 om te ontdekken wat Mormon deed om het antwoord op zijn vraag te vinden.

Bestudeer 3 Nephi 28:37–40 en zoek op wat Mormon te weten kwam over de verandering die in het lichaam van de drie Nephieten plaatsvond. De staat of toestand van de drie Nephieten wordt een ‘gedaanteverandering’ genoemd, die op verheerlijking lijkt (zie 3 Nephi 28:17) maar dan langer duurt. Mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan, zijn nog steeds sterfelijk. Joseph Smith heeft uitgelegd dat hun fysieke lichaam van een telestiale toestand naar een terrestriale toestand is veranderd. Ze zijn bevrijd van het lichamelijk leed dat door hun sterfelijk lichaam wordt veroorzaakt. (Zie History of the Church, deel 4, p. 210.) Mensen die een lichamelijke verandering hebben ondergaan, kunnen naar eigen believen en naar Gods wil verschijnen en verdwijnen (zie 3 Nephi 28:27–30). Zij helpen zielen tot redding te brengen en zij blijven in hun veranderde staat tot aan de wederkomst van Jezus Christus, wanneer zij een andere verandering zullen ondergaan en een herrezen, verheerlijkt wezen worden (zie 3 Nephi 28:7–8, 39–40).

Door Mormons ervaring komen we te weten dat we openbaring zullen ontvangen, als we de Heer om inzicht vragen. Je kunt dit beginsel in je Schriften of Schriftendagboek noteren.

  1. Beschrijf in je Schriftendagboek een ervaring waarbij jij of iemand die je kent de Heer in innig gebed aanriep om antwoorden te vinden.

3 Nephi 29

Mormon getuigt dat de Heer zijn verbond met het huis van Israël in de laatste dagen zal vervullen

Na Mormons verslag over het bezoek van de Heiland aan het volk van het Boek van Mormon, profeteerde hij aangaande de vervulling van de beloften van de Heer in de laatste dagen. Denk na over je antwoord op de volgende vraag: Wanneer heb je een van Gods beloften in vervulling zien of horen gaan?

Overweeg de woorden wanneer en dan bij het bestuderen van 3 Nephi 29:1–3 te markeren. Deze woorden duiden een gebeurtenis aan die aangeeft dat de Heer zijn beloften aan het huis van Israël in de laatste dagen nakomt. (In 3 Nephi 29:1 verwijst de zinsnede ‘deze woorden’ naar de geschriften in het Boek van Mormon.)

In 3 Nephi 29:1–3 komen we te weten dat het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon een teken is dat de Heer zijn verbond met het huis van Israël aan het vervullen is.

Afbeelding
Boek van Mormon

Door het Boek van Mormon hebben we de verzekering dat de Heer zijn volk op zijn komst aan het voorbereiden is (zie 3 Nephi 29:2). Markeer bij het lezen van de volgende uitspraak van Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen hoe het Boek van Mormon ons voorbereidt op de komst van de Heiland:

‘Het Boek van Mormon is een tastbaar bewijs dat de Heer begonnen is met de vergadering van het verbondsvolk Israël. […]

‘De Heer is het zeker niet vergeten! Hij heeft ons en anderen wereldwijd door middel van het Boek van Mormon gezegend. […] Het helpt ons om verbonden met God te sluiten. Het nodigt ons uit om Hem indachtig te zijn en zijn geliefde Zoon te leren kennen. Het is eveneens een testament aangaande Jezus Christus.’ (‘Verbonden’, Liahona, november 2011, p. 88.)

  1. Lees 3 Nephi 29:4–6 en doe een of beide van de volgende activiteiten in je Schriftendagboek:

    1. Zoek drie specifieke passages in het Boek van Mormon op die volgens jou iemand tot Jezus Christus zouden helpen komen. Leg voor elke passage in een paar zinnen uit waarom je die passage hebt gekozen.

    2. Schrijf een alinea over hoe het Boek van Mormon iemand tot begrip en aanvaarding van de gave van openbaring, profetie en tongen of de macht van de Heilige Geest kan leiden.

3 Nephi 30

De Heer spoort de andere volken aan zich te bekeren en tot Hem te komen

Mormon besloot zijn verslag van de bediening van de Heiland met enkele instructies omtrent de andere volken die hij van Jezus Christus had ontvangen. Lees 3 Nephi 30:1–2 en overweeg zoveel mogelijk instructies van de Heiland omtrent de andere volken te markeren. Overweeg ook de zegeningen te markeren die de andere volken te wachten staan als zij tot Hem zullen komen. Hoewel 3 Nephi 30:2 tot mensen buiten de kerk is gericht, kunnen wij door de uitnodiging van Jezus Christus nagaan waar wij staan in het nakomen van de verbonden die wij met Hem hebben gesloten.

  1. Noteer het volgende beginsel in je Schriftendagboek: Als wij tot Christus komen, kunnen wij onder zijn volk worden gerekend. Schrijf in je Schriftendagboek op waarom het een zegen van de Heer is om te ‘worden gerekend onder [zijn] volk, dat van het huis Israëls is’ (3 Nephi 30:2).

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 3 Nephi 28–30 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: